Geschiedenis van Estland
Van Wikipedia
Het gebied van het huidige Estland wordt sinds ongeveer 11.000 jaar bewoond, nadat het landijs zich teruggetrokken had.
De Esten worden rond 800 voor het eerst genoemd. Aan het begin van de 13e eeuw werden de Esten van Denemarken uit gekerstend. In 1356 werden de Esten door de Duitse Orde onderworpen. Sindsdien had Estland een Duitse minderheid die zichzelf ook als zodanig beschouwde.
Inhoud |
[bewerk] Middeleeuwen en vroege renaissance
De ontwikkelingen in de middeleeuwen waren gekenmerkt door het Hanze-lidmaatschap van diverse Estse steden en de handelscontacten naar Scandinavië. Toen de staat van de Duitse Orde uiteenviel onder de aanvallen van Iwan de Verschrikkelijke (Lijflandse Oorlog) onderwierp Estland zich in 1561 aan de Zweedse heerschappij. Het zuiden van Estland rondom Tartu werd samen met het noorden van het huidige Letland (Lijfland) een Pools leen, maar kwam in 1629 met de Vrede van Altmark ook bij Zweden. Onder de Zweden genoten de Esten ruimere vrijheden dan onder de Russen.
[bewerk] Russische heerschappij
Tijdens de Grote Noordse Oorlog werd Estland in 1710 (definitief in 1721 met de Vrede van Nystad) Russisch onder Peter de Grote en was een van de drie Oostzeegouvernementen (Gouvernement Estland). Het lijfeigenschap werd in Noord-Estland in 1816 en in Zuid-Estland in 1819 afgeschaft. De tsaren na Alexander III (1881-1894) volgden een politiek van Russificatie. Dit leidde tot een groeiend zelfbewustzijn en nationalisme onder de Esten. Een centrale plek in deze ontwikkeling van een eigen identiteit speelde de universiteit van Tartu.
[bewerk] Onafhankelijkheid
Op 24 februari 1918 werd de republiek Estland uitgeroepen. Vooralsnog was dit slechts een papieren besluit. De daadwerkelijke onafhankelijkheid werd tussen 1918 en 1920 bevochten. Met de vrede van Tartu in 1920 erkende de Sovjet-Unie de onafhankelijkheid van Estland.
Estland kwam na 1920 cultureel en economisch tot bloei. In 1934 riep president Konstantin Päts de noodtoestand uit en regeerde als autoritair leider het land.
[bewerk] Bezetting door de Sovjet-Unie en Nazi-Duitland
In augustus 1939 sloten Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie het Molotov-Ribbentroppact, waarin de invloedssferen van Duitsland en de Sovjet-Unie werden uitonderhandeld. Als resultaat daarvan viel de Sovjet-Unie in juni 1940 Estland binnen. De Sovjet-Unie arresteerde in het eerste jaar van de bezetting 8.000 mensen, waaronder de politieke en militaire top van het land. 2.200 van hen werden geëxecuteerd en de meeste anderen werden in de Sovjet-Unie gevangen gezet. Weinigen keerden terug. Op 14 juni 1941 vonden gelijktijdig massa-deportaties plaats in de drie Baltische republieken; vanuit Estland werden 10.000 burgers naar Siberië en andere uithoeken van de Sovjet-Unie gedeporteerd. Na de Duitse invasie in de Sovjet-Unie werden 32.000 Estse mannen gedwongen in 'arbeidsbataljons' in de Sovjet-Unie te werken. Van hen kwam in het eerste jaar 40 % om het leven door de ontberingen.
Tussen 1941 en 1944 was Estland door Duitsland bezet en viel onder het Reichskommissariat Ostland. De Duitse bezetting bracht geen verlichting voor de Esten: zij kregen hun onafhankelijkheid niet terug en de kleine Joodse gemeenschap (waarvan de helft naar de Sovjet-Unie wist te ontkomen) werd voor het eind van 1941 vrijwel volledig vermoord door SS-Einsatzgruppen.
[bewerk] Tweede Sovjet-bezetting
In de herfst van 1944 werd Estland wederom door de Sovjet-Unie bezet. Van de Estse bevolking vluchtten 80.000 mensen naar het westen. De Zweedse minderheid op de eilanden werd door Zweden opgenomen. Estland werd als Estse SSR in de Sovjet-Unie opgenomen. Dit werd door het Westen niet erkend, maar wel getolereerd.
In de jaren direct na de oorlog werd een guerilla gevoerd door de "Metsavennad" (Woud-broeders). Dit kostte 30-35.000 mensen het leven. In maart 1949 werden ongeveer 20.000 Esten naar Siberië gedeporteerd. Ook onder de Sovjets werd een stringente politiek van Russificatie gevoerd. In het oosten van Estland werden de Esten een minderheid in eigen land.
[bewerk] Tweede Onafhankelijkheid
In 1990 streefde Estland opnieuw naar onafhankelijkheid, net als Litouwen en Letland. Op 20 augustus 1991 verklaarde Estland zich onafhankelijk.
Op 29 maart 2004 werd Estland lid van de NAVO en op 1 mei van hetzelfde jaar werd Estland lid van de Europese Unie.
{{{afb_links}}} | Geschiedenis van Europa | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Geschiedenis van: Albanië - Andorra - België - Bosnië en Herzegovina - Bulgarije - Cyprus - Denemarken - Duitsland - Estland - Finland - Frankrijk - Georgië - Griekenland - Hongarije - Ierland - IJsland - Italië - Kroatië - Letland - Liechtenstein - Litouwen - Luxemburg - Macedonië - Malta - Moldavië - Monaco - Montenegro - Nederland - Noorwegen - Oekraïne - Polen - Portugal - Roemenië - Rusland - San Marino - Servië - Slovenië - Slowakije - Spanje - Tsjechië - Turkije - Vaticaanstad - Verenigd Koninkrijk - Wit-Rusland - Zweden - Zwitserland |