Anhalt-Bernburg
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
Kaart | |
Hoofdstad | Bernburg |
Regeringsvorm | Monarchie |
Staatshoofd | Vorst/hertog |
Dynastie | Ascaniërs |
Bestaan | 1252-1468/1603-1863 |
Ontstaan uit | Anhalt |
Opgegaan in | Anhalt-Zerbst/Anhalt |
Oppervlakte | |
Inwoners | |
Taal | Duits |
Religie | Protestants |
Munteenheid | |
Leus | {{{leus}}} |
Anhalt-Bernburg was een vorstendom en later hertogdom in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt dat bestond van 1252 tot 1468 en van 1603 tot 1863.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] De oude Bernburgse linie (1252-1468)
Anhalt-Bernburg ontstond in 1252 bij de verdeling van Anhalt onder de zoons van Hendrik I (1212-1252), waarbij Bernhard I (1252-1287) Bernburg en Ballenstedt ontving. Toen de gelijktijdig ontstane linie Anhalt-Aschersleben in 1315 uitstierf, kwam dit land toe aan Bernhards zoon Bernhard II (1286-1318). Omdat ook zijn broer Albrecht, bisschop van Halberstadt, hier aanspraak op maakte, kwam het tot een vete die decennia duurde en het bisdom de facto Bernburgs bezit maakte. Met Bernhard VI (1420-1468), die in 1439 nog vergeefs had geprobeerd Aschersleben te heroveren, stierf de oude Bernburgse linie in 1468 uit.
[bewerk] Onder andere staten
Na Bernhards dood verviel het vorstendom aan Anhalt-Zerbst en in 1498 aan Anhalt-Köthen. Omdat vorst Wolfgang (1500-1562) door het invoeren van de Reformatie de toorn van de keizer had gewekt, werden Bernburg en Köthen na de Slag bij Mühlberg in 1547 bezet, maar later teruggekocht. Na zijn kinderloze dood kwamen Bernburg en Köthen toe aan Bernhard VII (1565-1570) en Joachim II Ernst (1561-1586), die nu geheel Anhalt regeerden.
[bewerk] De jonge Bernburgse linie (1603-1863)
De zoons van Joachim Ernst, die sinds zijn dood gemeenschappelijk regeerden, deelden Anhalt op 17 juni 1603 opnieuw op. Christiaan I (1603-1630) ontving hierbij Anhalt-Bernburg. Hij werd opgevolgd door zijn zoons Christiaan II (1630-1656) en Frederik (1635-1670). Deze laatste splitste in 1635 Anhalt-Harzgerode af, maar die tak stierf reeds met zijn zoon Willem (1670-1609) uit en kwam weer bij Bernburg.
Christiaans opvolger Victor Amadeus (1656-1718) voerde in 1677 de primogenituur in, maar na zijn dood ontstond er tussen zijn zoons Karel Frederik en Lebrecht een geschil over Harzgerode. Na bemiddeling door Oostenrijk kreeg Karel Frederik als oudste zoon Harzgerode toegewezen en Lebrecht als schadeloosstelling een som van 18.000 taler, Hoym en enige andere gebieden als vorstendom Anhalt-Bernburg-Hoym (later Anhalt-Bernburg-Schaumburg-Hoym), dat onder de soevereiniteit van Anhalt-Bernburg viel.
De vorsten Victor Frederik (1721-1765) en Frederik Albrecht (1765-1796) lieten zich veel aan het welzijn van hun land gelegen liggen. Onder Alexius Frederik Christiaan (1796-1834) werd Anhalt-Bernburg uitgebreid met een derde deel van Anhalt-Zerbst. Hij nam in 1806 de titel van hertog aan trad in 1807 toe tot de Rijnbond. In 1812 stierf de linie Anhalt-Bernburg-Schaumburg-Hoym uit en kwamen de Anhaltse bezittingen daarvan weer aan Anhalt-Bernburg. Het hertogdom trad in 1815 toe tot de Duitse Bond.
De geheime raad die met de geesteszieke hertog Alexander Karel (1834-1863) regeerde, achtte het in het revolutiejaar 1848 verstandig om tegemoet aan de liberale eisen van het volk. De hertog weigerde echter de nieuwe liberale grondwet in werking te doen treden. De landdag werd heengezonden en een nieuwe grondwet geïntroduceerd. Toen uitslag van de verkiezingen voor een nieuwe landdag de regering niet bevielen, werd deze ongeldig verklaard. Hierop kwam het in Bernburg tot onlusten. Ook in de jaren die volgden waren er meermaals conflicten met de landdag.
Na Alexander Karels kinderloze dood in 1863 viel Anhalt-Bernburg krachtens de erfovereenkomst van 1665 toe aan Anhalt-Dessau-Köthen, dat van toen af aan Anhalt heette.