Hildegard van Bingen
Van Wikipedia
De Heilige Hildegard van Bingen (16 september 1098 – 17 september 1179) was een Duits theologe, mystica, componiste en heelster. Zij was de eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam bekend is.
Inhoud |
[bewerk] Leven
Zij werd geboren in een adellijk gezin dat woonde op het slot van Bermersheim, niet ver van Mainz. Voor haar opvoeding werd ze aan de recluse Jutta van Spanheim toevertrouwd, die in een cella woonde die tegen de kerk van het klooster Disibodenberg was gebouwd. Ze leerde van haar in de eerste plaats Latijn, maar ook het zingen van het officie en de geneeskunst van die tijd. Toen Jutta in 1136 stierf, werd Hildegard gekozen tot abdis van het nonnenkloostertje dat was ontstaan.
Het was in deze tijd dat Hildegard, met behulp van haar secretaris Volmar, de visioenen die zij vanaf haar 42e levensjaar kreeg, begon op te tekenen. De officiële kerkelijke autoriteiten volgden haar visioenen in eerste instantie argwanend. Dit veranderde toen tijdens de synode van Trier in 1147 de heilige Bernardus van Clairvaux en de aartsbisschop van Mainz haar onder de aandacht van paus Paus Eugenius III brachten, die haar aanspoorde en bemoedigde om haar werk voort te zetten. Zo kon zij met de zegen van de Kerk haar eerste grote werk, Scivias voltooien: Ken de wegen van de Heer.
In 1147 wilde Hildegard, met nieuw zelfvertrouwen, haar vrouwenklooster onafhankelijk van Disibodenberg maken. Deze (voor die tijd eigenwijze) wens wekte de woede van abt Kuno van Disibodenberg, die de beroemde zuster voor zijn klooster wilde behouden. Na een beroep op de bisschop dat met het nodige drama gebracht werd ging de stichting toch door, en nog in datzelfde jaar vertrok Hildegard met haar zusters naar de Rupertsberg bij Bingen.
Het was in het nieuwe klooster dat Hildegards meest productieve jaren vielen. Daar componeerde ze bijvoorbeeld ook de muziek die haar tegenwoordig opnieuw beroemd maakt. Deze muziek is net zo afwijkend van het gebruikelijke als haar andere werken, en vormt in feite een geheel eigen tak aan de boom van het Gregoriaans, als het daar al onder te rangschikken valt.
Naast de muziek schreef ze nog twee grote visioenenboeken: Liber vitae meritorum oftewel Boek van de verdiensten van het leven (1150-1163) en Liber divinorum operum oftewel Boek van Goddelijke werken (1163.) Ook van haar hand zijn de Physica en Causae et Curae (1150), twee werken die samen beter bekend staan als Liber Subtilatum (Het boek van subtiliteiten). Deze handelen niet over theologie, maar over de natuur en de geneeskunst.
De invloed van Hildegard nam ondertussen een hoge vlucht, doordat allerlei hooggeplaatsten aan haar raad kwamen vragen. Zij schreef vele brieven. Ook met verschillende andere heiligen was zij bevriend, zoals met de heilige Gerlach van Houthem, die ze het kransje van haar professie stuurde.
Aan het einde van haar leven kwam ze nog in ernstige moeilijkheden doordat ze een geëxcommuniceerde in gewijde grond had laten begraven. Daardoor liep ze met haar hele gemeenschap dezelfde straf op. Haar gemeenschap mocht zich geen klooster meer noemen, de zusters mochten geen Sacramenten meer ontvangen en mochten zelfs niet meer zingen bij de getijden! Uiteindlijk kreeg ze, hoewel ze geen duimbreed wilde toegeven, toch gelijk, wat haar tekent.
Op 17 september van het jaar 1179 stierf Hildegard van Bingen op de leeftijd van 81 jaar. De aanwezigen zagen op dat moment hoe vanuit de hemel een helder licht op haar sponde viel. Haar relieken werden in 1642 overgebracht naar de parochiekerk in Eibingen. Ze is nimmer heiligverklaard, maar staat toch gewoon op de heiligenkalender.
[bewerk] Hildegard als componiste
Als componiste schreef Hildegard (Hilde=strijd) het mysteriespel Ordo Virtutum"Orde der deugden", een gezongen drama voor vrouwenstemmen met 1 partituur voor mannenstem (de duivel), die ze componeerde voor de nonnen van haar klooster. Daarnaast componeerde zij ongeveer 75 gezangen voor de liturgie op basis van haar visioenen: een kyrie, een alleluia, 35 antifonen, 19 responsoria, 7 hymnen en 7 sequenties, in de Middeleeuwen een belangrijke poëtische en muzikale vormen in de liturgie.
Al is de toonomvang van haar composities uitgestrekter en de melodievorming persoonlijk met soms veel melismen, notenslierten op één lettergreep, toch liggen deze gezangen muzikaal in het verlengde van de Gregoriaanse traditie van het Rijnland. Inhoudelijk zijn ze individueel gekleurd door de lyrische ontboezemingen. Vaak hebben de teksten betrekking op populaire heiligen zoals Ursula en Rupert. Van Hildegards liederen is een handschrift bewaard in Dendermonde (B) dat even authentiek is als dat te Wiesbaden getiteld Symphonia Harmonicae Caelestium Revelationum.
Er is veel van Hildegard's werk bewaard gebleven. Hildegard was een buitengewoon machtige vrouw voor haar tijd. De wetenschappelijke belangstelling voor vrouwen in de middeleeuwse kerk heeft geleid tot grote belangstelling voor Hildegard.
[bewerk] Opnamen van Hildegard's composities
Er bestaan verschillende opnamen van haar muziek, met name door ensembles als Gothic Voices en Sequentia Köln. De muziek van Hildegard van Bingen is vandaag vrij populair geworden in de stroming van de New Age en beïnvloedt zelfs hedendaagse toondichters als Arvo Pärt en Sofia Gubaidulina. Soms horen we de eenstemmige muziek van Hildegard van Bingen met een discrete instrumentale begeleiding uitvoeren.