Kaprijke
Van Wikipedia
Gemeente Kaprijke | |
---|---|
ligging binnen het arr. Eeklo in de provincie Oost-Vlaanderen |
|
Wapen | Vlag |
Geografie | |
Gewest | Vlaanderen |
Provincie | Oost-Vlaanderen |
Arrondissement | Eeklo |
Geografische ligging | 51°13′N, 3°37′E |
Oppervlakte | 33,71 km² |
Bevolking (Bron: NIS) | |
Inwoners – Mannen – Vrouwen – Bevolkingsdichtheid |
6.147 (01/07/2006) 49,89% 50,11% 182 inw./km² |
Leeftijdsopbouw 0–19 jaar 20–64 jaar 65 jaar en ouder |
(01/01/2006) 22,00% 59,91% 18,10% |
Buitenlanders | 1,66% (01/07/2006) |
Economie | |
Werkloosheidsgraad | 6,59% (01/01/2006) |
Gemiddeld inkomen | 13.368 euro/inw. (2003) |
Politiek | |
Burgemeester | Filip Gijssels |
Bestuur | SAMEN |
Zetels SAMEN PLUSPUNT N-VA & 'PLUS' |
17 9 7 1 |
Deelgemeenten met postcode | |
Postcode | Deelgemeente |
9970 9971 |
Kaprijke Lembeke |
Overige info | |
Zonenummer | 09 |
NIS-code | 43007 |
Politiezone | Meetjesland-Centrum |
Webadres | www.kaprijke.be |
Kaprijke is een plaats en gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen in België. De gemeente heeft een totale oppervlakte van 33,71 km² telt ruim 6000 inwoners.
De gemeente is ontstaan op 1 januari 1977 in kader van de eenheidswet die voorzag in een sterke reducering van het aantal gemeenten. Principieel was de oude gemeente (nu deelgemeente) Kaprijke tegen iedere fusie gekant. Maar indien de fusie van bovenaf zou opgelegd worden wilden zij liefst samengaan met de aangrenzende gemeente Lembeke om zo het agrarische karakter van de gemeente te behouden. En dit geschiedde.
De reden dat de gemeente naar de deelgemeente Kaprijke genoemd is en niet naar Lembeke, nochtans zowel in oppervlakte en inwonersaantal groter, berust vooral op historische redenen. Kaprijke heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd en had vroeger zelfs stadsrechten.
Inhoud |
[bewerk] Situering
Kaprijke maakt deel uit van de Vlaamse Zandstreek. Dit gebied is nagenoeg vlak, de hoogte schommelt tussen de 4 en 11 meter. In het zuidwesten is een iets meer uitgesproken microreliëf aanwezig dan in het noorden. De laagste delen zijn te vinden in het noorden van de deelgemeente.
Het landschap is overwegend een oud ontginningslandschap, gekenmerkt door een mozaïekachtig patroon van rechthoekige tot blokvormige percelen. In de depressies zijn de percelen meer rechthoekig lang en smal. Dit alles volgens een vrij regelmatig patroon.
[bewerk] Geschiedenis
De naam Kaprijke komt zeer waarschijnlijk van de Gallo-Romeinse naam "Capriacum" wat zoveel betekent als 'Goed van Caprius' (Caprius is een persoonsnaam). Er is voor het eerst sprake van het huidige Kaprijke rond de 13e eeuw, na een periode van zes eeuwen verlatenheid. De Romeinen, die de nederzetting bouwden, sloegen immers in de 5de eeuw op de vlucht voor invallende Germanen.
In 1240 kreeg Kaprijke een keure van Johanna van Constantinopel waarmee het dus stadsrechten had.
Gedurende de Middeleeuwen was een groot gedeelte ervan met heide en moeras bedekt, en diende Kaprijke te worden beschermd tegen de vernietigende invloeden van de zee, dit werd gedaan door de aanleg van de 's-Gravenjansdijk. Die liep van Antwerpen over Bentille naar Knokke. Deze dijk kon echter niet verhinderen dat Kaprijke in 1403 toch grotendeels overspoeld geweest is.
In de late Middeleeuwen was Kaprijke een vrij welvarend stadje, vooral door aandeel van de lakenweverijk. Het Kaprijks laken was tot ver buiten de grenzen bekend om zijn hoge kwaliteit.
In de 16e eeuw werd Kaprijke gekweld door godsdienstoorlogen die verschrikkelijke oorlogen en plunderingen inhouden, vooral na de Geuzenberoerten in 1547 en nog erger in 1583. Meer dan 20 jaar lang was Kaprijke verwoest en verlaten. Vanzelfsprekend was de nijverheid ook helemaal ten onder gegaan en het kwam er nooit meer tot volle bloei. Alles werd in het werk gesteld om het stadje te heropbouwen wat zich dan weer resulteerde in extra belastingen. Een poging in de goede richting midden de 17e eeuw was het graven het Kaprijks vaardeken, een kanaal dat Kaprijke langs Lembeke, Sleidinge en Kluizen met Gent verbond.
In 1763 stroopten de Franse legers alles leeg, dit was nog niet het einde van alle ellende want in 1783 vielen diezelfde Fransen weer binnen, ditmaal onder aanvoering van maarschalk d'Humières. De bestuursleden waren gevlucht en niemand kon ontkomen aan de zware brandschatting (= de bewoners moesten belasting betaling aan de invaller, met brandstichting als straf indien niet aan de eisen konden worden voldaan). Onmiddellijk werd het vuur aangestoken en verschillende huizen en schuren, alsook het bovendeel van het stadhuis, dat pas 20 jaar voordien terug heropgebouwd was, brandden af. Om de geleden schade toch enigszins wat de milderen vroegen heel wat pachters afslag op hun pacht en andere verplichtingen.
In de 18e eeuw kende Kaprijke (zoals trouwens gans Vlaanderen) een betrekkelijke rust en bloei. Dit veranderde toen het samen met de omliggende streken aan het eind van de 18e eeuw opnieuw door de Fransen werd veroverd. Kaprijke verloor haar stadsrechten, maar werd wel hoofdplaats van een kanton. Napoleon vaardigde een wet uit waarbij jonge mannen verplicht met het Franse leger moeten strijden. Toen velen in de kleemkapel de Onze-Lieve Vrouw aanriepen een goed lot te trekken om zo van de legerdienst gevrijwaard te zijn, vernietigden de Fransen ook nog de kappel.
Rond 1830, toen België onafhankelijk werd, was Kaprijke voornamelijk op landbouw afgestemd. Toch was er nog zo'n 1/4 bos en heide. Weven en verwerking van vlas gebeurden vooral in de winter.
Kort na de helft van de 19e eeuw kwam de grote industriële crisis over de streek met een sterke daling van de algemene welvaart als logisch gevolg. Van de ongeveer 750 families die Kaprijke toen telde, konden er zich rond 1855 slechts een honderdtal zichzelf welstellend noemen. De kleine landbouwers ,wevers, herbergiers en veldarbeiders konden nog net rondkomen. Maar 1/3 van de bevolking was aangewezen op den Armen. Vandaar dat toen heel wat gezinnen de tocht naar Amerika waagden, hopend op betere omstandigheden aldaar.
In 1871 kreeg Kaprijke een halte op de spoorlijn Eeklo-Zelzate maar behalve een straat die Stationstraat heet is alles al jaren verdwenen voornamelijk door de komst van de auto. Ook de tramlijn die Kaprijke vroeger had, werd hier het slachtoffer van.
[bewerk] Spotnaam
Kaprijkenaren hebben als spotnaam 'groeningen'. Dit komt voort uit een groene appelsoort die er al sinds de late Middeleeuwen gekweekt wordt. De inwoners waren destijds erg trots op deze appels en gaven het vaak cadeau, zelfs vorsten kregen het soms als geschenk. Omdat de appels erg typerend groen zijn dachten diegene die de appels kregen dat Kaprijkenaren gierige mensen waren.
[bewerk] Bezienswaardigheden
Binnen de gemeentegrenzen liggen volgende monumenten:
- De Onze Lieve Vrouwenkerk (1787-1788) met oudere, in vroeggotische stijl gebouwde, toren uit ongeveer 1240
- het stadhuis uit 1663 in barokstijl
- kasteel Hof ter Kruizen (16e eeuw) met een trapgevel uit 1628
- Sint-Egidiuskerk, met toren uit de 13e eeuw
- Westermolen, houten molen naar oorspronkelijk model uit de 15e eeuw.
- Pastorie Lembeke, neoclassicistische gebouw uit 1772.
- verschillende oude woonhuizen uit 17de en de 18de eeuw
[bewerk] Demografische evolutie
- Bronnen:NIS, www.meetjesland.be en gemeente Kaprijke - Opm:1806 t/m 1991=volkstellingen; 1977, 2002 en 2005=inwoneraantal op 1 januari
- 1977: aanhechting van Lembeke
[bewerk] Deelgemeenten
De gemeente Kaprijke is opgebouwd uit twee min of meer evenwaardige deelgemeenten: meest noordelijk bevindt zich de deelgemeente Kaprijke en ten zuiden hiervan ligt Lembeke. Tot de deelgemeente Kaprijke behoort ook nog een kleinere kern Bentille die gedeeld wordt met de gemeenten Sint-Laureins en Assenede. De grens tussen de twee deelgemeenten loopt min of meer gelijk met de autosnelweg E34/A11 (in de volksmond 'expresweg') die de gemeente doormidden snijdt.
De gemeente Kaprijke grenst aan volgende gemeenten en deelgemeenten:
- a. Bassevelde (Assenede)
- b. Oosteeklo (Assenede)
- c. Sleidinge (Evergem)
- d. Waarschoot
- e. Eeklo
- f. Sint-Laureins
- g. Sint-Jan-in-Eremo (Sint-Laureins)
[bewerk] Tabel
# | Naam | Oppervlakte | Bevolking (2005) |
---|---|---|---|
I | Kaprijke | 14,68 | 2651 |
II | Lembeke | 19,01 | 3418 |
[bewerk] Kaart
[bewerk] Bekende inwoners
- Hippoliet Van Peene, tekstschrijver van De Vlaamse Leeuw
- Roger De Vlaeminck, ex-wielrenner
[bewerk] Externe link
{{{afb_links}}} | Gemeenten in de provincie Oost-Vlaanderen | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Aalst - Aalter - Assenede - Berlare - Beveren - Brakel - Buggenhout - De Pinte - Deinze - Denderleeuw - Dendermonde - Destelbergen - Eeklo - Erpe-Mere - Evergem - Gavere - Gent - Geraardsbergen - Haaltert - Hamme - Herzele - Horebeke - Kaprijke - Kluisbergen - Knesselare - Kruibeke - Kruishoutem - Laarne - Lebbeke - Lede - Lierde - Lochristi - Lokeren - Lovendegem - Maarkedal - Maldegem - Melle - Merelbeke - Moerbeke - Nazareth - Nevele - Ninove - Oosterzele - Oudenaarde - Ronse - Sint-Gillis-Waas - Sint-Laureins - Sint-Lievens-Houtem - Sint-Martens-Latem - Sint-Niklaas - Stekene - Temse - Waarschoot - Waasmunster - Wachtebeke - Wetteren - Wichelen - Wortegem-Petegem - Zele - Zelzate - Zingem - Zomergem - Zottegem - Zulte - Zwalm |