Sappho
Van Wikipedia
Sappho (Attisch Σαπφώ, "Sapfo", Aeolisch Ψάπφα, "Psapfa") was een lyrische dichteres uit het antieke Griekenland. Anacreon noemt haar de zoetzingende, Lucianus de honingzoete glorie van Lesbos, en een aan Plato toegeschreven epigram noemt haar de "tiende muze":
Εννεα τας Μουσας, φασιν τινες· ως ολιγωρως·
Ηνιδε και Σαπφω Λεσβοθεν, η δεκατη.
(Er zijn negen Muzen, zeggen sommigen — hoe kortzichtig:
Er is ook nog Sappho van Lesbos, de tiende.)
Inhoud |
[bewerk] Leven
De belangrijkste bron voor haar biografie is de tiende-eeuwse Byzantijnse encyclopedie Suda, die meldt dat zij haar floruit had bereikt tussen 612 v. Chr. en 608 v. Chr. (en dus rond 630 v. Chr. moet zijn geboren. Sterfdatum weet niemand). Ze was afkomstig uit Mytilene, de hoofdstad van het eiland Lesbos, dochter van Scamander (Σκαμανδρος) en Cleïs (Κλεϊς). Haar familie maakte deel uit van de lokale aristocratie en was actief betrokken bij de Lesbische politiek. Als gevolg van de roerige politieke situatie op het eiland verbleef Sappho vaak in het buitenland, maar uiteindelijk keerde ze naar Lesbos terug. Bij haar terugkeer stichtte zij een soort "kostschool" waar zij aristocratische meisjes een elitaire vorming bijbracht die was gebaseerd op muziek, poëzie en dans.
De sfeer van intimiteit tussen Sappho en haar leerlingen bezorgde haar de reputatie "lesbisch" te zijn, en ze werd als zodanig ook in menig Atheense komedie opgevoerd. Er wordt wel beweerd dat zij zelfmoord zou hebben gepleegd als gevolg van een onmogelijke liefde voor de jongeling Phaon, maar dit is een romantisch verzinsel. Wel was ze getrouwd (met wie weten we niet) en had ze een dochter, naar haar moeder genoemd. Sappho, die tijd- en plaatsgenoot was van collega-dichter Alcaeus (Αλκαιος) en politicus/filosoof Pittacus (Πιττακος, één van de Zeven Wijzen), bleef voor zover wij kunnen beoordelen verder buiten de politiek en oefende haar beroep/roeping uit tot aan haar dood — nog op haar sterfbed schreef zij een gedicht waarin ze haar leerlingen berispte:
Want het is niet gepast dat er in een Muzen-erend huis
Geweeklaag is: dat zou niet juist voor ons zijn
(Fragment 150 vert. A. de Weerd)
[bewerk] Werk
[bewerk] Aard en omvang
Sappho schreef voornamelijk lyrische poëzie, liederen om gezongen te worden onder begeleiding van de lier. Haar werk kenmerkt zich door de verfijning van warme gevoelens. In een heel eigen stijl, getuigend van grote originaliteit, bezong zij haar eigen vrouwelijke wereld: de vertrouwelijke omgang met haar leerlingen, muziek, feest, liefde, de natuurbeleving. De "diepste roerselen van haar ziel" wist zij zeer direct te verwoorden.
Naast deze persoonlijke gedichten schreef zij ook epische poëzie, epigrammen en bruiloftsgedichten; deze laatste schreef zij naar alle waarschijnlijkheid wanneer één van haar leerlingen ging trouwen.
Sappho staat met haar lyrische gedichten aan het begin van de persoonlijke expressie in de literatuur: eerdere poëzie, zoals die van Hesiodus en Homerus, handelde over de werken van goden en helden, of waren lofzangen voor de eredienst. Ook als musicus schijnt Sappho belangrijke innovaties te hebben gedaan: aan haar wordt de uitvinding van het plectrum toegeschreven, en ze zou een aantal muzikale modi hebben bedacht.
[bewerk] Tekstoverdracht door de eeuwen
In de Hellenistische tijd, ruim vijfhonderd jaar na haar dood, werden haar gedichten door de Alexandrijnse bibliothecarissen geklasseerd naar metrum (versmaat) en onderwerp. Dit resulteerde in een verzameld werk van tien boeken (negen naar metrum en één boek bruiloftsgedichten). Van dit omvangrijke werk zijn slechts enkele flarden bewaard gebleven, tot voor kort merendeels in citaten van andere schrijvers. Dit wordt onder andere verklaard doordat de Kerk, in de Middeleeuwen de belangrijkste bron van wetenschappelijke en culturele continuïteit, niet veel ophad met de lesbische reputatie van Sappho, en dat haar werk daardoor niet meer werd overgeschreven. De twintigste eeuw heeft echter een belangrijke uitbreiding van haar werk opgeleverd in de vorm van papyrusvondsten in Egypte. Zo is fragment 2 uitgebreid van twee door Hermogenes geciteerde losse regels naar drie complete coupletten (en naar het zich laat aanzien nu op een paar woorden na volledig).
Momenteel is er slechts één compleet gedicht, dat het openingsgedicht van haar verzamelde werken was en als zodanig in zijn geheel door een Hellenistische literatuurwetenschapper werd aangehaald, en zijn er een stuk of tien nagenoeg complete gedichten. De rest van de fragmenten, 200 in getal, wordt gevormd door papyrusflarden of citaten in andere auteurs (variërend van een regel of drie tot soms niet meer dan een los woord). Al met al moet worden geconstateerd dat er niet meer dan circa zestig fragmenten van twee of meer regels zijn.
[bewerk] Moderne uitgaven
Pas in de negentiende eeuw wordt Sappho, onder invloed van de Romantiek en onder leiding van beroemde Duitse classici als Von Wilamowitz opnieuw ontdekt. Er volgen wetenschappelijke standaarduitgaven, waarvan die van Lobell en Page decennialang de belangrijkste is, in de jaren '80 van de twintigste eeuw opgevolgd door die van D.A. Campbell (Loeb-uitgave Greek lyric, vol. 1: Sappho and Alcaeus. Griekse brontekst en Engelse prozavertaling). In deze laatste editie zijn ook de omvangrijke papyrusvondsten verwerkt.
Een goede in het Nederlands verschenen introductie tot Sappho is het boek van de Duitse Marion Giebel, Sappho (oorspronkelijke uitgave 1980, vertaald door Jaap en Keeske van Rossum du Chattel; uitgeverij Kwadraat, 166 p.). Het boek heeft een uitgebreide bibliografie en een vrij groot aantal verzen, in het Nederlands vertaald door verschillende vertalers. P.C. Boutens' vertaling van de Bede aan Aphrodite staat er integraal in afgedrukt.
[bewerk] Vertalingen naar het Nederlands
Sappho is uitgebreid vertaald naar het Nederlands. De belangrijkste vier uitgaven van de twintigste eeuw zijn:
- Oden en fragmenten van Sapfo, vertaald door P.C. Boutens (1928).
- Liederen van Lesbos, vertaald door Paul Claes (1985).
- Sappho van Lesbos, gedichten en fragmenten, vertaald door Aart R.P. Wildeboer en Pierre J. Suasso de Lima de Prado (1985).
- Gedichten, vertaald door Mieke de Vos (1999).
Boutens was een classicus, en dat blijkt uit de fraai in metrum vormgegeven verzen — die vanwege die metrische conformiteit en het archaïsche taalgebruik wel eens wat moeilijk lezen. Zijn vertaling ontbeert nog vele van de latere papyrusvondsten. De vertalingen van Claes en De Vos ontlopen elkaar niet veel: helder en goed bij de tekst gebleven, maar met oog voor de dichterlijke grondtekst; Claes' tekst kent wat Vlaamse kleuringen. Het werk van Wildeboer en Suasso de Lima de Prado laat zich naar de mening van sommigen eerder kenschetsen als een interpretatie/herdichting dan als een vertaling (inclusief enkele toevoegingen overgenomen uit J.M. Edmonds' klassieke Lyra Graeca en in het algemeen een losse omzetting), maar is voor de oppervlakkig geïnteresseerde lezer het meest toegankelijk. De vertaling werd tot twee keer toe bewerkt voor het toneel en is herdrukt onder de titel Eros ontwortelt mijn hart.
Meer bronnen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Sappho op de Nederlandstalige Wikisource. |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Sappho van Wikimedia Commons. |
{{{afb_links}}} | Zie ook | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Griekenland · Oude Griekenland · Geschiedenis van Griekenland · Griekse literatuur |