Saksen-Hildburghausen
Van Wikipedia
Vlag | Wapen |
---|---|
![]() |
![]() |
Kaart | |
Hoofdstad | Hildburghausen |
Regeringsvorm | Monarchie |
Staatshoofd | Hertog |
Dynastie | Wettin |
Bestaan | 1680-1826 |
Ontstaan uit | Saksen-Gotha |
Opgegaan in | Saksen-Meiningen, Saksen-Coburg en Gotha |
Oppervlakte | |
Inwoners | 29.706 (schatting 1816) |
Taal | Duits |
Religie | |
Munteenheid | |
Leus | {{{leus}}} |
Saksen-Hildburghausen was een van de zogenaamde Ernestijnse hertogdommen in de huidige Duitse deelstaat Thüringen.
[bewerk] Geschiedenis
De staat ontstond in 1680 toen het hertogdom Saksen-Gotha, dat de zoons van hertog Ernst I de Vrome sinds diens dood in 1675 gezamenlijk regeerden, werd opgedeeld. Ernsts zoon Ernst II ontving hierbij Hildburghausen, Heldburg, Eisfeld, Veilsdorf en de helft van Schalkau.
Ernst II verkreeg pas in 1702 van zijn broer Frederik I, hertog van Saksen-Gotha-Altenburg, volledige soevereiniteit toegewezen. Hierbij werd ook de primogenituur ingevoerd, waardoor het hertogdom niet verder kon worden opgedeeld.
Saksen-Hildburghausen werd in 1683 uitgebreid met Königsberg en in 1705 met Sonnefeld. Na de Saksen-Römhildse erfeniskwestie kwamen ook delen van deze staat aan het hertogdom.
Hildburghausen werd in 1684 tot residentiestad verheven en dienovereenkomstig bebouwd. De geldverslindende levensstijl en bouwwerken van de hertogen waren echter funest voor de financiën van het land. Onder hertog Ernst Frederik III Karel namen de schulden dermate vormen aan, dat de staat in 1769 onder keizerlijke curatele werd gesteld. De regent Jozef Frederik en hertog Frederik wisten de schulden aanzienlijk te verlagen.
Saksen-Hildburghausen trad in 1806 toe tot de Rijnbond en in 1815 tot de Duitse Bond. Na het uitsterven van de linie Saksen-Gotha-Altenburg in 1826 wees de Saksische koning Frederik August I Saksen-Hildburghausen grotendeels toe aan Saksen-Meiningen, terwijl Königsberg en Sonnefeld aan Saksen-Coburg en Gotha kwamen. Frederik ontving in ruil hiervoor Saksen-Altenburg (zonder Camburg en enige dorpen) als zelfstandig hertogdom.
[bewerk] Hertogen
- 1680-1715: Ernst II
- 1715-1724: Ernst Frederik I
- 1724-1745: Ernst Frederik II
- 1745-1780: Ernst Frederik III Karel
- 1780-1826: Frederik