Liberalisme in Nederland
Van Wikipedia
Politieke ideologieën |
---|
Dit artikel is een deel van de |
|
|
Portaal politiek· |
Het Nederlands liberalisme komt eind 19e eeuw op als onderdeel van de Verlichting in Europa. Nederland kent grofweg twee liberale stromingen, te weten het klassiek-liberalisme en het sociaal-liberalisme.
Inhoud |
[bewerk] Historisch
Het liberalisme was vanaf 1848 in Nederland de dominante politieke stroming. Het was de liberaal Johan Rudolf Thorbecke die Nederland tot een liberale democratie maakte met de nieuwe Nederlandse grondwet van zijn hand. Eind 19e eeuw domineerden de liberalen ook de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Pas toen andere politieke stromingen zich organiseerden, zoals de katholieken, de protestanten en de socialisten, zagen de liberalen de noodzaak om zich in partijverband te organiseren. Het is rond deze tijd, omstreeks 1885, dat de liberalen verdeeld raken in conservatieve en progressieve liberalen.
[bewerk] Na-oorlogs liberalisme
Na de Tweede Wereldoorlog kent Nederland 20 jaar slechts één liberale partij, de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Het is pas in 1966 dat Nederland weer twee liberale partijen kent, als de Politieke Partij Democraten 66 het politieke veld betreedt. De VVD is de centrum-rechtse, conservatief-liberale partij en D66 is de centrum-linkse, sociaal-liberale partij. Beide partijen zijn lid van de Liberale Internationale en de Partij voor Europese Liberalen en Democraten. In 2004 begint partijleider Femke Halsema GroenLinks eveneens te positioneren als vrijzinnige, links-liberale partij. In 2006 is de Liberaal Democratische Partij (LibDem) opgericht om onderdak te bieden aan die kiezers die zich niet meer in de koers van de andere (liberale) partijen konden vinden.
[bewerk] Conservatief-liberale partijen
- 1885: Liberalen vormen de Liberale Unie
- 1894: Conservatieve liberalen vormen de Vrije Liberalen
- 1921: De Liberale Unie fuseert met de Economische Bond, de Vrije Liberalen, de Neutrale Partij en de Middenstandspartij tot de Vrijheidsbond
- 1922: Conservatieve liberalen splitsen zich af in de Liberale Partij
- 1928: De Vrijheidsbond verandert haar naam in Liberale Staatspartij (LSP)
- 1945: De LSP wordt de Partij van de Vrijheid
- 1948: De Partij van de Vrijheid en oud-VDB leden (de groep-Oud) vormen samen de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
[bewerk] Progressief-liberale partijen
- 1892: Radicalen splitsen zich af van de Liberale Unie en vormen de Radicale Bond
- 1901: Linkse liberalen binnen de Liberale Unie vormen samen met de Radicale Bond de Vrijzinnig-Democratische Bond
- 1946: De VDB wordt onderdeel van de Partij van de Arbeid (PvdA), terwijl een klein deel zich aansluit bij de Partij van de Vrijheid
- 1966: Onafhankelijke progressief-liberalen vormen de partij Democraten 66
[bewerk] Hedendaagse verschillen
Tussen de klassiek-liberale VVD, het sociaal-liberale D66 en het links-liberale GroenLinks zijn een aantal kenmerkende verschillen te constateren.
Standpunt | GL | D66 | VVD |
Hypotheekrenteafrek beperken | voor | voor | tegen |
AOW-leeftijd verhogen | tegen | voor | tegen |
Gratis kinderopvang | voor | tegen | voor |
Softdrugs legaliseren | voor | voor | tegen |
Identificatieplicht | tegen | tegen | voor |
Generaal pardon asielzoekers | voor | voor | tegen |
Stoppen met kernenergie | voor | tegen | tegen |
Investeren in duurzame energie | voor | voor | tegen |
Gekozen burgemeester | tegen | voor | voor |
Referenda | voor | voor | tegen |
Meer Europese samenwerking | voor | voor | tegen |
Invasie van Irak | tegen | tegen | voor |
Bezuinigen op Ontwikkelingssamenwerking | tegen | tegen | voor |
[bewerk] Politieke Jongerenorganisaties
In 1949 is de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) opgericht. Deze van oorsprong onafhankelijke liberale jongerenorganisatie is thans nauw verbonden met de VVD. In 1966 waren leden uit de JOVD en de VVD betrokken bij de oprichting van D66. Sinds 1984 is aan D66 de jongerenorganisatie Jonge Democraten verbonden. De JD is met ruim 1850 leden de grootste niet-christelijke politieke jongerenorganisatie van Nederland.
[bewerk] Parlementaire vertegenwoordiging
De vertegenwoordiging van het Nederlands liberalisme in de Tweede Kamer.
Verkiezingen | Zetels VVD | Zetels D66 | Samen | Kiezers | Coalitiedeelname |
1956 | 13 | 0 | 13 | 8.7% | geen |
1959 | 19 | 0 | 19 | 12.2% | VVD |
1963 | 16 | 0 | 16 | 10.2% | VVD |
1967 | 17 | 7 | 24 | 15.1% | VVD |
1971 | 16 | 11 | 27 | 17.0% | VVD |
1972 | 22 | 6 | 28 | 18.5% | D66 |
1977 | 28 | 8 | 36 | 23.3% | VVD |
1981 | 26 | 17 | 43 | 28.3% | D66 |
1982 | 36 | 6 | 42 | 27.4% | VVD |
1986 | 27 | 9 | 36 | 23.5% | VVD |
1989 | 22 | 12 | 34 | 22.5% | geen |
1994 | 31 | 24 | 55 | 35.3% | D66 & VVD |
1998 | 38 | 14 | 52 | 33.7% | D66 & VVD |
2002 | 24 | 7 | 31 | 20.6% | VVD |
2003 | 28 | 6 | 34 | 21.9% | D66 & VVD |
2006 | 22 | 3 | 25 | 16.7% | geen |
[bewerk] Liberale leiders
- Liberalen in de negentiende eeuw: Johan Rudolf Thorbecke - Samuel van Houten - Joannes Kappeyne van de Coppello - Johannes Pieter Roetert Tak van Poortvliet - Hendrik Goeman Borgesius
- Vrijzinnig-Democratische Bond: Dirk Bos - Henri Marchant - Aletta Jacobs - Pieter Jacobus Oud
- Liberale Staatspartij: Benjamin Marius Telders
- Volkspartij voor Vrijheid en Democratie: Pieter Jacobus Oud - Hans Wiegel - Frits Bolkestein - Gerrit Zalm - Mark Rutte
- Democraten 66: Hans van Mierlo - Jan Terlouw - Thom de Graaf - Boris Dittrich - Alexander Pechtold
[bewerk] Liberale filosofen
- Erasmus (1466-1536)
- Baruch Spinoza (1632-1677)
- Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872)
[bewerk] Zie ook
- Liberalisme
- Sociaal-liberalisme
- Conservatief liberalisme
- Klassiek-liberalisme
- Libertarisme
- Politiek spectrum
{{{afb_links}}} | Nederlandse Liberale partijen | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|