Rutger Jan Schimmelpenninck
Van Wikipedia
Rutger Jan Schimmelpenninck (Deventer, 31 oktober 1761 – Amsterdam, 15 februari 1825), Heer van Nyenhuis, Peckedam en Gellicum, was een Nederlands jurist, ambassadeur en politicus, onder andere raadpensionaris van de Bataafse Republiek.
Inhoud |
[bewerk] Achtergrond en opleiding
Hij werd geboren in Deventer als zoon van een wijninkoper en was een afstammeling uit een bastaardtak van het Gelderse adellijke geslacht Schimmelpenninck. Hij volgde in Deventer een atheneum-opleiding. Op 20 jarige leeftijd vertrok hij naar Leiden, om daar Romeins- en hedendaags recht te gaan studeren. Hij promoveerde op de verhandeling De imperio populari rite temporato waarin hij Rousseau's leer der volkssoevereiniteit verdedigde, alleen waarin deze beperkt blijft tot de gegoede burgerij. Ook sprak hij zich in dit proefschrift positief uit voor de Amerikaanse grondwet met hun dominerende president. De gegoede burgerij - de stand waar Schimmelpenninck zelf toe behoorde - was (zeker in het oosten van Nederland) verstoken van enige macht. Dit frustreerde tal van jonge burgers, zoals Rutger Jan, die een goede opleiding hadden genoten, maar omwille van hun afkomst geen invloedrijke functies mochten bekleden bij de overheid: Die bleven in die tijd beperkt tot de adel en de regenten.
[bewerk] Een actief patriot
Na zijn promotie ging Schimmelpenninck aan het werk als advocaat in Amsterdam (1785). In 1788 trouwde hij met Catherina Nahuys. Catherina was een telg uit het rijke geslacht Nahuys en zij verschafte haar man een groot vermogen en de nodige connecties in de hoofdstad. Samen met deze nieuwe connecties richtte Schimmelpenninck de patriottische Vaderlandsche Sociëteit op. De Vaderlandsche Sociëteit bestond maar zeer kort. Als gevolg van de Pruisische inval in 1787 werd zij ontbonden. De Pruisen herstelden de macht van de stadhouder, Willem V en diens Pruisische gemalin, Wilhelmina. De patriotten werden sindsdien tegengewerkt en een deel week uit naar het buitenland (Frankrijk). Schimmelpenninck en zijn vrienden besloten tot de oprichting van een "wetenschappelijke" sociëteit, het Kunst- en letterlievend Genootschap Doctrina et Amicitia. Naast Schimmelpenninck waren ook andere prominente patriotten als Krayenhoff, Gogel, Goldberg, Wiselius, Van Staphorst en Crajenschot lid.
[bewerk] Leider van de 'Moderaten'
Na de Franse inval in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in januari 1795 kwam hij in het voorlopige stadsbestuur van Amsterdam terecht. Bij de verkiezingen werd hij voor het kiesdistrict Amsterdam-XIV in de Eerste Nationale Vergadering gekozen voor de Moderaten. De Moderaten waren niet enige partij in de Nationale Vergadering, er waren ook Federalisten en Unitariërs. De Federalisten waren conservatief; zij waren al blij met het vertrek van de stadhouder en wilden verder geen hervormingen. Zij waren voorstanders van gewestelijke autonomie. De Unitariërs daarentegen waren radicaal; de gewesten moesten worden vervangen door departementen en er moest een krachtig, democratisch en centraal bestuur komen voor de Bataafse Republiek. De Moderaten van Schimmelpenninck namen een tussenpositie in; ze wilden ook een centrale staat, net als de Unitariërs, maar zagen niets in een verregaande verruiming van de kieswet. De Moderaten waren vaak besluiteloos en werden daarom door hun vijanden - zowel de Unitariërs als Federalisten - "slijmgasten" genoemd.
Van 17 mei 1796 tot 30 mei 1796 en van 15 mei 1797 tot 29 mei 1797 was Schimmelpenninck voorzitter van de Eerste Nationale Vergadering.
In 1797 werd Schimmelpenninck ook in de Tweede Nationale Vergadering gekozen. Hij nam echter onmiddellijk ontslag toen het gerucht de ronde deed dat de "ultrademocraten" met Franse hulp de macht probeerden te grijpen. Na de staatsgreep van Daendels op 12 juni 1798 kwam Schimmelpenninck weer op de voorgrond. Hoewel Daendels een Unitariër was, volgde hij de lijn van "behoedzame tempering" (gematigdheid) en werd hierom door Schimmelpenninck gesteund.
[bewerk] Ambassadeur
In 1798 werd hij voor de Bataafse Republiek ambassadeur in Parijs, om er de belangen van Nederlanden te behartigen. Na de staatsgreep van Napoleon Bonaparte op 9 november 1799, raakte hij in de ban van diens persoonlijkheid. In 1801-1802 nam Schimmelpenninck deel aan de vredesonderhandeling in Amiens. In 1802 werd hij overgeplaatst naar Londen, maar al na een half jaar keerde hij op verzoek van de Fransen terug naar Parijs (hervatting strijd Groot-Brittannië en Franse Republiek en bondgenoten waaronder de Bataafse Republiek). In september 1803 werd hij opnieuw ambassadeur en kwam in de belangstelling van Napoleon te staan.
[bewerk] Raadpensionaris
In 1804 werd Schimmelpenninck door Napoleon gevraagd een nieuwe grondwet te schrijven voor de Bataafse Republiek. Toen deze een jaar later af was, keerde Schimmelpenninck naar Nederland terug om er als raadpensionaris de macht van het Staatsbewind over te nemen. In feite was Schimmelpenninck een stroman van Napoleon geworden. Het is niet duidelijk of Schimmelpenninck veel behoefte voelde dit ambt te bekleden, maar omdat Napoleon hem min of meer dwong, ging hij akkoord. Als raadpensionaris werd hij bijgestaan door een 19 leden tellend Wetgevend Lichaam dat ieder half jaar bijeenkwam en haar oordeel uitsprak over het beleid. Er kwam ook een soort kabinet met secretarissen van Staat. Eén van de belangrijkste secretarissen van Staat was Alexander Gogel, die het departement van Financiën beheerde. Schimmelpenninck nam zijn intrek op Paleis Huis ten Bosch en reed op werkdagen met zijn koets naar het Binnenhof om daar te werken. Rutger Jan Schimmelpenninck gedroeg zich steeds meer als opperheerser en voerde een hofhouding. In de korte tijd dat hij raadpensionaris was heeft Schimmelpenninck, bijgestaan door Gogel, enkele zeer belangrijke hervormingen doorgevoerd die zwaar op de bevolking drukten. Gogel wist een nieuw belastingstelsel door te drukken. Er kwam accijns op zout en zeep, op turf, alcoholische dranken, graan, meel en vlees. Er werd een grondbelasting ingevoerd, een kadaster, personele belasting op bedienden, paarden, meubels etc. Schimmelpenninck's secretaris van Staat voor Onderwijs, Hein van Stralen, voerde een nieuwe onderwijswet in (overheidssteun aan het openbaar onderwijs). Al na een jaar werd Schimmelpenninck vervangen door Lodewijk Napoleon, Napoleons broer, die op 4 juni 1806 in Nederland arriveerde en koning van het Koninkrijk Holland werd. In 1807 werd Schimmelpenninck geëerd met de adellijke titel van ridder.
[bewerk] Senator
Vijf jaar lang was hij werkloos, totdat hij in 1811 senator werd in Frankrijk. Nederland was toenmiddels door Frankrijk geannexeerd. Als senator vestigde Schimmelpenninck zich in Parijs. Op 10 april 1811 werd hij door Napoleon verheven tot comte de l'Empire (Graaf van het keizerrijk).Napoleon koos hem als "aartsschatbewaarder" van de Orde van de Drie Gulden Vliezen.
[bewerk] Na het herstel
Toen Napoleon in 1815 verslagen werd en Nederland een onafhankelijke monarchie geworden was, nam Schimmelpenninck zitting in de Eerste Kamer. Hier bleef hij tot 1820 zitten. Een oogafwijking dwong hem zich terug te trekken uit het openbare leven. Hij overleed in 1825 in Amsterdam.
[bewerk] Familie
Uit zijn huwelijk met Catherina Nahuys (26 augustus 1788) werden twee kinderen geboren: één dochter en één zoon. Zijn zoon Gerrit graaf Schimmelpenninck (1794-1863) was later premier van Nederland (1848). Rutger Jan had ook een broer, Gerrit Schimmelpenninck (1759-1818), die in de jaren 1795-1798 lid was van de Vergadering van provisionele representanten van het Volk van Overijssel. Van Rutger Jan graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis (1821-1893), lid van de Tweede Kamer en minister van Financiën (1866-1868), was hij de grootvader.
[bewerk] Literatuur
- Matthijs Siegenbeek: Levensberichten van leden van Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1825)
- G. graaf Schimmelpenninck: Rutger Jan Schimmelpenninck en enige gebeurtenissen van zijnen tijd (2 dln. 1845)
- H.T. Colenbrander: Schimmelpenninck en Koning Lodewijk (1911)
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, dl. 4, pag 1225
- Theun de Vries: Rutger Jan Schimmelpenninck, republikein zonder republiek (1941)
- A. Sixma van Heemstra-Schimmelpenninck: In de schaduw van Napoleon: uit het persoonlijk leven van raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck (1961)
- L.J. Rogier: Rutger Jan Schimmelpenninck, 31 oktober 1761 te Deventer geboren in Terugblik en uitzicht. Verspreide opstellen II (1964)
- L. Plemp van Duiveland: Schimmelpenninck 1761-1825: levensverhaal en tijdsbeeld (1971)
- K. Jansma en M. Schroor (red.): 10.000 jaar geschiedenis der Nederlanden (1991).
[bewerk] Zie ook:
[bewerk] Bronnen:
- Grote Winkler Prins Encyclopedie, 7de druk 1975 (red. Winkler Prins)
- De Katholieke Encyclopædie, 1950 (red. De Katholieke Encyclopædie)
- Parlement & Politiek
- 10.000 jaar geschiedenis der Nederlanden (K. Jansma en M. Schroor [red.])
Voorganger: geen (Staatsbewind) |
Raadpensionaris 1805-1806 |
Opvolger: Carel de Vos van Steenwijk (waarnemend) |
Bronnen en referenties: |
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. |