Catrinus Mak
Van Wikipedia
Van dit onderwerp wordt betwijfeld of het relevant genoeg is voor opname in de Wikipedia
Het onderwerp van deze pagina is mogelijk niet geschikt voor de Wikipedia-encyclopedie. De pagina is daarom genomineerd voor verwijdering.
Hier is ook een meer gedetailleerde reden voor de verwijderingsnominatie te vinden. Na plaatsing op de verwijderlijst blijft dit artikel twee weken staan, zodat eventuele bezwaren ingebracht kunnen worden. Als binnen die tijd wordt besloten dat het onderwerp wel geschikt is, kan de pagina blijven bestaan. Vermeld redenen voor behoud op de genoemde lijst.
(↓)
Catrinus Mak (Schiedam, 28 september 1899 - Smallingerland, 3 juli 1983) was een Nederlandse predikant van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hij heeft postuum bekendheid verkregen door het boek "De eeuw van mijn vader" (uitgebracht in 1999) van zijn zoon de schrijver Geert Mak waarin hij een hoofdrol vervult.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd
In zijn geboorteplaats groeide hij op in een hervormd gezin waar zijn vader een zeilmakerij bezat, in "Zwart Nazareth" zoals men destijds Schiedam wel placht aan te duiden. Vanwege een kerkelijke onenigheid stapte zijn moeder en haar kinderen over naar de Gereformeerde Kerken maar bleef zijn vader de Nederlandse Hervormde Kerk trouw.
[bewerk] Gezinsleven
Tijdens de Eerste Wereldoorlog leerde hij Geertje van der Molen kennen met wie hij in 1924 trouwde. Na zijn theologiestudie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam betrok Mak in 1926 zijn eerste standplaats als dominee, te weten het Zuid-Hollandse stadje Brielle. In die tijd speelde in de Gereformeerde Kerken de kwestie-Geelkerken. De Amsterdamse predikant Johannes Geelkerken had moeite met een letterlijke uitleg van het Bijbelse scheppingsverhaal wat leidde tot de Synode van Assen waar diens visie werd verworpen.
Omdat hij zich goed kon vinden in de opvatting van Geelkerken raakte Mak enigszins in de moeilijkheden. Hij stelde zich echter voorzichtig op omdat hij niet uit de Gereformeerde Kerken wilde worden gezet zoals twee van zijn studievrienden was overkomen en vertrok daarom naar Nederlands-Indië waar hij tot na de Tweede Wereldoorlog woonde en werkte en waar bijna al zijn kinderen werden geboren. Nadat daar wat opstanden onder de plaatselijke bevolking waren uitgebroken werd Mak legerpredikant in de rang van kapitein bij het KNIL.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië kwam bijna het gehele gezin Mak in een Jappenkamp terecht (de oudste twee kinderen, te weten Anna en Cas Mak, waren in Nederland ondergebracht bij familie en vrienden). Mak zelf werd in diverse Jappenkampen in Thailand ondergebracht waar hij te werk werd gesteld bij de aanleg van de beruchte Birmaspoorweg. Hij was er een grote steun voor zijn medekampgenoten. Zo sprak hij aan de graven van de overledenen en hield er een soort dagboekje bij, wat zijn na de oorlog geboren zoon de bekende schrijver Geert Mak inspireerde en als bron diende voor diens boek "De eeuw van mijn vader".
[bewerk] Latere leven
Mak en zijn gezin overleefden de doorstane oorlogsontberingen en in 1946 keerden zij naar Nederland terug waar eerdergenoemde zoon Geert in het Friese dorpje Hardegarijp ter wereld kwam (als nakomertje in een gezin dat reeds acht zielen telde) en Mak vele jaren predikant was. In 1949 ontving hij de Verzetsster Oost-Azië 1942-1945.
Dominee Mak kreeg in 1972 een hersenbloeding en alhoewel hij vrijwel volledig hiervan herstelde, werd hij nooit meer helemaal de oude en ging hij hard achteruit. Vanwege hun verslechterde gezondheid verkocht Mak zijn huis en bracht samen met zijn vrouw de laatste jaren van zijn leven in een bejaardenflatje in Drachten door. Eind 1982 werd hij bedlegerig en in de zomer van 1983 overleed Catrinus Mak op 83-jarige leeftijd.
De schrijver Geert Mak beschrijft het sterven van zijn vader in het boek "De eeuw van mijn vader":
Op een warme zondagmiddag werd hij onrustiger dan gewoonlijk. Voortdurend probeerde hij zich op te trekken aan een handgreep boven zijn bed. 'Waarom doe je dat zo?' vroeg mijn moeder. 'Anders val ik dood.' zei hij. 'Maar dat wil je toch, sterven?' 'Ja,' zei hij toen. En hij liet los, zakte achterover, en zo viel hij, en hij werd door engelen gedragen.