Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
Van Wikipedia
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie | |
---|---|
Partijvoorzitter | Jan van Zanen |
Partijleider | Mark Rutte (politiek leider) |
Fractieleider Eerste Kamer | Uri Rosenthal |
Fractieleider Tweede Kamer | Mark Rutte |
Delegatieleider Europees Parlement | Jules Maaten |
Oprichting | 24 januari 1948 (fusie Partij van de Vrijheid & Comité-Oud) |
Richting | Centrum-rechts |
Ideologie | Liberalisme |
Jongerenorganisatie | JOVD |
Europese fractie | ALDE |
Website | www.vvd.nl |
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een Nederlandse politieke partij van liberale signatuur.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] Oprichting
Op 24 januari 1948 werd in Amsterdam de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) opgericht. Het heeft lang geduurd voordat de liberalen die van huis uit individualistisch zijn, zich wisten te verenigen in een landelijke partijorganisatie. Er hadden sinds 1885 met de oprichting van Liberale Unie heel wat afsplitsingen en naamsveranderingen plaats gevonden. De VVD zou uiteindelijk ontstaan door een fusie van de Partij van de Vrijheid (PvdV) en het comité-Oud. Het Comité-Oud bestond uit ontevreden leden van de Vrijzinnig-Democratische Bond, die samen met de SDAP in 1946 opging in de Partij van de Arbeid. De heer Pieter Oud (de voorzitter van Comité-Oud) was echter van mening dat de PvdA teveel een sociaaldemocratische koers op wilde en stapte samen met een aantal leden in 1947 uit de PvdA. Bij het kiezen van een naam voor de VVD, werd bewust afgezien van de term ‘liberaal’, omdat dit teveel negatieve associaties opriep. In de Tweede Wereldoorlog werd liberalisme namelijk in verband gebracht met de economische crisis en werkloosheid uit de jaren 30. Toch plaatste de VVD zichzelf ideologisch wel meteen in de liberale traditie, met een grote nadruk op vrijheid van het individu.
[bewerk] Pieter Oud
Bij haar eerste Tweede Kamerverkiezingen in 1948 behaalde de VVD onder Pieter Oud 8 zetels. De VVD schoof direct aan in het kabinet Drees/Van Schaik, met o.a. de PvdA. Als partijvoorzitter en fractievoorzitter groeide Oud al snel uit tot de politiek leider van de partij. Onder zijn straffe leiding vertoonde het zeteltal van de VVD tot het einde van de jaren 50 een opwaartse koers. Het aantal zetels bedroeg zelfs 19 zetels in 1959. Van 1952 tot 1959 verkeerde de VVD in de oppositie, maar daarna zaten ze continu in de regering tot 1973. (met uitzondering van 1965-1967). In 1963 trad Oud terug als lijsttrekker en gaf het stokje over aan Edzo Toxopeus. Onder zijn opvolger en later ook Molly Geertsema bleven de zetel aantallen hangen op 16 à 17 zetels.
[bewerk] Straatarm
Vanaf het moment van oprichting, drukte Oud zijn stempel op de partij organisatie. Het partijapparaat bleef echter zwak, wat paste in de liberale traditie van een afkeer van een hechte partij organisatie. In vergelijking met andere grote politieke partijen stond de VVD er financieel meestal slecht voor. Bij de oprichting was al duidelijk dat de VVD amper financieel op haar benen kon staan. De geldbehoefte liep altijd ver voorop bij de offerbehoefte van de leden. Het vermogen van de partij is altijd blijven zweven rond de nulgrens. Konden andere partijen in het verzuilde Nederland nog rekenen op verwante maatschappelijke organisaties om de kas te spekken, daar stond de VVD alleen. Ook heeft de VVD zich in eerste instantie tegen bijna elke vorm van overheidsteun verzet, maar uiteindelijk, na invoering altijd wel gebruik ervan gemaakt. Vooral omdat er anders ongelijkheid zou ontstaan tussen de partijen beredeneerde men. In het boekjaar 1988 had de VVD zelfs een tekort van fl.536.000, waardoor het negatief vermogen opliep naar fl.644.000. Verschillende plannen moesten uitkomst bieden, zo was er zelfs een voorstel om het “thorbeckehuis” aan de Koninginnegracht af te stoten. Dit voorstel werd door de ledenvergadering verworpen. De oplossing werd gevonden in flink te snijden in het personeels bestand en de contributie te verhogen. De VVD heeft echter altijd uiteindelijk de eindjes aan elkaar kunnen knopen en bewezen met een klein budget te kunnen werken.
[bewerk] Hans Wiegel en de doorbraak
Dankzij de uiteindelijke ontzuiling brak de VVD dan eindelijk door. Deze doorbraak begon onder aanvoering van Hans Wiegel als fractievoorzitter. Hans Wiegel volgde Geertsema op in 1971 en behaalde bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1972 22 zetels. Mede door een harde oppositie tegen kabinet-Den Uyl behaalde hij ook in 1977 een winst van 6 zetels. Met 28 zetels wist de partij, de heer Den-Uyl uiteindelijk uit het torentje te houden, door een coalitie te vormen met het CDA. (Kabinet-Van Agt I) Als vicevoorzitter en met regeringsverantwoordelijkheid verloor Wiegel wederom in 1981 en kwam uit op 22 zetels en moest kiezen voor de oppositie banken. Wiegel trad terug en werd opgevolgd door Ed Nijpels. Ook gedurende deze periode steeg naast het ledental tot ongekende hoogte, 102.888 leden in 1982. Het tweede kabinet-Van Agt (bestaande uit CDA/PvdA/D66) hield maar 9 maanden stand en de VVD steeg naar 36 zetels bij de verkiezingen. Wederom keerde de VVD terug in het centrum van de macht, deze keer in het eerste kabinet-Lubbers. Bezuinigingen en de afslanking van de welvaartsstaat waren de inzet.
[bewerk] Een kleine electorale dip
Als gevolg van interne affaires en conflicten ging in 1986 wederom een groot deel van de zetels verloren. Het restant van 27 zetels was wel genoeg om wederom regeringsverantwoordelijkheid te dragen in het tweede kabinet Lubbers. Nijpels werd in dit kabinet minister en opgevolgd als fractievoorzitter door Joris Voorhoeve. Als politiek leider van de VVD botste Voorhoeve regelmatig met Lubbers en veroorzaakte in 1989 de val van het kabinet. De VVD fractie keerde zich tegen het regeringsvoorstel om het reiskostenforfait af te schaffen, terwijl de VVD ministersploeg het kabinetsvoorstel bleef steunen. Na een afkeurende motie kondigde Lubbers het ontslag van het kabinet aan. Als ‘breker’ moest de VVD bij de verkiezingen de prijs betalen en verloor 5 zetels en belandde met 22 zetels in de oppositie.
[bewerk] Frits Bolkestein en de formatie van Paars
Joris Voorhoeve trok zijn conclusies uit de nederlaag en werd opgevolgd door Frits Bolkestein. De tijdsgeest zat de liberale partij mee, met de ondergang van het communisme in Oost-Europa, daarnaast kon de VVD zich goed profileren in de oppositie tegen het derde kabinet Lubbers van CDA en PvdA. De tweede kamerverkiezingen van 1994 behaalde de VVD 31 zetels en werd bij de Provinciale-Statenverkiezingen in 1995 voor het eerst de grootste. Dit had tot gevolg dat de VVD ook de grootste fractie in de senaat kreeg. In 1994 ontstond er een mogelijkheid om zonder het CDA een kabinet te vormen en samen met aartsvijand PvdA en D66, een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan. Dit zogenaamde Paarse kabinet was al sinds 1976 in voorbereiding, door middel van het toen nog geheime Des-Indes overleg. Ondanks deze lange voorbereiding leek Paars er in eerste instantie niet te komen. Na een lange formatieronde brak de VVD, omdat de PvdA alleen bereid was te bezuinigen op de overheidsorganisatie en niet wilde snijden in de sociale voorzieningen. Tegen advies van de fractieleiders in, gaf koningin Beatrix toch de formatie een tweede kans. Deze tweede formatie ronde had wel succes en het eerste paarse kabinet was een feit. Frits Bolkestein bleef in de kamer en zette een aantal maatschappelijke vraagstukken op de politieke agenda, die tot dan toe onbespreekbaar waren geweest in politiek Den Haag, zoals islam en immigratie. Deze lijn werd in 1998 beloond met 38 zetels en de VVD werd daarmee de tweede partij. Kort na de formatie van het tweede kabinet Kok trad Bolkestein verrassend af als fractievoorzitter en werd opgevolgd door Hans Dijkstal.
[bewerk] De opkomst van het populisme
In aanloop tot de 2002 verkiezingen leek de VVD opnieuw een enorme winst te gaan boeken. De opiniepeilers peilden in 2001 nog 50 zetels voor de VVD. De strategie die de VVD daarna koos was eenheid bewaren, een laag profiel houden en vooral geen controversiele dingen doen tot de verkiezingen. Een strategie die hopeloos mislukte, met de komst van Fortuyn naar de politiek. Dijkstal maakte als lijsttrekker mede dankzij deze gekozen strategie een weinig inspirerende en matte indruk op de kiezer en verloor fors bij de gemeente- en Tweede Kamerverkiezingen. De VVD die 1 jaar eerder nog als grootste partij gepeild werd verloor 14 zetels. Dijkstal kon niet anders dan zijn conclusies trekken en werd opgevolgd door Gerrit Zalm. Daarnaast koos de VVD ook voor een forse vernieuwing van de partijorganisatie. Zo stapte de partij landelijk over op het systeem van one-man-one-vote en zou de lijsttrekker direct door de leden gekozen worden. Ondanks het forse verlies bij de verkiezingen was er weinig alternatief, dan toetreden tot het eerste kabinet-Balkenende (CDA/LPF/VVD). Door de snelle val van het kabinet, wist de VVD in 2003 alweer 4 zetels terug te winnen en trad wederom toe tot de regering. Zalm werd minister en opgevolgd door Jozias van Aartsen. Ondanks de winst bij de verkiezingen was nog geen sprake van een compleet herstel. Zo leverde de partij wederom zetels in bij de provinciale en Europese verkiezingen in 2004.
[bewerk] Discussies en verdeeldheid
Na de toetreding van Zalm tot het kabinet, kwam een oude discussie binnen de partij weer naar boven. De VVD heeft nooit willen kiezen of de politiek leider, de fractie voorzitter of de aanvoerder van de VVD ploeg in het kabinet is. Na een aantal botsingen tussen Gerrit Zalm en Jozias van Aartsen bepaalde de ledenvergadering dat Van Aartsen als fractievoorzitter de ‘politiek aanvoerder’ was. Na stevige discussies stelde de algemene vergadering van de VVD in 2005 een nieuw Liberaal Manifest vast, waarbij bleek dat de ideeën van Van Aartsen ook weerklank vonden bij de leden. Van Aartsen gunde zijn fractieleden erg veel vrijheid en dat ging vaak ten koste van de eenheid. Zo leken Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders vaak een eigen koers te varen ten opzichte van de fractie. Toen de regie wat strikter werd scheidde Geert Wilders zich in 2004 af van de partij. De teleurstellende uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006 was voor Van Aartsen aanleiding om terug te treden. Daarom vond er een vervroegde ledenraadpleging plaats over de nieuwe lijsttrekker voor de komende verkiezingen.
Het was de eerste keer dat de leden zo direct hun lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen konden kiezen. De twee voornaamste kandidaten hadden een duidelijk verschillende stijl: Mark Rutte als geroutineerde politicus die zich op het midden richtte en Rita Verdonk die als nieuw talent van buitenaf aangetrokken onder Balkenende II vooral de rechtervleugel aansprak. Aanvankelijk leek Rita Verdonk de lijsttrekkerverkiezingen te winnen, mede omdat opiniepeilers vooral de electorale achterban peilde en geen goede methode hadden om leden te peilen. Ondanks deze peilingen bleek binnen de partij uiteindelijk een meerderheid van 51% voor Mark Rutte te kiezen, tegen 46% voor Rita Verdonk. De VVD was ondertussen in de peilingen gestegen naar 36 zetels, mede door de vele media aandacht voor de ledenraadpleging.
Het bleek vanaf september toen de campagnes op gang kwamen niet mogelijk deze score vast te houden. De partij leek verdeeld te zijn en verloor uiteindelijk toch 6 zetels bij de verkiezingen. Voor het eerst in de geschiedenis haalde een kandidaat op een lijst meer stemmen dan de lijsttrekker. In de hoop deze winst te kunnen verzilveren, wilde Rita Verdonk een onderzoek naar wat deze uitslag zou moeten betekenen voor het politiek leiderschap. Deze schijnbare coupepoging vond geen steun bij de Tweede Kamerfractie en het hoofdbestuur. Besloten werd wel dat een commissie onder leiding van Sybilla Dekker de recente campagnes van de partij onderzoekt.
[bewerk] Organisatie
[bewerk] Partijorganisatie
[bewerk] De algemene vergadering
De algemene vergadering is het hoogste orgaan binnen de VVD. Op deze algemene vergadering worden huishoudelijke en politieke besluiten genomen. Leden worden via het partijblad (Liber) en de website uitgenodigd om deel te nemen aan deze vergadering. In de uitnodiging staan alle onderwerpen die er ter sprake gaan komen. De algemene vergadering wordt twee keer per jaar georganiseerd: als regel in mei en november. Normaal is de algemene vergadering een algemene ledenvergadering. Hier heeft ieder aanwezig lid één stem; hij mag ook nog voor hoogstens twee niet aanwezige leden per volmacht stemmen. Alleen voor de besluitvorming over reglementenkwesties bestaat nog de vergadering van afgevaardigden, die worden aangewezen door afdelingen. Iedere afdeling heeft per 50 leden (naar boven afgerond) 1 stem.
Daarnaast is de mogelijkheid tot een ledenraadpleging. Via dit systeem krijgt iedereen die mag stemmen, gedurende een bepaalde periode de gelegenheid om te stemmen over een onderwerp. Voorbeelden hiervan zijn ledenraadplegingen voor partijvoorzitter, lijsttrekker of kandidatenlijst. Het is ook mogelijk een ledenraadpleging over een onderwerp te houden.
[bewerk] Afdelingen
In een gemeente waar tenminste tien leden van de VVD wonen, kan in principe een afdeling worden opgericht. Er zijn zelfs enkele afdelingen gevestigd in het buitenland. (bv. Brussel, Antwerpen, New York, Duitsland) Net als landelijk is binnen de afdeling, de ledenvergadering het hoogste orgaan. Een afdeling moet minimaal één ledenvergadering per jaar houden. De ledenvergadering van een afdeling heeft een aantal taken:
- het vaststellen van (wijzigings-) voorstellen voor de landelijke algemene vergadering en de ledenvergadering van de kamercentrale
- besluitvorming over de kandidaatstelling bij de gemeenteraadsverkiezingen
- voorstellen van kandidaten voor Provinciale staten, staten-generaal en het Europees parlement
Naast deze taken, houden afdelingen zich nog bezig met inhoudelijke discussies en meepraten over de liberale koers, zich inzetten voor het voeren van een permanente campagne, werven van leden en het organiseren van cursussen, politiek cafés en andere activiteiten. Uiteraard is het gemeentelijk beleid één van de meest naar voren springende onderwerpen waar de afdeling zich mee bezighoudt.
[bewerk] De regio (voormalige ondercentrale)
Vanaf 1 januari 2005 zijn ondercentrales als bestuurslaag afgeschaft, echter kunnen afdelingen als ze dat willen nog samenwerken in regionaal verband. De leden van het regiobestuur zijn dan het regio-contact uit de leden van de samenwerkende afdelingen benoemd. Mogelijke taken voor het nieuwe regio bestuur is coördinatie van PR, ledenwerving, opleiding en training en uitwisselen van kennis.
[bewerk] De provinciecentrale
Eenmaal in de vier jaar treedt in elke provincie een provinciecentrale op. Provinciecentrales zijn belast met de kandidaatstelling voor leden van de Provinciale Staten en bevordering van verkiezing van deze kandidaten. Buiten Noord- en Zuid-Holland valt de provinciecentrale in de praktijk samen met de betreffende kamercentrale.
[bewerk] De kamercentrale
De kamercentrales (KC's) vormen het middenniveau tussen de landelijke organisatie en de plaatselijke afdelingen. Het takenpakket van de KC omvat onder andere de kandidaatstelling voor de Tweede Kamer, het meewerken aan de kandidaatstelling voor andere vertegenwoordigende lichamen, het bevorderen van het goede verloop van de werkzaamheden in de afdelingen in haar gebied, het verzorgen van PR-, opleidings- en trainingsactiviteiten, het begeleiden van talent alsmede het benoemen van partijraadsleden en vertegenwoordiging in het Liberaal Vrouwen Netwerk.
De indeling van de kamercentrales is eigenlijk gekoppeld aan de Kieswet, maar buiten Noord- en Zuid-Holland valt het gebied van een kamercentrale samen met dat van een provincie. Voor verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer kent Nederland volgens de Kieswet negentien rijkskieskringen. De VVD telt echter geen negentien maar zeventien kamercentrales, omdat de KC Gelderland en de KC Brabant zich uitstrekken over het gebied van ieder twee rijkskieskringen.
De centralevergadering kiest het bestuur van hun kamercentrale. Dat bestaat uit een voorzitter, één of meer vicevoorzitters, de secretaris, de penningmeester en één of meer andere leden voor het vervullen van bepaalde taken (zoals PR, jongerenbeleid, talentmanagement en opleiding en training). Allen worden in functie benoemd. Tevens zijn er diverse leden met een adviserende stem: vertegenwoordigers van het Liberaal Vrouwen Netwerk, Bestuurdersvereniging en de Provinciale Statenfractie.
Bestuursleden belast met jongerenbeleid binnen de KC, gebeurd op voordracht van het JOVD en VVD hoofdbestuur.
Evenals in de afdelingen berust het hoogste gezag bij de ten minste één maal per jaar te houden centralevergadering. Alle leden hebben toegang tot deze vergadering, mogen het woord voeren en hebben stemrecht.
[bewerk] De partijraad
De partijraad is het adviescollege van de VVD, dat ook politieke uitspraken kan doen. Een stemgerechtigd lid van de partijraad wordt gekozen door de ledenvergadering van een kamercentrale. Hoe meer VVD-leden in de kamercentrale, hoe meer plaatsen er door de kamercentrale vervuld mogen worden. De zittingsduur is drie jaar. Elk jaar treedt een derde van deze leden volgens rooster af, waarbij zij één maal herkozen kunnen worden. Adviserende leden van de partijraad zijn de leden van het hoofdbestuur, één vertegenwoordiger van elk kamercentralebestuur, de leden van de VVD-fracties in de Staten Generaal en het Europees Parlement, de voorzitters van de partijcommissies en van de VVD Bestuurdersvereniging, de voorzitter en directeur van de Teldersstichting, de ereleden van de VVD en maximaal tien speciaal door het hoofbestuur benoemde leden.
[bewerk] Het hoofdbestuur
De VVD wordt bestuurd door het hoofdbestuur (HB), dat bestaat uit een door ledenraadpleging gekozen voorzitter, één of meerdere vicevoorzitters, een penningmeester, algemeen secretaris en secretarissen voor de organisatie. De vergaderingen van het HB worden met adviserende stem bijgewoond door de voorzitters van de Kamerfracties, een vertegenwoordiger van de VVD-fractie in het EP, een vertegenwoordiger van de VVD-leden in de Raad van Ministers (bij regeringsdeelname), de voorzitter van de VVD Bestuurdersvereniging en de vicevoorzitter van de JOVD. De hoofdbestuursleden worden door de algemene vergadering voor de tijd van drie jaar verkozen en zijn één maal herkiesbaar. De leden van het HB hebben een onderlinge taakverdeling.
Zo is tenminste één lid in het bijzonder belast met de organisatie van de partij, één met de politiekinhoudelijke discussie, één met de in- en externe communicatie, één met de opleidings- en trainingsactiviteiten van de Haya van Somerenstichting en één met het onderhouden van contacten met buitenlandse liberale partijen. Het hoofdbestuur wordt ondersteund door bezoldigde medewerkers. Zij vormen onder leiding van de directeur het Algemeen Secretariaat, gevestigd in het Thorbeckehuis in Den Haag.
Huidig hoofdbestuur
- Jan van Zanen (voorzitter)
- Ina Adema (vicevoorzitter)
- Rogier van der Sande (vicevoorzitter)
- Gert Scholtes (algemeen secretaris)
- Jan Dirk Smit (penningmeester)
- Niels Joosten
- Tila zur Lage-Simons
- Mark Dijk
- Marijke Tsoutsanis-van der Koogh
Zie: VVD/Hoofdbesturen voor hoofdbestuurders uit het verleden |
[bewerk] Themabijeenkomsten
Met enige regelmaat worden op landelijk niveau bijeenkomsten georganiseerd die tot doel hebben om maatschappelijke kwesties of bestuurlijk problemen binnen de samenleving centraal te stellen en liberale antwoorden hierop te formuleren. In samenwerking met o.a. Kamerleden, specialisten uit het veld, landelijke partijcommissies en het Algemeen Secretariaat worden deze bijeenkomsten voorbereid.
[bewerk] Flitscongressen
Om in te kunnen spelen op de landelijke politieke actualiteit organiseert de VVD met enige regelmaat zogeheten Flitscongressen. In tegenstelling tot themabijeenkomsten zijn de onderwerpen minder ver van tevoren bekend maar kan, mocht hier aanleiding tot toe zijn, de VVD als partij wel op een snelle en inhoudelijke wijze reageren op debatten in de samenleving.
[bewerk] Jongerenorganisatie
De JOVD is de officieel aan VVD gelieerde onafhankelijke politieke jongerenorganisatie.
[bewerk] Wetenschappelijk bureau
De prof. mr. B.M. Teldersstichting is het wetenschappelijk bureau van de VVD dat tot doel heeft op wetenschappelijk verantwoorde wijze vraagstukken van maatschappelijk belang, in het bijzonder die van staatkundige, sociale, economische of juridische aard, te onderzoeken met de liberale beginselen als uitgangspunt. Zij doet dit o.a. ten behoeve van het liberalisme. De Teldersstichting is tevens uitgever van het tijdschrift 'Liberaal Reveil'. De stichting is vernoemd naar Benjamin Marius Telders
[bewerk] Opleidingscentrum
De Haya van Somerenstichting verzorgt opleidingen en trainingen voor VVD- en JOVD-leden. Voor iedere groep (aanstaande) politici zijn er specifieke cursussen, zoals politieke oriëntatie, discussietechnieken, presentatietechnieken, oppositievoeren, onderhandelen en crisissimulaties, mediatraining en cursussen gemeenteraad en een kadercursus. De stichting is vernoemd naar Haya van Someren-Downer
[bewerk] Europa
In het Europees Parlement werkt de VVD samen met D66 met 46 andere liberale partijen in de European Liberal Democrat and Reform Party ofwel ELDR. De ELDR vormt samen met enkele onafhankelijke partijen de ALDE Group, die met 88 leden de derde coalitiegroep zijn in het Europese Parlement.
[bewerk] Feiten en cijfers
[bewerk] Zetels in de Tweede Kamer
Nadat het aantal Tweede Kamerzetels werd verhoogd van 100 naar 150
- 1959-1963: 19 zetels
- 1963-1967: 16 zetels
- 1967-1971: 17 zetels
- 1971-1972: 16 zetels
- 1972-1977: 22 zetels
- 1977-1981: 28 zetels
- 1981-1982: 26 zetels
- 1982-1986: 36 zetels
- 1986-1989: 27 zetels
- 1989-1994: 22 zetels
- 1994-1998: 31 zetels
- 1998-2002: 38 zetels
- 2002-2003: 24 zetels
- 2003-2006: 28 zetels
- 2006-heden: 22 zetels
Zie: VVD/Tweede Kamerleden voor leden van de diverse fracties |
[bewerk] Zetels in de Eerste Kamer
Nadat het aantal Eerste Kamerzetels werd verhoogd van 50 naar 75:
- 1956-1959 7 zetels
- 1959-1963 8 zetels
- 1963-1966 7 zetels
- 1966-1969 8 zetels
- 1969-1971 8 zetels
- 1971-1974 8 zetels
- 1974-1977 12 zetels
- 1977-1980 15 zetels
- 1980-1981 13 zetels
- 1981-1983 12 zetels
- 1983-1986 17 zetels
- 1986-1987 16 zetels
- 1987-1991 12 zetels
- 1991-1995 12 zetels
- 1995-1999 23 zetels
- 1999-2003 19 zetels
- 2003-2007 15 zetels
Zie VVD/Eerste Kamerleden voor leden van de diverse fracties |
[bewerk] Zetels in het Europees parlement
- 1979-1984: 4 zetels
- 1984-1989: 5 zetels
- 1989-1994: 3 zetels
- 1994-1999: 6 zetels
- 1999-2004: 6 zetels
- 2004-2009: 4 zetels
Zie: VVD/Europees Parlementsleden voor leden van de diverse fracties |
[bewerk] Ledenontwikkeling
Jaar | Aantal leden | Jaar | Aantal leden | Jaar | Aantal leden |
1948 | 22.175 | 1968 | 35.000 | 1988 | 68.735 |
1949 | 21.771 | 1969 | ? | 1989 | 64.554 |
1950 | 21.271 | 1970 | 38.000 | 1990 | 59.074 |
1951 | ? | 1971 | ? | 1991 | 55.654 |
1952 | ? | 1972 | 41.536 | 1992 | 53.755 |
1953 | 26.777 | 1973 | 68.414 | 1993 | 53.390 |
1954 | 30.000 | 1974 | 78.759 | 1994 | 53.465 |
1955 | ? | 1975 | 82.831 | 1995 | 53.465 |
1956 | ? | 1976 | 87.751 | 1996 | 52.355 |
1957 | ? | 1977 | 97.396 | 1997 | 52.197 |
1958 | ? | 1978 | 100.510 | 1998 | 51.585 |
1959 | 35.000 | 1979 | 92.341 | 1999 | 48.991 |
1960 | ? | 1980 | 85.881 | 2000 | 48.092 |
1961 | ? | 1981 | 92.830 | 2001 | 47.441 |
1962 | ? | 1982 | 102.888 | 2002 | 47.441 |
1963 | 30.000 | 1983 | 95.528 | 2003 | 46.391 |
1964 | ? | 1984 | 89.120 | 2004 | 44.099 |
1965 | 30.000 | 1985 | 86.821 | 2005 | 41.861 |
1966 | 35.000 | 1986 | 84.617 | 2006 | 40.157 |
1967 | ? | 1987 | 76.282 | 2007 | 40.849 |
Bron: VVD - ledental (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen)
[bewerk] Fractievoorzitters
Binnen de VVD is en was de fractievoorzitter in de Tweede Kamer meestal de politieke leider van de partij. Omdat de liberalen om staatsrechtelijke redenen niet wensten vast te leggen dat hun leider nu juist wél of juist niet in het kabinet zetelt ontstonden over het leiderschap nu en dan problemen. Bij de vaststelling van het Liberaal Manifest in 2005 heeft de VVD uitgesproken dat de gekozen lijsttrekker als politiek leider voorzitter van de Tweede Kamerfractie hoort te worden als hij niet minister-president wordt.
- Fractievoorzitters van de VVD fractie in de Tweede Kamer:
- Mark Rutte: 29 juni 2006- heden
- Willibrord van Beek: 8 maart 2006- 29 juni 2006
- Jozias van Aartsen: 27 mei 2003- 8 maart 2006
- Gerrit Zalm: 16 mei 2002- 27 mei 2003
- Hans Dijkstal: 19 mei 1998- 16 mei 2002
- Frits Bolkestein: 30 april 1990- 19 mei 1998
- Joris Voorhoeve: 8 juli 1986- 30 april 1990
- Ed Nijpels: 20 mei 1982- 8 juli 1986
- Hans Wiegel: 27 mei 1981- 20 april 1982
- Koos Rietkerk: 19 december 1977- 27 mei 1981
- Hans Wiegel: 20 juli 1971- 19 december 1977
- Molly Geertsema: 1 oktober 1969- 20 juli 1971
- Edzo Toxopeus: 12 maart 1966- 1 oktober 1969
- Molly Geertsema: 24 juli 1963- 12 maart 1966
- Edzo Toxopeus: 16 mei 1963- 24 juli 1963
- Pieter Oud: 1948- 16 mei 1963
- Fractievoorzitters van de VVD fractie in de Eerste Kamer:
- Uri Rosenthal: 1 mei 2005-heden
- Nicoline van den Broek-Laman Trip: 14 september 1999- 1 mei 2005
- Leendert Ginjaar: 11 maart 1997- 14 september 1999
- Frits Korthals Altes: 13 juni 1995- 11 maart 1997
- David Luteijn: 23 juni 1987- 13 juni 1995
- Guus Zoutendijk: 1 december 1980- 23 juni 1987
- Haya van Someren-Downer: 3 juni 1976- 12 november 1980
- Harm van Riel: eind 1958- 3 juni 1976
- Anthonie Nicolaas Molenaar: 1948- eind 1958
- Fractievoorzitters van de VVD fractie in het Europees parlement:
- Jules Maaten: 2001-heden
- Jan Kees Wiebenga: 1998-2001
- Gijs de Vries: 1989-1998
- Hans Nord: 1984-1989
- Cornelis Berkhouwer: 1979-1984
[bewerk] Bewindslieden
- Kabinet-Drees/Van Schaik: (7 augustus 1948- 15 maart 1951)
- mr. Dirk Stikker, minister van buitenlandse zaken
- mr. Wim Fockema Andreae, staatssecretaris van oorlog (mei 1949 - november 1950)
- Kabinet-Drees I: (15 maart 1951 - 2 september 1952)
- mr. Dirk Stikker, minister van buitenlandse zaken
- Kabinet-De Quay: (19 mei 1959 - 14 april 1963)
- drs. Henk Korthals, viceminister-president, minister van Verkeer en Waterstaat
- mr. Edzo Toxopeus, minister van Binnenlandse Zaken
- Sidney van den Bergh, minister van Defensie (tot 1 augustus 1959)
- Simon Hendrik Visser, minister van Defensie (vanaf 1 augustus 1959)
- dr. Hans Rudolf van Houten, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Eildert Geurt Stijkel, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- Kabinet-Marijnen: (24 juli 1963 - 14 april 1965)
- mr. E.H. Toxopeus, minister van Binnenlandse Zaken
- prof. dr. Johan Witteveen, minister van Financiën
- mevr. drs. Johanna Frederika Schouwenaar-Franssen, minister van Maatschappelijk Werk
- Willem den Toom, staatssecreraris van Luchtmacht
- Mike Keyzer, staatssecretaris van Verkeer en Waterschap
- Kabinet-De Jong: (5 april 1967 - 6 juli 1971)
- prof. dr. Johan Witteveen, viceminister-president, minister van Financhiën
- prof. mr. Carel Hendrik Frederik Polak, minister van Justitie
- Willem den Toom, minister van Defensie
- Hans de Koster, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- mr. Klaas Wiersma, staatssecretaris van Justitie
- Mike Keyzer, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- Kabinet-Biesheuvel: (6 juli 1971 - 11 mei 1973)
- mr. Molly Geertsema, viceminister-president, minister van Binnenlandse Zaken
- Hans de Koster, minister van Defensie
- prof. mr. drs. Hartgert Langman, minister van Economische Zaken
- mr. Koos Rietkerk, staatssecretaris van Sociale Zaken
- Henk Vonhoff, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
- Kabinet-Van Agt I: (19 december 1977 - 11 september 1981)
- Hans Wiegel, viceminister-president, minister van Binnenlandse Zaken
- dr. Chris van der Klaauw, minister van Buitenlandse Zaken
- dr. Arie Pais, minister van Onderwijs
- ir. Danny Tuijnman, minister van Verkeer en Waterstaat
- drs. Gijs van Aardenne, minister van Economische Zaken
- dr. Leendert Ginjaar, minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne
- mr. Henk Koning, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
- dr. Wim van Eekelen, staatssecretaris van Defensie
- mevr. drs. Neelie Smit-Kroes, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- mr. Karel Beyen, staatssecretaris van Economische Zaken
- Gerard Wallis de Vries, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
- mevr. mr. Els Veder-Smit, staatssecretaris van Volksgezondheid en MIlieuhygiëne
- Kabinet-Lubbers I: (4 november 1982 - 14 juli 1986)
- drs. Gijs van Aardenne, viceminister-president, minister van Economische Zaken
- mr. Frits Korthals Altes, minister van Justitie
- dr. Rudolf de Korte, minister van Binnenlandse Zaken (vanaf 11 maart 1986)
- mr. Koos Rietkerk, minister vna Binnenlandse Zaken (tot zijn overlijden op 20 februari 1986)
- mevr. drs. Neelie Smit-Kroes, minister van Verkeer en Waterstaat
- mevr. drs. Eegje Schoo, minister van Ontwikkelingssamenwerking
- dr. Wim van Eekelen, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- drs. Leendert Ginjaar, staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen
- mr. Henk Koning, staatssecretaris van Financiën
- drs. Willem Hoekzema, staatssecretaris van Defensie
- drs. Jaap Scherpenhuizen, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- mr. drs. Frits Bolkestein, staatssecretaris van Economische Zaken
- Ad Ploeg, staatssecretaris van Landbouw en Visserij
- mevr. mr. Annelien Kappeyne van de Coppello, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Kabinet-Lubbers II (14 juli 1986 tot 7 november 1989)
- dr. Rudolf de Korte viceminister-president en minister van Economische Zaken
- mr. Frits Korthals Altes, minister van Justitie
- dr. Wim van Eekelen, minister van Defensie (afgetreden 6 september 1988)
- mr. drs. Frits Bolkestein, minister van Defensie (vanaf 24 september 1988)
- drs. Ed Nijpels, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- mw. drs. Neelie Smit-Kroes, minister van Verkeer en Waterstaat
- mw. mr. Virginie Korte-van Hemel, staatssecretaris van Justitie
- mw. drs. Nelly Jeanne Ginjaar-Maas, staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen
- mr. Henk Koning, staatssecretaris van Financiën
- Albert-Jan Evenhuis, staatssecretaris van Economische Zaken afgetreden 29 juni 1989
- drs. Dick Dees, staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
- Kabinet-Kok I: (22 augustus 1994 - 3 augustus 1998)
- Hans Dijkstal, viceminister-president, minister van Binnenlanse Zaken
- Jozias van Aartsen, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- mevr. Annemarie Jorritsma-Lebbink, minister van Verkeer en Waterstaat
- dr. ir. Joris Voorhoeve, minister van Defensie
- prof. drs. Gerrit Zalm, minister van Financiën
- drs. Jan Gmelich Meijling, staatssecretaris van Defensie
- Robin Linschoten, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (tot 29 juni 1996)
- mr. Frank de Grave, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (vanaf 4 juli 1996)
- mr. Michiel Patijn, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- mevr. Erica Terpstra, staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Sport
- Kabinet-Kok II: (3 augustus 1998 - 22 juli 2002)
- mevr. Annemarie Jorritsma-Lebbink, viceminister-president, minister van Economische zaken
- Jozias van Aartsen, ministerie van Buitenlandse Zaken
- mr. Frank de Grave, minister van Defensie
- drs. Loek Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- mr. Henk Korthals, minister van Justitie
- drs. Gerrit Zalm, minister van Financiën
- Henk van Hoof, staatssecretaris van Defensie
- Hans Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Johan Remkes, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- drs. Gijs de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
- mevr. drs. Monique de Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- kabinet-Balkenende I: (22 juli 2002 - 16 oktober 2002)
- Johan Remkes, viceminister-president, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Hans Hoogervorst, minister van Financiën
- mr. Benk Korthals, minister van Defensie (tot december 2002)
- Henk Kamp, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, minister van Defensie (vanaf december 2002)
- mr. drs. Atzo Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- drs. Annette Nijs, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- drs. Mark Rutte, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- mr. Benk Korthals, staatssecretaris van Defensie
- kabinet-Balkenende II: (27 mei 2003 - 30 juni 2006)
- Gerrit Zalm, Viceminister-president, minister van Financiën, minister van Economische zaken (3 juli 2006 - 7 juli 2006)
- Johan Remkes, minister van Binnenlandse Zaken
- Hans Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Henk Kamp, minister van Defensie
- Sybilla Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
- Rita Verdonk, minister van Vreemdelingenzaken en Integratie
- Atzo Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Henk van Hoof, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Drs. Annette Nijs, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (tot 9 juni 2004)
- Drs. Mark Rutte, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (van 17 juni 2004 tot 27 juni 2006), staatssecretaris van Onderwijs Sociale Zaken en Werkgelegenheid (27 mei 2003 - 17 juni 2004)
- Drs. Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- kabinet-Balkenende III: (7 juli 2006 - 22 november 2006)
- Gerrit Zalm, Viceminister-president, minister van Financiën
- Johan Remkes, minister van Binnenlandse Zaken
- Hans Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Henk Kamp, minister van Defensie
- Sybilla Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
- Rita Verdonk, minister van Vreemdelingenzaken en Integratie
- Atzo Nicolaï, minister van Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties
- Henk van Hoof, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Mr.Drs. Bruno Bruins, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Drs. Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
[bewerk] Ereleden
- Overleden ereleden
- Gijs van Aardenne (postuum benoemd op 19 april 1996)
- A.W. Abspoel (benoemd op 24 november 1973)
- Sidney van den Bergh (benoemd 29 maart 1969)
- Matty de Bruijne (postuum benoemd op 4 oktober 1991)
- Daniël Appolonius Delprat (benoemd op 28 februari 1970)
- Dick Wilhelm Dettmeijer (benoemd op 17 april 1964)
- Molly Geertsema (benoemd op 14 maart 1975)
- Hans Nord (benoemd op 27 mei 1989)
- Pieter Oud (benoemd tot erevoorzitter op 9 november 1963)
- Kornelis van der Pols (benoemd op 29 maart 1969)
- Harm van Riel (benoemd op 20 mei 1977)
- Koos Rietkerk (postuum benoemd op 18 april 1986)
- Haya van Someren-Downer (postuum benoemd op 22 mei 1981)
- Dirk Stikker (benoemd op 13 april 1973)
- Ereleden
- Edzo Toxopeus (benoemd op 28 februari 1970)
- Hans Wiegel (benoemd op 14 mei 1982)
- Frits Korthals Altes (benoemd op 23 mei 1997)
- Leendert Ginjaar (benoemd op 15 mei 1998)
- Els Veder-Smit (benoemd op 15 mei 1998)
- Henk Vonhoff (benoemd op 15 mei 1998)
- Frits Bolkestein (benoemd op 28 mei 1999)
- Honorair archivaris
- W.J.A. van den Berg (benoemd op 15 november 1993)
- drs. L.H.M. Osterholt (benoemd op 15 maart 1999)
[bewerk] Volksvertegenwoordigers en bestuurders
[bewerk] VVD volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer
De Tweede Kamerfractie van de VVD bestaat sinds de verkiezingen van 22 november 2006 uit 22 personen:
Zie: Alle (voormalige) Tweede Kamerleden van de VVD |
[bewerk] VVD volksvertegenwoordigers in de Eerste Kamer
- prof. dr. U. (Uri) Rosenthal (fr.vz.)
- mr. G.J. (Fred) de Graaf
- mr. M.A. (Marbeth) Bierman-Beukema toe Water
- mr. G.J.J. (Ger) Biermans
- N.H. (Nicole) van den Broek-Laman Trip
- mr. A. (Ankie) Broekers-Knol
- drs. D.J.D. (Dick) Dees
- prof. dr. H.M. (Heleen) Dupuis
- J.J. (Jan) van Heukelum
- drs. W.K. (Willem) Hoekzema
- drs. E.M. (Elsabe) Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije
- ir. N.G. (Niek) Ketting
- drs. P.J.H.M. (Paul) Luijten
- C.J.G. (Cees) van den Oosten
- mr. P. (Paula) Swenker
[bewerk] VVD volksvertegenwoordigers in het Europees parlement
[bewerk] Provincies
- Friesland: 1 van de 5 leden
- Drenthe: 2 van de 5 leden
- Overijssel: 1 van de 6 leden
- Flevoland: 2 van de 5 leden
- Gelderland: 1 van de 6 leden
- Utrecht: 2 van de 6 leden
- Noord-Holland: 2 van de 6 leden
- Zuid-Holland: 2 van de 6 leden
- Zeeland: 1 van de 6 leden
- Noord-Brabant: 2 van de 7 leden
- Limburg: 1 van de 6 leden
- Groningen: 7 van de 55 zetels
- Friesland: 6 van de 55 zetels
- Drenthe: 9 van de 51 zetels
- Overijssel: 9 van de 63 zetels
- Flevoland: 11 van de 47 zetels
- Gelderland: 13 van de 75 zetels
- Utrecht: 14 van de 63 zetels
- Noord-Holland: 19 van de 83 zetels
- Zuid-Holland: 18 van de 83 zetels
- Zeeland: 7 van de 47 zetels
- Noord-Brabant: 15 van de 79 zetels
- Limburg: 9 van de 63 zetels
[bewerk] Gemeenten
Ongeveer 110 burgemeesters in Nederland zijn van VVD-huize. Enkele bekende VVD-burgemeesters zijn Ivo Opstelten (Rotterdam), Annemarie Jorritsma (Almere), Jan van Zanen (Amstelveen), Pauline Krikke (Arnhem), Geert Dales (Leeuwarden) en Alexander Sakkers (Eindhoven).
De partij heeft daarnaast ongeveer 270 wethouders en 1100 gemeenteraads- en deelgemeenteraadsleden in ruim 460 gemeenten en deelgemeenten.
[bewerk] Zie ook
- Liberalisme
- Liberalisme in Nederland
- VVD/Tweede Kamerleden voor een overzicht van wie er allemaal namens de VVD in de Tweede Kamer hebben gezeten.
- VVD/Eerste Kamerleden voor een overzicht van wie er allemaal namens de VVD in de Eerste Kamer hebben gezeten.
- VVD/Europees Parlementsleden voor een overzicht van wie er allemaal namens de VVD in het Europees Parlement hebben gezeten.
- VVD/Hoofdbesturen voor een overzicht van wie er allemaal namens de VVD in de Hoofdbestuur hebben gezeten.
- Kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006
[bewerk] Externe link
{{{afb_links}}} | Nederlandse Liberale partijen | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
{{{afb_links}}} | Politieke partijen in Nederland | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Vertegenwoordigd in de Staten-Generaal: Voor partijen die niet in het parlement vertegenwoordigd zijn, provinciale partijen, lokale partijen en opgeheven partijen, |