Benito Mussolini
Van Wikipedia
Benito Amilcare Andrea Mussolini (Dovia di Predappio bij Forlì in de Emilia-Romagna, 29 juli 1883 - Giulino di Mezzegra bij Dongo aan het Comomeer, 28 april 1945) was een Italiaans fascistisch dictator van 1922 tot 1943. Hij creëerde een antidemocratisch, fascistisch regime, gebruikmakend van propaganda. Door volledige controle over de media nam hij de bestaande democratische regering over.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd en jonge jaren
Benito Mussolini werd geboren in Predappio als zoon van een gelovige katholieke onderwijzeres en een ongelovige socialistische-revolutionaire smid. Zijn anti-monarchistische vader noemde hem naar Benito Juárez, een Mexicaans staatsman die keizer Maximiliaan had laten fusilleren. Mussolini was een zeer lastig kind: vechtpartijen met andere jongens en zelfs messentrekkerij dreigden een vroegtijdig einde aan zijn schoolcarrière te maken.
Mussolini studeerde voor onderwijzer, maar stond slechts korte tijd voor de klas. Het revolutionair socialisme trok hem meer aan en hij sloot zich aan bij de Socialistische Partij van Italië (PSI). De PSI was over het algemeen een revisionistische partij, maar bezat wel een sterke, linkse en marxistische vleugel. Mussolini sloot zich aan bij de marxistische vleugel en keerde zich sterk tegen het revisionisme. Om zijn dienstplicht te ontvluchten ging hij tijdelijk naar Zwitserland (1902-1904). Hier kwam hij in contact met vooraanstaande marxisten.
Ondanks zijn antimilitarisme vervulde hij na zijn terugkeer in Italië toch zijn dienstplicht (1906). In 1909 werd Mussolini secretaris van de vakbond van Trentino (Zuid-Tirol). Hij schreef tal van socialistische brochures met een sterk antimilitaristisch en antiklerikaal karakter.
Hij bestreed fel de Italiaanse oorlog tegen Turkije voor het verkrijgen van Libië (toen een deel van het Ottomaanse Rijk). In 1912 werden de revisionisten uit de partij gestoten en werd Mussolini hoofdredacteur van de Avanti! ('Voorwaarts'), het rechtzinnige marxistische blad. Onder invloed van de oorlogstemming die het Italië van 1915 trof, werd Mussolini een nationalist, maar bleef ook socialist. In de oorlog zag hij het doel om een socialistische revolutie te ontketenen. Hierdoor moest hij de Avanti! verlaten en stichtte hij Il Popolo d'Italia, dat later ook het leidinggevende fascistische blad zou worden. Nadat Italië deel ging nemen aan de Eerste Wereldoorlog nam Mussolini als vrijwilliger deel aan de oorlog. Hij werd gestationeerd aan het front met Oostenrijk-Hongarije. Hij schopte het tot korporaal. Op 23 februari 1917 raakte hij dusdanig gewond, dat hij moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Hij kon daarna niet meer deel nemen aan de strijd. Nadat hij weer was opgeknapt greep hij echter naar zijn voornaamste wapen, de pen. In Il Popolo d'Italia schreef hij positief over de Russische Revolutie en de Russische socialistenleider Alexander Kerenski. Steeds meer begon Mussolini te verlangen naar de revolutie. Hij keerde zich echter wel af van een marxistische revolutie en hij streefde naar een niet-marxistische, socialistische en nationalistische revolutie.
[bewerk] Stichter van het Italiaanse fascisme
Na de Eerste Wereldoorlog was de Italiaanse bevolking onrustig geworden: de socialisten streefden naar een revolutie, de reformistisch-socialisten naar een verdere uitbreiding van de democratie, de middenklasse naar een herstel van de orde en garanties voor het veilig stellen van hun bezittingen en de nationalisten streefden naar meer annexaties van Joegoslavisch en Oostenrijks grondgebied. Naast deze stromingen ontstond er een nieuwe stroming, die van het fascisme. Op 23 maart 1919 stichtte Mussolini in Milaan de Fasci di combattimento, de fascistische knokploegen. Deze knokploegen bestonden voor een groot deel uit oudfrontstrijders, de arditi - elitetroepen - , nationalisten, republikeinen en gedesillusioneerde socialisten. Mussolini werd door deze verschillende ideologische groepen gezien als de leider van de Fasci di combattimento. Spoedig groeide de beweging. De leden, de fascisten, droegen zwarte hemden, veelal wapens en zwarte mutsen. Van een sterk leiderschap was geen sprake. Die was juist gedecentraliseerd en iedere stad of streek had haar eigen fascistenbaas (ras). De fascisten knokten met hun vijanden, de socialisten, de communisten en de leden van de katholieke volkspartij.
Mussolini streefde inmiddels naar een sterk leiderschap en rond 1921 werd de fascistische beweging omgezet in een politieke partij: de Nationaal-Fascistische Partij (PNF). Mussolini werd haar hoogste leider, Duce (van het Latijnse Dux = leider). Tegelijkertijd met de oprichting van de PNF werd er een partijprogramma aangenomen. Het republicanisme, socialisme en antiklerikalisme werden afgezworen, maar bleven op de achtergrond, zeker ook bij Mussolini, een rol spelen. Maar hij gaf ook toe dat fascisme principeloos was en diende om de macht te veroveren.
[bewerk] Minister-president
In 1921 werd er een aantal fascisten in het Italiaanse huis van afgevaardigden gekozen, maar lang niet genoeg om te kunnen regeren. Als parlementslid keerde Mussolini zich vooral tegen de democratie.
Eind oktober 1922 voelde Mussolini zich sterk genoeg om een revolutie te ontketenen. De onderling verdeelde regering raakte in paniek en trad af. Koning Vittorio Emanuele III (Victor Emanuel III van Italië) die eerst met succes de staat van beleg afkondigde, bedacht zich en benoemde Mussolini tot premier. (Na de tweede wereldoorlog verloor de koninklijke familie vanwege haar steun aan het fascisme haar rechten: Italië werd een republiek.) Voor de show trokken fascistische colonnes toch nog naar de hoofdstad Rome. Mussolini, een verheerlijker van bruut geweld, wilde niet weten dat hij zijn premierschap aangeboden had gekregen in plaats van veroverd door een staatsgreep. Maar deze zgn. 'Mars naar Rome' was zeer slecht georganiseerd. Er was onvoldoende voedsel en al snel bleven de colonnes steken. Toch werd de Mars een propagandasucces voor Mussolini. Hij werd premier van een coalitiekabinet van fascisten, katholieken, liberalen en socialisten. Mussolini keerde zich echter spoedig tegen zijn coalitiegenoten en gooide ze één voor één uit de coalitie: de socialisten werden als eersten weggewerkt en moesten ondergronds gaan opereren, de liberalen werden uit de regering gezet, maar mochten hun zetels in het parlement behouden, mits zij de fascistische politiek zouden steunen. De katholieke partij werd het werken onmogelijk gemaakt. Een deel van haar leiders week uit naar het buitenland. De rest van de partij opereerde sindsdien eveneens ondergronds.
Sinds 1924 regeerde Mussolini met volmachten en liet zich verheerlijken als il Duce die altijd gelijk had enz.. De eerste ernstige crisis die het regime kreeg te verwerken was de moord op de reformistisch-socialistische leider Giacomo Matteotti. Eind juni raakte Matteotti vermist, en de publieke opinie verdacht terecht de fascisten ervan Matteotti te hebben vermoord. Mussolini ontkende stellig iets te maken te hebben met de verdwijning. Het lichaam werd pas geruime tijd later ontdekt even buiten Rome. Matteotti bleek te zijn doodgeslagen, naar alle waarschijnlijkheid door fascisten, vrijwel zeker met medeweten van Mussolini. Als gevolg hiervan moest Mussolini's fascistische onderminister van Binnenlandse Zaken, de welgestelde joodse financier van de partij Aldo Finzi aftreden (Mussolini bekleedde zelf het ministerschap van Binnenlandse Zaken). Tenslotte stelde Mussolini zichzelf in een rede in het parlement verantwoordelijk voor de moord. Maar uiteindelijk overleefde hij de (inter)nationale storm van protest, dankzij de greep die hij op de pers had. Na enige tijd waren de meeste mensen de zaak Matteotti alweer vergeten.
Mussolini presenteerde zich steeds meer als de autoritaire dictator. Dit kwam ook tot uiting in zijn karaktereigenschappen: bravoure, show, veel gezwaai met handen, militaristische uitspraken enz. Langzaam groeide het idee dat Mussolini Italië zou hebben gered van de Bolsjewieken (communisten).
In de stad Rome is Mussolini verantwoordelijk geweest voor het afbreken van de oude buurt bij het Colosseum en heeft hij er een grote, brede weg aan laten leggen, de Via dell'Impero, later omgedoopt tot Via dei Fori Imperiali. Dat hij de treinen zogenaamd op tijd liet rijden, is een van de vele staaltjes van zijn geslaagde propaganda: het wordt ook nu nog vaak geloofd.
Mussolini trachtte met projecten de economische malaise in het land te bestrijden. Volgens de propaganda was hij hierin succesvol. Onder zijn autoritaire bewind vonden geen gewelddadige stakingen of vechtpartijen plaats - behalve door fascistische bendes zelf -, zodat de economie weer enigszins kon draaien. Vele projecten dienden vooral zijn prestige. Bijvoorbeeld de strijd om het graan: Italië moest wat de graanproductie betreft onafhankelijk worden van het buitenland, terwijl import goedkoper was. Er was meer kunstmest uit het buitenland nodig, kleine boeren dolven het onderspit, rendabeler landproducten werden minder geteeld. Dat veel van zijn maatregelen niet werden uitgevoerd (het ging Mussolini vooral om de afkondiging met veel bombarie) voorkwam vaak grotere schade. Hij voerde eerst een privatiseringsbeleid, dat hij zoals zoveel maatregelen later gedeeltelijk terugdraaide. Eerst bestreed hij verstedelijking, later bevorderde hij die weer enzovoorts. De steun van de bevolking bleek niet groot.
[bewerk] Een Nieuw Romeins Rijk
In 1929 sloot Mussolini een concordaat met het Vaticaan. Op die manier slaagde Mussolini er in, wat geen enkele Italiaanse staatsman voor hem voor elkaar kreeg, om het geschil met het Vaticaan op te lossen dat was ontstaan na de Italiaanse eenwording. Mussolini erkende het Vaticaan als soeverein land en beloofde dat het katholieke onderwijs en de jeugdbeweging zou blijven bestaan, mits de katholieken mee zouden werken aan zijn regime.
De antiklerikale Mussolini, sinds 1927 gedoopt, hield zich niet aan het concordaat. Vanaf 1929 werden de katholieke jeugdbewegingen ontbonden en werd alleen de fascistische jeugdbeweging nog toegestaan. Het racisme, dat eind jaren dertig zijn intrede deed in het fascisme, betekende een einde tussen de goede relaties met het Vaticaan.
In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Aanvankelijk lagen de twee elkaar niet. Toen nazi's in Oostenrijk tevergeefs een coup pleegden tegen de persoonlijke vriend van Mussolini, bondskanselier Engelbert Dollfuss - die daarbij overigens wel om het leven kwam - mobiliseerde Italië tegen Duitsland. Hitler, toen nog niet bij machte om een oorlog te beginnen, trok zijn plannen met Oostenrijk tijdelijk in.
Maar net als Hitler, streefde Mussolini een lebensraum na. Aanvankelijk was Mussolini tevreden met wat hij had: een Italië dat naar buiten toe als een sterk en belangrijk land overkwam. Maar het was frustrerend voor hem dat Italië vergeleken met de andere belangrijke landen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, maar weinig kolonien had, "slechts een verzameling woestijnen".
Mussolini droomde van het herstel van het Romeinse Rijk en hij beschouwde het Middellandse Zee gebied als Italiaanse invloedsfeer omdat het Romeinse Rijk dit ook als centrale gebied had (Mare Nostrum 'onze zee' noemden de Romeinen de Middellandse Zee). Hetzelfde gold voor Ethiopië. Ethiopië, naast Liberia het enige land in Afrika dat nog geen kolonie was, had de Italiaanse legers in 1896 verslagen toen zij een poging deden het land te onderwerpen. Deze nederlaag moest volgens Mussolini gewroken worden. In 1936 viel het Italiaanse leger het zwakke Ethiopië aan. De Italianen, die wapens gebruikten die verboden waren door de Geneefse Conventie - zoals gifgas - behaalden spoedig de overwinning en Ethiopië werd een Italiaanse kolonie met koning Victor Emmanuel III als keizer.
Vanaf eind 1936 mengde Mussolini zich in de Spaanse Burgeroorlog en begon de falangisten en de nationalisten van Francisco Franco (militair) te steunen. In september 1937 bezocht Mussolini Hitler in Duitsland. Hij was zeer onder de indruk en thuisgekomen voerde hij prompt antisemitische wetten in. Deze wetten werden tegelijkertijd ingevoerd met de 'campagne tegen de burgerlijkheid.' Er vond echter geen Jodenvervolging plaats in Italië, en Mussolini heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog zelfs pogingen gedaan te voorkomen dat de Duitsers joden uit door Italië bezette gebieden zouden deporteren. Pas na 1943, toen Mussolini aan het hoofd stond van een marionettenregering, werden vanuit Italië joden naar concentratiekampen afgevoerd. Vanaf 1938 waren gemengde huwelijken tussen joden en niet-joden verboden, nadat al eerder, na de verovering van Ethiopië huwelijken tussen Ethiopiërs (negers) en Italianen waren verboden.
In 1939 annexeerde Italië Albanië. Albanië, dat niet eens een leger had, maar slechts een gendarmerie, werd na drie dagen verslagen en koning Zog I van Albanië en diens vrouw koningin Geraldine Apponyi weken uit naar Engeland. Italië sloot zich aan bij Duitsland en de zgn. As Berlijn-Rome was geboren. Mussolini ging er van uit dat het nog wel een paar jaar zou duren voor een grote oorlog zou uitbreken. Volgens de planning zou het Italiaanse leger pas in 1943 gereed zijn voor de strijd. In 1939 viel Duitsland echter Polen binnen, waarna Engeland en Frankrijk Duitsland de oorlog verklaarden. Mussolini twijfelde lang of hij zich ook in de oorlog moest mengen. Hij wilde niet als lafaard en breker van de as-coalitie gezien worden, dus uiteindelijk verklaarde hij op 10 juni 1940 de oorlog. Het reeds door de Duitsers half verslagen Franse leger, wist zich echter te handhaven tegen de zwakke Italiaanse troepen (!) en pas na de Franse wapenstilstand kon Italië een klein stukje van Frankrijk annexeren. Later dat jaar viel Italië Griekenland aan. Mussolini wilde hiermee Hitler enigszins de wind uit de zeilen nemen, en voorkomen dat de Tweede Wereldoorlog een puur Duitse oorlog zou worden. De Grieken wisten de Italiaanse aanvallen echter af te slaan en konden zelfs stukken Albanees grondgebied op de Italianen veroveren. Pas toen de Duitsers in 1941 te hulp schoten capituleerden de Grieken. Eind 1940 begonnen de Italianen ook de oorlog in Noord-Afrika tegen Egypte en Brits Somaliland, hoewel de militaire leiders protesteerde en Mussolini met afzetting moest dreigen voor ze gehoorzaamden.
De Tweede Wereldoorlog verliep dramatisch voor de Italianen. De Italiaanse opmars in Afrika richting Egypte, werd door de Engelsen tot staan gebracht. Pas toen de Duitsers het Afrikakorps van Erwin Rommel stuurden wisten de Italianen weer terrein te maken. Door al deze zwakke prestaties van het Italiaanse leger toonde dit zich niet echt als het evenbeeld van de eertijds zegevierende Romeinse legioenen en leed Mussolini daarentegen ernstig gezichtsverlies bij zijn fascistische 'collega-dictators'. In de zomer van 1941 vielen de Duitsers de Sovjet-Unie binnen, zeer tot onvrede van Mussolini, die liever wilde dat Hitler meer aandacht aan het Middellandse Zeegebied zou schenken. Mussolini stuurde wel enkele divisies naar Rusland.
[bewerk] Afgezet
Inmiddels hadden de Engelsen de Italianen uit Ethiopië verdreven, en Haile Selassie werd terug op de troon gezet. Ook in Noord-Afrika werden de as-troepen langzaam maar zeker teruggedreven. Op 13 mei 1943 capituleerden de Duitse en Italiaanse troepen in Afrika, waardoor de weg naar Italië voor de geallieerden open lag. Op 10 juni landden Britse en Amerikaanse troepen op Sicilië.
Mussolini was door alle tegenslagen steeds apathischer geworden, terwijl ook zijn gezondheid steeds verder achteruit ging. Iedere bijeenkomst met Hitler werd een frustratie daar deze hem al vruchtentaart etend de les las over de militaire teleurstellingen. Mussolini gaf de Italianen de schuld van de mislukkingen. Hij wilde zelfs de Apennijnen herbebossen "zodat het klimaat kouder wordt met meer sneeuw (...) zodat dit middelmatige volk gehard wordt." Met andere woorden: de oorlog werd niet verloren door zijn eigen ijdelheid of militaire fouten, maar omdat de Italiaanse soldaten nietsnutten zouden zijn.
Bij veel Italiaanse fascisten rezen twijfels over de capaciteiten van 'Maarschalk' Mussolini. Koning Victor Emmanuel III dacht er reeds in 1940 aan om Mussolini te vervangen. Steeds meer stemmen gingen op om Mussolini af te zetten. Het waren de graven Galeazzo Ciano en Dino Grandi (resp. schoonzoon van de Duce en de minister van Financiën), die de leiding namen over een groep fascisten die Mussolini wilden afzetten. Grandi verzocht Mussolini om de Fascistische Grote Raad bijeen te roepen, de hoogste regeringsinstantie. Mussolini, nietsvermoedend van wat er zou gaan gebeuren, riep de Raad in juli 1943 bijeen - die al sinds 1940 niet meer bijeen was gekomen. Grandi diende zijn befaamde motie in waarin hij het aftreden van Mussolini eiste. De meerderheid van de leden stemde vóór de motie en waren dus voorstanders van de afzetting. Mussolini, die de Raad slechts als een adviesorgaan zag, vond de stemming niet bindend en ging naar huis. Een dag later werd hij echter op last van de koning gearresteerd. Maarschalk Pietro Badoglio werd door de koning benoemd tot minister-president. Mussolini werd zgn. 'om veiligheidsredenen' naar een eilandje overgevlogen en later naar de Gran Sasso in de Abruzzen gebracht. Mussolini scheen te berusten in zijn lot. Toen de Italianen echter capituleerden en de regering van Italië beloofde om Mussolini uit te leveren om te worden berecht, werd hij zenuwachtig.
[bewerk] Bevrijding en dood
Op 12 september 1943 werd Mussolini plotseling bevrijd door SS-majoor Otto Skorzeny. Mussolini werd naar Duitsland overgevlogen en herenigd met zijn familie en enkele fascisten.
Hitler drong er bij Mussolini op aan om opnieuw regeringsleider te worden van Italië. Uiteindelijk stemde Mussolini hier mee in. Mussolini en enkele fanatieke volgelingen vestigden zich aan het Gardameer (Salò) in Noord-Italië, waar Mussolini de Italiaanse Sociale Republiek uitriep en president en premier werd.
Mussolini bezat geen macht, de werkelijke macht lag in handen van de bezetter. 'Achter iedere boom bevindt zich een Duitser' beklaagde Mussolini zich. Het grondgebied van de republiek werd steeds kleiner dankzij de geallieerde opmars. Mussolini leed aan depressies maar knapte af en toe ook wat op en kwam met grootse plannen: de industrie moest worden genationaliseerd, evenals de landbouw. Er moest een coalitieregering komen van fascisten en socialisten. Rome mocht volgens Mussolini nooit meer de hoofdstad zijn van Italië, 'want daar vierden de mensen feest na mijn val.'
In april 1945 voerde de SS achter de rug van Mussolini besprekingen met de geallieerden. Toen Mussolini hier achter kwam was het te laat: De Duitsers hadden in Italië gecapituleerd. Mussolini vluchtte naar Milaan, trachtte daar te onderhandelen met het Italiaanse verzet, wat mislukte en vluchtte daarna naar de Italiaans-Zwitserse grens. Op 28 april 1945 werd Mussolini - vermomd als Duits militair - gearresteerd door het Italiaanse verzet. Op 29 april 1945 voegde zijn vriendin Clara Petacci - zijn maitresse sinds 1936- zich bij hem. Enige uren later werden zij vermoord en naar Milaan overgebracht waar de lichamen tentoongesteld werden.
Later werd Mussolini in Milaan begraven. In april 1946 werd zijn lichaam gestolen, mogelijk om losgeld te eisen, maar onverrichterzake na een maand bij een klooster in Milaan ingeleverd. Daar zorgde men voor een waardige, maar stilgehouden begrafenis onder een altaar in een ander klooster bij Legnano. In 1957 werd Mussolini door de familie herbegraven in de buurt van zijn geboortedorp Predappio.
[bewerk] Zie ook
- Lijst van premiers van Italië
- Alessandra Mussolini, actrice en neo-fascistisch politica, dochter van Romano en kleindochter van Benito
- Romano Mussolini, jazzpianist en kunstschilder, zoon van Benito
[bewerk] Verder lezen
- De Felice, Renzo: Mussolini il rivoluzionario: 1883-1920, uitg. Einaudi 1995
- De Felice, Renzo: Mussolini il fascista, uitg. Einaudi 1995
- De Felice, Renzo: Mussolini l'alleato, 1940-1945, uitg. Einaudi
- Mack Smith, Denis: Mussolini. A biography, New York 1982
- Whittam, John: Fascist Italy, Manchester 1995
Zie ook: Lijst van Italiaanse premiers |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Benito Mussolini op Wikimedia Commons. |