Hessen-Kassel
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Kassel |
Regeringsvorm | Monarchie |
Staatshoofd | Landgraaf, keurvorst |
Dynastie | Huis Brabant |
Bestaan | 1567-1866 |
Ontstaan uit | Hessen |
Opgegaan in | Hessen-Nassau (Pruisen) |
Oppervlakte | 9581 km² |
Inwoners | 745.063 (1864) |
Taal | Duits |
Religie | |
Munteenheid | |
Leus | {{{leus}}} |
Hessen-Kassel was een landgraafschap (1567-1803) en als Keur-Hessen keurvorstendom (1803-1866) in de huidige Duitse deelstaat Hessen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Hessen-Kassel ontstond in 1567 toen na de dood van Filips I de Grootmoedige het landgraafschap Hessen onder zijn vier zoons werd verdeeld. De oudste zoon, Willem IV de Wijze, ontving het grootste deel, de noordelijke helft met de oude hoofdstad Kassel. De linies Hessen-Rheinfels en Hessen-Marburg stierven reeds snel uit (1583 en 1604) en werden verdeeld onder Hessen-Kassel en Hessen-Darmstadt.
Willem IV voerde een gedegen financieel beleid en een vreedzame buitenlandse politiek. Zijn zoon Maurits de Geleerde bekeerde zich tot het calvinisme en streed aan de zijde van Zweden in de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Hij trad in 1627 af ten gunste van zijn zoon Willem V de Standvastige, onder wie Hessen-Kassel door keizerlijke troepen werd bezet. Zijn weduwe Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, die als regentes optrad namens haar minderjarige zoon Willem VI, heroverde het echter en ontving bij de Vrede van Westfalen (1648) enig extra grondgebied.
Landgraaf Willem VII stierf reeds voordat hij de meerderjarige leeftijd had bereikt en werd in 1670 opgevolgd door zijn broer Karel. Om zijn kas te spekken begon hij zijn legers te verhuren aan andere naties, zodat Hessische soldaten in de meeste oorlogen van die tijd meevochten. Zijn zoon Frederik I - door zijn huwelijk ook koning van Zweden - werd in 1751 opgevolgd door zijn broer Willem VIII, die aan Britse zijde in de Zevenjarige Oorlog streed. Frederik II zette de praktijk van het verhuren van soldaten voort door zijn zwager George III van troepen te voorzien in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Landgraaf Willem IX verkreeg door de Reichsdeputationshauptschluss (1803) de keurvorstelijke waardigheid en nam daarbij de naam Willem I aan. Hij voerde een neutrale politiek ten opzichte van Napoleon, maar deze bezette Hessen-Kassel in 1806 desalniettemin en voegde het in 1807 bij het Koninkrijk Westfalen, waar hij zijn broer Jérôme Bonaparte op de troon installeerde.
Jérôme vluchtte na de Volkerenslag bij Leipzig in 1813, waarop Willem met enthousiasme door het volk werd onthaald. Hij herwon door een verdrag met keizer Frans zijn soevereiniteit op voorwaarde dat hij de pre-napoleontische constitutie zou herstellen. Omdat het Congres van Wenen in 1815 weigerde hem als Koning der Chatten te erkennen, bleef hij de na de val van het Heilige Roomse Rijk betekenisloos geworden titel van keurvorst voeren, nu echter wel met het predicaat Koninklijke Hoogheid.
Willem I trad in 1815 toe tot de Duitse Bond en werd in 1821 opgevolgd door zijn zoon Willem II. Deze regeerde evenals zijn vader op reactionaire wijze en zag zich na de Franse Julirevolutie in 1831 door een revolutionaire beweging gedwongen zijn zoon Frederik Willem I als regent aan te stellen. Frederik Willem, die in 1847 de troon besteeg, regeerde aanvankelijk op liberale wijze en ging akkoord met de in de Maartrevolutie (1848) geëiste liberale hervormingen. In 1850 sloeg hij echter een meer reactionaire richting in. Hessen-Kassel streed aan Oostenrijkse zijde in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866, maar werd door Pruisen onder de voet gelopen. De staat werd geannexeerd en in 1867 samen met het Hertogdom Nassau en Frankfurt am Main verenigd tot de provincie Hessen-Nassau.
De naam Keur-Hessen werd in 1944 korte tijd nieuw leven ingeblazen. Deze deelstaat, die het territorium van het oude Hessen-Kassel met uitzondering van de districten Heerlijkheid Schmalkalden, Schlüchtern en Gelnhausen omvatte, ging echter reeds in 1945 op in Groot-Hessen, dat in 1946 de naam Hessen kreeg.
[bewerk] Landgraven en keurvorsten
[bewerk] Landgraven
- 1568-1592: Willem IV de Wijze
- 1592-1627: Maurits de Geleerde
- 1627-1637: Willem V de Standvastige
- 1637-1663: Willem VI
- 1663-1670: Willem VII
- 1670-1730: Karel
- 1730-1751: Frederik I (sinds 1720 koning van Zweden)
- 1751-1760: Willem VIII
- 1760-1785: Frederik II
- 1785-1803: Willem IX