Max de Marchant et d'Ansembourg
Van Wikipedia
Maximilianus (Max) Victor Eugène Hubertus Joseph Marie graaf de Marchant et d'Ansembourg (Gulpen, 18 januari 1894 - Heerlen, 24 januari 1975), heer van Amstenrade en Schinveld, was een Nederlands nationaalsocialistisch politicus (NSB).
Inhoud |
[bewerk] Afkomst
Hij was de zoon van een rijke Limburgse edelman en Tweede Kamerlid, graaf Iwan de Marchant et d'Ansembourg. Max de Marchant werd in 1912 genaturaliseerd tot Pruisisch staatsburger en hij vocht in de Eerste Wereldoorlog als (minderjarige) oorlogsvrijwilliger in het Duitse leger. Na de oorlog (1919) werkte hij in het bankwezen in Rotterdam en Amsterdam en hij was sinds 1923 beambte bij de Staatsmijnen. In 1925 werd hij voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij burgemeester van Amstenrade. Van 1927 tot 1930 was hij lid van de Limburgse Provinciale Staten (ook voor de RKSP).
[bewerk] Nationaal-socialist
In 1933 sloot hij zich aan bij de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. Omdat het ambtenaren verboden werd om van de NSB lid te zijn, moest hij in 1934 terugtreden als burgemeester van Amstenrade. Hij woonde op zijn kasteel Amstenrade. Later zou hij ook onder het verbod op lidmaatschap van de NSB van de zijde van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland vallen. Bij de Statenverkiezingen van 1935 werd hij voor de NSB in de Limburgse Provinciale Staten en in de Eerste Kamer gekozen. In 1937 werd De Marchant voor de NSB in de Tweede Kamer gekozen waar hij optrad als fractievoorzitter (tot 10 mei 1940).
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
Voor de NSB werd hij in 1941 commissaris der provincie (de nationaalsocialistische benaming voor de Commissaris der Koningin) van Limburg. In die hoedanigheid voerde hij het leidersbeginsel door. Als reactie hierop namen 44 Limburgse burgemeesters (meest RKSP) ontslag. Vlak voor de bevrijding van Zuid-Limburg vluchtte hij naar Duitsland. Op 30 april 1945 werd de inmiddels door de NSB geroyeerde Max d'Ansembourg gearresteerd.
[bewerk] Na de Tweede Wereldoorlog
Het Bijzonder Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeelde hem op 29 april 1946 tot 15 jaar gevangenisstraf. Dit vonnis werd in oktober 1946 door de Bijzondere Raad van Cassatie bevestigd. In 1954 werd hij in vrijheid gesteld.
Zijn weduwe Myriam von Fürstenberg kwam in 1988 in het nieuws. Haar staatspensioen werd door toedoen van de andere weduwe van een NSB-kamerlid, Florentine Rost van Tonningen-Heubel aangevochten bij de Hoge Raad. De gravin had nooit aanstoot gegeven, en bleef buiten de publiciteit. Maar Florry Rost van Tonningen had in de jaren '80 ergernis gewekt met haar ontkenning van de Holocaust en haar verheerlijking van het Derde Rijk, zodat de pensioenen van de twee 'zwarte weduwen' ter discussie kwam te staan. De Hoge Raad vond echter geen rechtsgrond voor het intrekken ervan.
De weduwe van Max de Marchant et d'Ansembourg overleed op zondag 18 juni 2006
[bewerk] Werk
- Alles voor het vaderland (1946)
Voorganger: W. van Sonsbeeck |
Commissaris der Provincie Limburg 1941-1944 |
Opvolger: W. van Sonsbeeck |
{{{afb_links}}} | Zie ook: | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Portaal: Fascisme en nationaalsocialisme in Nederland · Fascisme in Nederland · Fascisme · Nationaalsocialisme |
Bronnen en referenties: |
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. |