Lauden
Van Wikipedia
De Lauden vormen het ochtendgebed van het Heilig Officie of Getijdengebed Het woord Lauden betekent lofprijzing en is een vernederlandsing van het Latijnse laudes, een vorm van het werkwoord "Laudare", dat "prijzen" betekent. De structuur van de Lauden volgt het gewone patroon van het getijdengebed, met dit verschil dat er meestal een Lofzang uit het Oude Testament in is opgenomen. In het meest algemene schema in de kloosters bevat het bovendien altijd de drie laatste Psalmen (Ps. 148-150), alledrie lofpsalmen.
De structuur van dit Officie is als volgt:
- De opening: God, kom mij te hulp, Heer, haast U mij te helpen. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen, Alleluia.
- Een aantal Psalmen met hun antifonen, waaronder vaak Psalm 50, Psalm 148, Psalm 149 en Psalm 150. Na de derde of de vierde Psalm volgt vaak een lofzang (cantiek) uit het Oude Testament.
- Een (korte) Schriftlezing (uit de Bijbel).
- Een kort Responsorium (beurtzang).
- Een hymne
- Een kort vers
- De Lofzang van Zacharias met eigen antifoon
- Litanie
Omdat de Lauden idealiter bij zonsopkomst worden gebeden, hebben de hymnen nogal eens het thema van Christus als het Licht der wereld of de geestelijke Zon die opgaat over de duisternis van zondigheid en onrust.