Magisch realisme
Van Wikipedia
De term magisch realisme wordt zowel in de schilderkunst als de literatuur gebruikt. Het is een richting in de kunst waarin een poging wordt gedaan de werkelijkheid te verbinden met een andere of hogere werkelijkheid, waardoor hallucinerende beelden of droomeffecten ontstaan.
[bewerk] Schilderkunst
Een aantal Nederlandse schilders die vanaf de jaren '20 en '30 actief waren, grepen - temidden van een kunstwereld waarin steeds abstracter en expressiever geschilderd werd (zie ook expressionisme) - terug op het realisme. In 1925 gaf de Duitse criticus Franz Roh voor het eerst een naam aan deze stroming in de schilderkunst. Aldus gezien viel deze benaming algauw samen met de Neue Sachlichkeit, waarmee Gustav Hartlaub, in 1924, het beklemmende werk van George Grosz en van Otto Dix had benoemd
Het magisch realisme zoekt zijn inspiratie buiten de al te dagelijkse realiteit en binnen droom- en waanbeelden, vandaar ook de evenwaardige benaming Fantastisch Realisme. Engelsen hebben het hierbij vaak over Precise Realism en Sharp-Focus Realism. Dergelijke werken laten zich kennen door een nauwgezette, bijna fotografische weergave van realistisch lijkende taferelen, die een geheimzinnige en magisch aandoende sfeer uitstralen. Dubbelzinnige perspectieven en een ongebruikelijke manier om de dingen naast elkaar weer te geven versterken nog die magische suggestie. Technische en louter ambachtelijke vaardigheden zijn aan deze stijl inherent. De combinatie van wel en niet bestaande elementen, het spel van licht en kleur en de technisch perfecte afwerking maken geheimzinnige, soms dreigende schilderijen die hun weergave van de werkelijkheid een vervreemdend karakter meegeven. Dit maakt de stroming ook verwant met het surrealisme.
De magisch realistische voorstellingen zijn dikwijls wel mogelijk, maar niet waarschijnlijk. Vaak verwijzen hun onderwerpen naar dood, dreiging en verval.
Vanaf 1915 ontpopte de Italiaanse schilder Giorgio Da Chirico met zijn Pittura Metafisica zich als de wegbereider tot het magisch realisme.
In 1920 keerde de Duitse kunstenaar Max Ernst de rug naar het Dadaïsme van Keulen en ging hij zich in Parijs vestigen, op uitnodiging van André Breton. In 1921 creëerde hij er l'Elephant Célébes en werd hij meteen de internationale promotor van het surrealisme.
- In Nederland treden vooral Maurits Cornelius Escher, Carel Willink, Corstiaan de Vries, Bas Kloens en Anneke Kuyper op de voorgrond. Daarnaast kennen we ook andere namen, als Pyke Koch, Wim Schumacher, Raoul Hynckes en Dick Ket.
- In België zijn dat Octave Landuyt, Jef Van Tuerenhout en Aubin Pasque, naast de grootmeesters Paul Delvaux en René Magritte.
- Felix Labisse, Robert Tatin, Alain Giron, Max Bucaille, André Béguin en Gérard Eppelé zijn Franse naamdragers.
- De Oostenrijkse Ernst Fuchs, de Italiaanse Leonor Fini en de Spaanse Salvador Dali genieten internationale bekendheid.
[bewerk] Literatuur
In de literatuur is de term Magisch Realisme afkomstig van de Italiaan M. Bontempelli (Gente nel tempo, 1937) en wordt toegepast op het werk van uiteenlopende auteurs als E.T.A. Hoffmann (Der goldene Topf, 1816), Edgar Allen Poe (Tales, 1840, 1845), Gustav Meyrink (Der Golem), Alain Fournier (Le grand Meaulnes, 1913), en H. Rider Haggard. Ook hier gaat het vaak om geheimzinnige verhalen die een vervreemdend karakter hebben.
Bij veel Spaanse, maar ook Zuid-Amerikaanse kunstenaars is van oudsher een zekere hang te bespeuren naar het magisch realisme, bijvoorbeeld Gabriel Garcia Marquez en Mario Vargas Llosa. Bij hen is het magisch realisme een stijl waarin gewone voorvallen in een overdreven taal worden verteld, terwijl de uitzonderlijkste voorvallen op een nuchtere manier worden verteld. In het magisch realisme wordt een wezenlijke rol gespeeld door natuur, geschiedenis, politiek, maatschappelijke thema´s en alle menselijke hartstochten.
Nederlandstalige auteurs:
- Hubert Lampo (voor een uitgebreide bloemlezing over magisch realisme lees De zwanen van Stonehenge) Ook 'De Komst van Joachim Stiller' is een goed voorbeeld.
- Johan Daisne vooral in 'De trein der traagheid'
- Simon Vestdijk met 'De kelner en de levenden'
- Ferdinand Bordewijk