Anhalt-Dessau
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Dessau |
Regeringsvorm | Monarchie |
Staatshoofd | Vorst/hertog |
Dynastie | Ascaniërs |
Bestaan | 1396-1863 |
Ontstaan uit | Anhalt-Zerbst |
Opgegaan in | Anhalt-Dessau-Köthen |
Oppervlakte | |
Inwoners | 57.629 (1830) 61.793 (1840) 63.700 (1849) |
Taal | Duits |
Religie | Protestants |
Munteenheid | |
Leus | {{{leus}}} |
Anhalt-Dessau was een vorstendom en later hertogdom in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt dat bestond van 1396 tot 1863.
[bewerk] Geschiedenis
Dessau werd bij de verdeling van Anhalt onder de zoons van Hendrik I (1212-1252) samen met Koswig, Roßlau en een deel van Köthen als deel van Anhalt-Zerbst toegewezen aan Siegfried I (1252-1298). Na de dood van Waldemar III (1382-1392) deelden zijn broers Albrecht III (1396-1423) en Sigismund I (1396-1405) het land wederom, waarbij Dessau en Köthen aan Sigismund toekwamen.
Na een hernieuwde deling onder de zoons van Sigismunds zoon George I (1405-1474) kwam Anhalt-Dessau in handen van Ernst I (1474-1516). Deze zette zich in voor de cultuur van zijn land en voor de stad Dessau en werd in 1516 opgevolgd door zijn drie zoons Johan II, George III en Joachim I (1516-1561). Zij verwierven na het uitsterven van de linie Anhalt-Zerbst de helft van dit vorstendom en de stad Zerbst, voerden in hun gebied de Reformatie in en traden toe tot het Schmalkaldisch Verbond (1536).
Zij verdeelden hun land in 1546 onderling, waarbij Joachim I Dessau, Raguhn, Lippehne, Jeßnitz en Wörlitz ontving. Na zijn kinderloze dood in 1561 viel zijn land toe aan de zoons van Johan IV, Bernhard VII (1565-1570) en Joachim II Ernst (1561-1586), die sinds 1562 geheel Anhalt regeerden.
De zoons van Joachim Ernst, die sinds zijn dood gemeenschappelijk regeerden, deelden Anhalt op 17 juni 1603 opnieuw op. Johan George I ontving hierbij Anhalt-Dessau. Onder zijn zoons Johan Casimir (1618-1660) en George Aribert werd Anhalt-Dessau in 1632 opnieuw opgedeeld, maar na de dood van laatstgenoemde in 1632 weer verenigd.
Johan Casimirs kleinzoon Leopold I (1693-1747; der alte Dessauer) was een beroemd veldheer, evenals diens jongste zoon Maurits. Ook Leopolds opvolger Leopold II Maximiliaan (1747-1751) en diens opvolger Leopold III Frederik Frans (1751-1817) waren militairen. De laatstgenoemde, liefkozend Vater Franz genoemd, deed veel voor het welzijn van zijn land. Onder hem kwam Anhalt-Zerbst bij Anhalt-Dessau. Hij trad in 1807 toe tot de Rijnbond, waarbij hij de titel van hertog aannam, en in 1815 tot de Duitse Bond.
Zijn kleinzoon en opvolger Leopold IV Frederik (1863-1871) deed in de Maartrevolutie van 1848 liberale concessies, die hij in het jaar daarop echter weer terugdraaide. Hij erfde in 1841 Anhalt-Köthen-Pleß en in 1847 Anhalt-Köthen. In 1853 voegde hij zijn staten samen tot Anhalt-Dessau-Köthen. Toen hij in 1863 ook Anhalt-Bernburg in handen kreeg, verenigde hij zijn landen tot Anhalt.