Karlheinz Stockhausen
Van Wikipedia
Karlheinz Stockhausen (Mödrath bij Keulen, 22 augustus 1928) is de meest invloedrijke Duitse componist uit de tweede helft van de 20e eeuw.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
[bewerk] Vroege jeugd
Karlheinz Stockhausen wordt op 22 augustus 1928, om drie uur 's ochtends, geboren te Mödrath, een klein dorp ten zuiden van Keulen, als zoon van de onderwijzer Simon Stockhausen (1899-1945) en Gertrud Strupp (1900-1941), die uit een welgestelde boerenfamilie stamde. Beide ouders zijn katholiek, hetgeen in Duitsland een juist wat strenger christelijk geloof dan protestant betekent (in tegenstelling tot Nederland, waar deze verhoudingen andersom liggen). Zijn eerste vier weken bracht de pasgeboren Karlheinz door op de boerderij van zijn grootouders; voor zijn zevende levensjaar zou hij zesmaal verhuizen, onder andere vanwege overplaatsing van zijn vader naar telkens een andere school. Er worden nog twee kinderen in het gezin geboren: Katharina (1929) en Hermann-Josef (1932).
Reeds in zijn vroegste jeugd wordt Karlheinz Stockhausen met theater geconfronteerd; zijn vader, die als onderwijzer ook heeft geleerd viool en piano te spelen, was op dit gebied actief met zijn leerlingen en in een plaatselijke theatervereniging. Toch was het moeder Gertrud, die over een groter muzikaal talent beschikte, zij speelde piano en zong. Maar het gezin Stockhausen had het zwaar, en leefde aan de rand van de armoede. Moeder Gertrud leed onder de gevolgen van de relatief snel na elkaar geboren kinderen, en kon daarbij de dagelijkse zorgen niet goed meer aan. Zij werd uiteindelijk in december 1932 in een verzorgingstehuis opgenomen. Enige maanden daarna overleed tot overmaat van ramp ook nog het kleine broertje "Hermännchen".
Wanneer vader Simon in 1935 een aanstelling als schoolhoofd in Altenberg krijgt, breken betere tijden aan. Hoewel Karlheinz, naar het voorbeeld van zijn zeer muzikale moeder, als kleine jongen ook veel piano speelde, kreeg hij in Altenberg voor het eerst echt pianoles, van de protestantse Domorganist Franz-Josef Kloth. Hij maakte snel vorderingen, want hij mocht al na een jaar voorspelen op dorps- en verenigingsfeesten. Reeds in deze tijd openbaarde zich een bijzondere gave: wat Karlheinz eenmaal gehoord had, onthield hij foutloos, en hij leerde het na te spelen. Hij is een van de eerste componisten die opgroeide met radio en grammofoonplaten, en leerde al jong veel verschillende melodieën kennen, in diverse muziekgenres, van schlager tot opera, van operette tot populaire melodie. Moeder Gertrud begreep de radio niet, en er ontstonden conflicten tussen de ouders, wanneer zij tegen de mensen in de radio probeerde te praten, iets waarover de vader woedend kon worden.
Maar ook andere geluiden uit zijn vroege jeugd hebben inspirerend gewerkt op hem. Zo bevonden zich in de buurt de eerste transformatorkasten, met een typisch zoemend geluid. Die hebben op de latere pionier op het gebied van de elektronische muziek een blijvende indruk achtergelaten.
Toen Karlheinz in 1935 een middenoorontsteking kreeg, was er geen geld om een arts te betalen, in plaats daarvan kreeg hij van de gemeentelijke ziekenzuster een behandeling met waterstofperoxide, dit had tot gevolg dat zijn ontstoken rechteroor van binnen verschrompelde. Door deze gehoorschade beschikt hij sindsdien rechts nog maar over 30% van het normale hoorvermogen.
[bewerk] Ervaringen gedurende de Tweede Wereldoorlog
In 1938 hertrouwt vader Simon. Met zijn tweede vrouw, Luzia, krijgt hij twee kinderen: Waltraud en Gerd. Stockhausens moeder sterft in 1941 ten gevolge van de euthanasiemaatregelen van het naziregime.
Vanaf januari 1942 verblijft Karlheinz Stockhausen op het internaat van de LBA ("Lehrerbildungsanstalt", een lerarenopleiding) te Xanten (vader Simon zag hem namelijk het liefst in zijn eigen voetsporen treden), Karlheinz is hier een van de jongste leerlingen. Op de LBA wordt aanvankelijk regelmatig muziek gemaakt, en Stockhausen speelt eenvoudige Mozart en Haydn symfonieën als derde hoboïst in het schoolorkest. Maar naarmate de oorlog vordert, is hier steeds minder tijd voor, en tegen het einde van de oorlog zelfs niet meer voor het onderwijs.
Als vader Simon in 1943 als officier in het Duitse leger ten strijde trekt, komt Karlheinz nog maar weinig thuis. In februari 1945 zal zijn vader afscheid van hem nemen met de woorden "Ich komme nicht wieder. Mach alles gut" ("Ik kom niet terug. Het allerbeste."); als leraar was hij steeds verder in de dienst aan de partij getrokken. Hoewel Simon als vermist bekend staat, is het waarschijnlijk dat hij in Hongarije om het leven is gekomen.
Als de bombardementen van de geallieerden in hevigheid toenemen, verhuist de LBA naar Bedburg/Erft, maar ook daar vindt geen onderwijs meer plaats, omdat het gebouw als militair hospitaal dienst gaat doen. Karlheinz Stockhausen ondervindt zo van zeer nabij de verschrikkingen van de oorlog, zowel de bloedige gevolgen van de Fosforbommen van de geallieerden, als grove misdragingen van de zijde van Duitse soldaten.
Van 1946 tot 1947 volgt Stockhausen het Gymnasium in Bergisch-Gladbach, waarna hij uiteindelijk het plan opvat om in het destijds nog zwaar gehavende Keulen Schoolmuziek te gaan studeren.
[bewerk] Studies
[bewerk] Piano en Universitaire Studies
Bij het toelatingsexamen Pasen 1947 zakte Stockhausen voor zijn theorie, geen wonder, aangezien hij daarin nog nooit was onderwezen. Hij werd echter wel aangenomen als student piano in de klas van Hans Otto Schmidt-Neuhaus en kon dankzij deze en de theorielessen in 1948 zijn toelatingsexamen Schoolmuziek behalen. Naast deze studies volgde hij als bijvakken Germanistiek, Filosofie en Muziekwetenschap aan de Universiteit van Keulen.
[bewerk] Schoolmuziek
Sinds 1947 werd de Musikhochschule (het Conservatorium) te Keulen geleid door Hans Mersmann, mede-uitgever van het tijdschrift Melos. Mersmann was altijd al een voorvechter van de nieuwe muziek geweest, hetgeen hem het leven er niet gemakkelijker op had gemaakt gedurende de jaren van het nazi-regime. Mersmann gaf lessen analyse aan de schoolmuziekstudenten, waarbij hij de nadruk legde op Bartók, Stravinsky en de vroege Hindemith. In 1948 ontmoette Stockhausen Doris Andreae, zijn latere eerste vrouw, tijdens een bijeenkomst van de literatuurkring van Schmidt-Neuhaus. Doris komt uit een oud en rijk geslacht, dat teruggaat tot Johann Valentin Andreae (1586-1654), de schrijver van De Alchemische bruiloft van Christian Rosenkreutz, het eerste boek van de Rozenkruisers.
In december 1949 werd, in de overvolle zaal van het Conservatorium, door Else Krauss het complete pianowerk van Schoenberg gespeeld; deze muziek was jarenlang verboden geweest. Stockhausen was bij de toehoorders en ging zich prompt nader verdiepen in deze nieuwe muziek. Hij ontdekte in de bibliotheek Herbert Eimerts boek "Atonale Musiklehre" uit 1924 en bestudeerde het gretig. In hetzelfde jaar (1949) verscheen het later zo bekritiseerde boek "Filosofie van de nieuwe muziek" van Theodor W. Adorno, waarin de muziek van Stravinsky met die van Schoenberg werd vergeleken, waarbij eerstgenoemde het moest ontgelden. Stockhausen heeft zich vanaf het begin enigszins van deze discussie gedistantieerd. Het waren uiteindelijk met name de partituren van Webern die hem fascineerden. Het toenmalige begrip van deze muziek leidde in in de vijftiger jaren in Europa uiteindelijk tot het Avant-Gardisme, met Stockhausen, Boulez en de Belgische componist Karel Goeyvaerts in de voorste gelederen.
[bewerk] Compositie
In 1950 beëindigt Stockhausen zijn schoolmuziekstudie, en gaat op aandringen van Hermann Schroeder compositie studeren. Schroeder was de eerste die zijn talenten hierin herkende. In het najaar van 1950 speelt hij Frank Martin, het toenmalige hoofd van de compositieafdeling van het Conservatorium te Keulen, zijn "Drei Lieder" voor en wordt aangenomen. Vanaf dat moment stopt hij met zijn overige studies aan de Universiteit en wijdt zich uitsluitend aan de muziek. Ook zijn ambities als schrijver laat hij (voorlopig) varen.
[bewerk] Darmstädter Ferienkurse 1951
Op aanbeveling van Eimert woont Stockhausen de sindsdien wereldberoemd geworden vakantiecursus in Darmstadt bij, waar hij kennis maakt met onder andere Theodor W. Adorno (die de onverwacht wegens ziekte afwezige Arnold Schoenberg op het laatste moment verving), Karel Goeyvaerts, Bengt Hambraeus, Hanz Werner Henze, Gottfried Michael Koenig, Bruno Maderna, Luigi Nono, Bernd Alois Zimmermann alsmede critici zoals Antoine Goléa en Heinz-Klaus Metzger.
Tijdens een debat over Goeyvaerts' 2e pianosonate vroeg Adorno naar de vormopbouw, het gebruik van motieven, voor- en nazin; Stockhausen antwoordde hem: "Herr Professor, Sie suchen ein Huhn auf einem abstrakten Bild" (beste professor, u zoekt naar een kip in een abstract schilderij). In een later radiointerview vulde Adorno hierover zijn kritiek op de nieuwe serialisten aan: "Dass aber die Kritik jene jüngsten Gebilde losgelassener Rationalität nicht verstünde, kann ihr deshalb nicht vorgeworfen werden, weil sie den eigenen Programm nach nicht verstanden, nur bewiesen werden wollen. Auf die Frage nach der Funktion irgendeines Phänomens darin im Sinnzusammenhang der Komposition wird mit Ableitung aus dem System geantwortet" (Dat echter de critici het nieuwste, van alle rationaliteit gespeende, bouwsel niet zouden begrijpen, kan hen niet aangerekend worden, omdat dit volgens eigen zeggen niet begrepen, doch slechts bewezen wil worden. Op de vraag naar de functie van een of ander fenomeen in semantische samenhang met de compositie, wordt uitsluitend geantwoord met een formele afleiding naar het systeem zelf).
Met zijn tweede pianosonate was het dus Karel Goeyvaerts geweest, die als eerste de weg van het serialisme was ingeslagen, en hij vond de jonge Stockhausen aan zijn zijde. Over Schoenberg's muziek hadden zij weinig goeds te melden, zo verklaarde Goeyvaerts: "C'est du Verdi sériel" (Dat is een seriële Verdi); het serialisme was geboren.
[bewerk] Werkenlijst
- Klavierstücke 1 t/m 18
- Kreuzspiel
- Formel
- Punkte
- Kontra-Punkte
- Gesang der Jünglinge
- Gruppen
- Carré
- Kontakte
- Mikrofonie I en II
- Hymnen
- Stimmung
- Aus den sieben Tagen
- Mantra
- Tierkreis
- Musik im Bauch
- Sirius
- Donnerstag aus Licht
- Kindheit
- Michaels Reise um die Erde
- Michaels Heimkehr
- Unsichtbare Chöre
- Samstag aus Licht
- Luzifers Traum
- Kathinka's Gesang als Lucifers Requiem
- Luzifers Tanz
- Luzifers Abschied
- Montag aus Licht
- Dienstag aus Licht
- Freitag aus Licht
- Mittwoch aus Licht
- Sonntag aus Licht
- Werken voor harmonieorkest
- Luzifers Tanz (uit: Samstag aus Licht) voor trombone/euphonium-solo, piccolo-trompet, piccolo-fluit en harmonieorkest
[bewerk] Externe links
Bronnen en referenties: |
|