Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff
Van Wikipedia
Corneli(u)s Rudolphus Theodorus (sinds 1815 baron) Krayenhoff (Nijmegen, 2 juni 1758 - aldaar, 24 november 1840) was natuurkundige, arts, generaal, waterbouwkundige, cartograaf en tegen wil en dank korte tijd Nederlands minister van oorlog.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Zijn vader was waterbouwkundig ingenieur en militair in Nijmegen; als nevenverdienste had hij een bierbrouwerij. Krayenhoff ontving zijn opleiding in Nijmegen, Arnhem en Harderwijk. In die stad leerde hij H.W. Daendels kennen. Hij was bestemd voor de rechtsgeleerdheid, maar studeerde af in de wijsbegeerte en geneeskunde(1777-1783). In zijn proefschriften behandelde hij de theorie van de verbeeldingskracht en een medisch overzicht van de dysenterie die in 1783 Nijmegen heerste. Hij vestigde zich als arts te Amsterdam, nadat hij een aanbod als hoogleraar in Franeker had afgewezen. Hij werd lid van het genootschap Concordia et Libertate en van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. In Felix Meritis gaf hij lezingen, vertoonde er natuurkundige proeven en nam schilderlessen. Op het verzoek van het Defensiewezen in Amsterdam de inundaties rondom de stad te organiseren ging hij niet in. Als gevolg van de chaos hebben de patriotten het Pruisische leger in oktober 1787 niet kunnen tegenhouden.
Krayenhoff was een autoriteit op het gebied van elektriciteit en bliksemafleiding. De toren van de Grote of Martinikerk (Doesburg) in Doesburg kreeg in 1782 als eerste in Nederland een bliksemafleider. Hij won in 1787 samen met Paets een eerste prijs voor hun artikel over elektriciteit. In 1791 werd hij lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.
Aan het eind van 1794 nam Krayenhoff dienst in het Franse leger. Hij had Amsterdam heimelijk moeten ontvluchten omdat hij betrokken was bij wapenopslag op het Bickerseiland. Op zondagmiddag 18 januari 1795 kwam hij op last van Daendels de Amsterdamse burgemeesters vertellen dat ze de volgende dag beter konden aftreden. De patriotten wilden niet alles aan de Fransen overlaten, omdat ze dan zelf minder te zeggen zouden krijgen. Na de omwenteling sloeg hij een staatkundige en militaire loopbaan in.
In 1796 werd hij directeur van de Hollandse fortificaties en verhuisde naar Muiden. Sinds 1798 was hij betrokken bij de nieuw te organiseren Rijkswaterstaat, nadat de soeverein van de provincies was opgeheven. Hij woonde de veldtocht tegen de Russisch-Engelse invasie van 1799 bij en adviseerde de legerleiding. Krayenhof was inmiddels begonnen met wat zijn levenswerk zou worden: de driehoeksmeting, zodat Nederland gedetailleerd in kaart kon worden gebracht.
Krayenhoff hield zich bezig met het vaststellen van het Amsterdams Peil. Lodewijk Napoleon was zeer op hem gesteld en bod hem diverse functies aan. Krayenhoff was hij tien maanden Minister van Oorlog en organiseerde de verdediging van Amsterdam. De aanleiding was een dreigende invasie van Napoleon Bonaparte. Daarmee gaf Krayenhoff de eerste aanzet tot de Stelling van Amsterdam, toen de Posten van Krayenhoff, soms ook wel de Oude Stelling van Amsterdam genoemd. Toen Napoleon dit ter ore kwam, moest Krayenhof worden ontslagen. Bij een ontmoeting toonde Napoleon alsnog interesse en benoemde hem in Parijs. Krayenhoff kreeg een aantrekkelijk aanbod uit Rusland, maar was bang voor de keizer.
Zijn twee zonen, zijn in 1812 naar Rusland geweest en raakten in gevangenschap. Zijn oudste zoon raakte gewond tijdens de slag bij Waterloo, dit keer deel uitmakend van het leger tegen Napoleon.
In 1813 werkte hij ijverig mee aan de restauratie. Hij werd in 1815 tot baron verheven. In 1815 nam hij het initiatief tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hij is daarbij geassisteerd door Jan Blanken. In 1818 raakte Krayenhoff in opspraak over de problemen bij de bouw van vestingwerken in Charleroi. Zijn jongste zoon Johan Krayenhoff was betrokken bij de bouw van het fort in Nijmegen. In 1825 reisde hij met een fregat naar Suriname en Curaçao.
Krayenhoff kreeg in 1826 problemen over gepleegde oneerlijkheden bij de aanbesteding en over de bouw van de vestingwerken in Ieper en Oostende, die in 1830 met zijn vrijspraak afliepen.Op 12 mei 1823 werd Krayenhoff tot Grootkruis in de Militaire Willems-Orde benoemd voor zijn bijdrage in het versterken van de Nederlandse Zuidgrens. Sinds 1826 stond hij op non-actief en schreef aan zijn memoire. Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff ligt (her)begraven op begraafplaats Rustoord te Nijmegen.
[bewerk] Werk
- Paets van Troostwijk, A. & C.R.T. Krayenhoff (1787) De l'application de l'electricité à la physique et à la médecine.
- Verz. van hydrogr. en topogr. waarnemingen in Holland (1813)
- Précis historique des opérations géodésiques et astronomiques faites en Hollande (1815)
- Proeve van een ontwerp tot scheiding der rivieren de Waal en de Boven-Maas (1823)
- Geschiedk. beschouwing van den oorlog op het grondgebied der Bat. Republiek in 1799 (1825)
- De Lt.-gen. Bn. Krayenhoff voor het Hoog Mil. Geregtshof beschreven en vrijgesproken (1830)
- Bijdr. tot de Vaderl. gesch. van 1808 en 1809 (1838)
[bewerk] Bron
- Levensbijzonderheden van de luitenant-generaal C.R.T. Krayenhoff door hem zelven in schrift gesteld, en op zijn verlangen in het licht gegeven door Mr H.W. Tijdeman (1844).
- Akihary, H. & M. Behagel (1982) De verdedigingsbouw in Nederland tussen 1795 en 1914. In: Vesting. Vier eeuwen vestingbouw in Nederland, onder redactie van J. Sneep, H.A. Treu en M. Tydeman.
- Turksma, L. (2005) Wisselend lot in een woelige tijd. Van Hogendorp, Krayenhoff, Chassé en Janssens, generaals in Bataafs-Franse dienst.
[bewerk] Externe links
- Krayenhoff bij zijn vertrek uit Maarssen op 18 januari 1795
- Grafsteen van baron Krayenhoff
- Krayenhoff en Bureau Waterstaat
- Krayenhoff als Minister van Oorlog
Voorganger: .J.W. Janssens |
Minister van Oorlog 1809-1810 |
Opvolger: J.J. Cambier |