Schiedammer parkmoord
Van Wikipedia
Met de Schiedammer parkmoord wordt de moord aangeduid op de tienjarige Schiedamse Nienke Kleiss op 22 juni 2000 in het Beatrixpark in Schiedam, die met haar vriendje Maikel (11 jaar) in het park aan het spelen was. Maikel werd neergestoken. Voor de moord op Nienke en het neersteken van Maikel werd een onschuldige veroordeeld. Deze justitiële dwaling leidde tot veel commotie en een evaluatie van het werk van politie, justitie en de rechterlijke macht, en tot het instellen van de Commissie Posthumus-II, die justitiële dwalingen moet onderzoeken.
De man die in eerste instantie voor deze moord werd veroordeeld, de Vlaardinger Cees Borsboom, heeft na een aanvankelijke bekentenis steeds volgehouden onschuldig te zijn. Nadat deze vier jaar had vastgezeten en zijn veroordeling in hoger beroep en cassatie in stand was gelaten, werd door de bekentenis van Wik Haalmeijer duidelijk dat het Openbaar Ministerie, de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad hadden gedwaald. Door de feiten die vervolgens aan het licht zijn gekomen, bleek dat er sprake was meer dan een justitiële dwaling.
Inhoud |
[bewerk] Het onderzoek
Het televisieprogramma Zembla gaf op 28 november 2005 een reconstructie van de gang van het onderzoek. Kort na het delict wezen verschillende verklaringen Haalmeijer aan als vermoedelijke dader. Een van de tipgevers was een toenmalige agente van het betreffende regiokorps Rotterdam-Rijnmond. Met deze aanwijzingen is niets gebeurd. In juli 2000 werd Maikel, zelf slachtoffer en toen 11 jaar, als verdachte gezien. Hij en zijn ouders werden door het rechercheteam geïntimideerd. Minister Donner heeft daar in september 2005 excuses voor aangeboden. Korpsbeheerder Opstelten heeft 4 november 2005 na onderzoek afgezien van strafmaatregelen tegen de betrokken rechercheurs. Ook het OM in Rotterdam zag op 3 januari 2006 af van vervolging. De benadering van Maikel als verdachte leidde tot niets en het rechercheteam richtte zich vervolgens op getuige Cees Borsboom die kort na het misdrijf bij de plaats van het delict was en de politie gebeld had. Onder langdurige en zware druk van de ondervragende rechercheurs bekende hij feiten waar hij niets van af wist en bekende daarbij details die de rechercheurs hem in de mond gelegd hadden en die in strijd met bekende feiten waren: zo zou hij Maikel en Nienke in de bosjes hebben aangetroffen (verklaring Maikel: dader sleepte ons de bosjes in; deze verklaring hield hij vol na nader verhoor door de rechercheurs die zijn verklaring aangepast wilden zien aan het verzonnen verhaal van Cees), zou hij eerst Nienke hebben gedood en daarna Maikel hebben mishandeld (verklaring Maikel: volgorde andersom) en zou hij Nienke met een wit T-shirt hebben gedood (was de schoenveter van Maikel). Mede op basis van deze onjuiste getuigenverklaring hebben het rechercheteam en officier van justitie Edelhauser Borsboom vervolgd.
Borsboom leek in het geheel niet op het signalement dat Maikel gaf. Maikel heeft kort na het misdrijf zijn hulp ingeroepen. Bosboom belde het alarmnummer. Hij kwam van zijn werk door het Beatrixpark fietsen. De tijdlijn van Borsbooms controleerbare bezigheden stemde niet overeen met de tijdlijn van het delict. Er ontbraken technische sporen van Borsboom op het lichaam van de slachtoffers (Rapport Posthumus 5.5.2). De Rotterdamse rechtbank en in hoger beroep het gerechtshof in Den Haag veroordeelden hem tot 18 jaar gevangenisstraf en TBS.
[bewerk] Bekentenis van Wik Haalmeijer
Op 6 augustus 2004 bekende Wik Haalmeijer, een verdachte van een zedenmisdrijf in Maassluis, spontaan de moord op Nienke. Hij verklaarde haar met een schoenveter te hebben gewurgd en door haar in zijn hand te zijn gekrabd. Zijn signalement voldeed aan de beschrijving die getuigen hadden gegeven. Het DNA-profiel van het spoor onder de nagel van het slachtoffer en op de schoenveter kwamen overeen met het DNA-profiel van Wik.
[bewerk] Onthulling achteraf
Op 5 september 2005 maakte het televisieprogramma Netwerk bekend dat het Nederlands Forensisch Instituut tijdens het onderzoek bewijsmateriaal had aangetroffen dat de voor het misdrijf veroordeelde man vrijpleitte. Het programma Netwerk suggereerde dat het Openbaar Ministerie opzettelijk had nagelaten ontlastend bewijsmateriaal aan het gerechtshof voor te leggen. Minister van Justitie Donner kwam hierdoor in politieke moeilijkheden. Donners eerste reactie was om de media de schuld te geven, door te zeggen dat het OM door de negatieve berichtgeving onder druk kwam te staan. Dit maakte veel reacties los in de trant van dat niet de boodschapper, maar de boodschap Donners probleem was. Ook het OM was op de hoogte van het ontlastende bewijsmateriaal, zowel tijdens de eerste zitting als bij het hoger beroep, waarin de veroordeling werd bevestigd. Het ging om DNA-materiaal dat op het lichaam van Nienke en het moordwapen was aangetroffen. Dit profiel wees op een onbekende man en was zeker niet van Cees Borsboom. Het NFI heeft tussen 2000 en 2005 lezingen gegeven aan meer dan honderd medewerkers van het Ministerie van Justitie, waarbij werd verteld dat de als dader aangemerkte man ten onrechte vastzat. Hierop werd geen actie ondernomen.
Bij nadere bestudering van het Rapport-Posthumus, blijkt dat ook Maikel, het vriendje van Nienke, enige tijd door de recherche als verdachte is gezien. Dit toentertijd elfjarige jongetje werd op harde wijze door de politie verhoord en hierbij zijn interne richtlijnen van de politie overschreden. Hiernaast heeft de begeleider van Maikel, Ruud Bullens, bijzonder hoogleraar forensische kinderpsychologie, vertrouwelijke gesprekken met Maikel opgenomen en doorgegeven aan de politie. Hiermee schond hij zijn beroepsgeheim.
Haalmeijer, wiens uiterlijk overeenkwam met het door Maikel gegeven signalement en van wie het DNA-profiel overeenkwam met de vijf DNA-sporen op het lichaam van het slachtoffer en de schoenveter die als moordwapen diende, heeft tussen 2000 en 2004 meerdere zedenmisdrijven gepleegd.
Volgens actualiteitenprogramma Netwerk (aflevering van 31 oktober 2005 probeerde officier van justitie mevrouw Stuyt de gedetailleerde bekentenis van Haalmeijer in de doofpot te houden, door bij advocaat Jongsma van Haalmeijer erop aan te dringen om zijn bekentenis niet naar buiten te brengen. Haalmeijer had verklaard dat hij in het Beatrixpark een meisje had gewurgd en dat deze hem in zijn hand had gekrabd. Het DNA onder de vingernagel van het slachtoffer kwam overeen met het profiel van Haalmeijer. Het spoor onder de vingernagel was al onderzocht, maar terzijde gelegd omdat het niet overeen kwam met verdachte Cees Borsboom. Pas nadat ruim een maand later de Telegraaf met dit nieuws kwam, onderzocht het OM de verklaring van Haalmeijer. Het hoofd van Openbaar Ministerie, H. Brouwer, erkent overigens dat er door het OM fouten zijn gemaakt, maar blijft ontkennen dat er in de rechtszaak tegen de verdachte en in hoger beroep cruciaal bewijsmateriaal is achtergehouden.
Deze zaak vertoont op enkele punten gelijkenissen met de Puttense moordzaak. Een groot deel van de Tweede Kamer vermoedt dat er in Nederland veel meer zaken zoals deze zijn, waarin echter de waarheid niet aan het licht komt bij gebrek aan een onverwachte bekentenis zoals in deze zaak. Om aan deze twijfel tegemoet te komen is een commissie ingesteld die zelf zaken kan gaan onderzoeken.
[bewerk] Minister Donner
Naar aanleiding van de onthulling bij Netwerk werd het rapport Posthumus eerder gepubliceerd en vond er op 15 september een spoeddebat plaats tussen minister Donner en de Tweede Kamer. De minister bleef daarin ontkennen dat het Openbaar Ministerie ontlastend bewijsmateriaal achter heeft gehouden. De fracties van GroenLinks en de SP dienden een motie van wantrouwen in. Deze motie werd gesteund door de groep Wilders en de groep Nawijn, maar haalde geen meerderheid, zodat de minister kon aanblijven.
[bewerk] Maikel W.
Maikel was hard verhoord door de politie, waardoor hij een trauma heeft opgelopen. Omdat hij nog geen twaalf was kon hij niet strafrechtelijk worden vervolgd. Door de leiding van het RAG-park team werd later opgemerkt dat als Maikel twaalf was geweest hij waarschijnlijk ook, net als Cees Borsboom, in verzekering zou zijn gesteld. De familie van Maikel diende eind 2005 een schadeclaim in. Werner Trooster, de advocaat van de ouders van Maikel, berichtte op 24 februari 2006 dat er op hoofdpunten overeenstemming was tussen justitie en de familie. Omdat Maikel tijdens de verhoren soms niet werd geloofd en er ongeoorloofde druk op hem werd uitgeoefend, kreeg hij begin 2006 een schadevergoeding. De overeenkomst werd op 14 maart 2006 bevestigd; de hoogte van het bedrag werd niet bekend gemaakt.
[bewerk] Cees Borsboom
Op 10 december 2004 is de uitvoering van de gevangenisstraf van Cees Borsboom geschorst. Er is opnieuw een herzieningsverzoek ingediend bij de Hoge Raad, die dit op 25 januari 2005 heeft toegewezen. Op 4 mei 2006 heeft het gerechtshof te Amsterdam het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in deze herzieningszaak. Op 17 mei maakten Spong en Taekema bekend hiertegen in cassatie te gaan. Zij zijn van oordeel dat de waarheidsvinding in de strafzaak tegen hun client onnodig geschaad wordt door de niet-onvankelijkheidsverklaring.
De advocaten van Cees Borsboom, Spong en Taekema, hebben aangifte gedaan tegen officier van justitie Edelhauser en advocaat-generaal Renckens wegens het achterhouden van ontlastend bewijsmateriaal respectievelijk in eerste instantie en in hoger beroep. De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2005 het parket in Utrecht opgedragen deze aangiftes te behandelen. Het arrondissement Utrecht valt onder het ressort Amsterdam en de verdachte ambtenaren werken in het ressort Den Haag. Op 13 december 2006 maakte het OM te Utrecht bekend dat het Edelhauser en Renckens niet vervolgt. Volgens dit OM hebben zij geen strafbaar feit gepleegd.
Op 28 november 2005 maakte Spong bekend dat de Staat aan Borsboom € 600.850,- schadevergoeding toekent. Dit bedrag bestaat uit € 100.000,- vergoeding voor materiële schade, € 500.000,- voor immateriële schade en € 850,- reiskosten voor zijn ouders.
[bewerk] Wik Haalmeijer
Terwijl de veroordeling van Cees Borsboom nog in stand was werd Wik Haalmeijer reeds vervolgd. De rechtbank veroordeelde hem in eerste instantie tot twintig jaar en TBS. Het gerechtshof verminderde de straf op 22 november 2005 tot 18 jaar en TBS na een eis van levenslang en TBS. Het OM zag af van cassatie.
[bewerk] Gerechtelijke uitspraken
- Zaak LJN: AB1823, 29 mei 2001, Rechtbank Rotterdam, Veroordeling Cees B. in eerste aanleg
- Zaak LJN: AE0013, 8 maart 2002, Gerechtshof 's-Gravenhage, Veroordeling Cees B. in hoger beroep
- Zaak LJN: AT4777, 27 april 2005, Rechtbank Rotterdam, Veroordeling Wik Haalmeijer in eerste aanleg
- Zaak LJN: AU6566, 22 november 2005, Gerechtshof 's-Gravenhage, Veroordeling Wik Haalmeijer in hoger beroep