Uitspraak van de r
Van Wikipedia
De r kan in het Nederlands op opmerkelijk veel verschillende manieren uitgesproken worden. Ook in andere talen komen veel verschillende r-klanken voor, maar dit artikel gaat voornamelijk over het Nederlands.
Veel sprekers van het Nederlands ergeren zich aan de uitspraak van de r door medesprekers. Deze klank lijkt meer dan enige andere verbonden met oordelen over talen en met verschillen tussen dialecten onderling. Ook binnen één verder coherent dialectgebied zijn er uitspraakverschillen, zodat een kaart met isoglossen niet eenvoudig te maken is, terwijl juist deze letter vaak het verschil tussen twee nauw verwante dialecten uitmaakt.
Inhoud |
[bewerk] Types r naar fonologie
Mensen onderscheiden de verschillende r'en als "de Rotterdamse r", "de Gooise r", de "Limburgse r" etcetera. De r kan op vier plaatsen in de mond/keelholte gevormd worden en ook nog op verschillende manieren worden geproduceerd (rollend, brouwend enzovoort).
[bewerk] Van voor naar achter
Tong-r, alveolair. De r wordt met de punt van de tong gemaakt, waarbij de tong zich vlak achter de tanden tegen het harde gehemelte bevindt. In veel talen is de tong-r de 'gewone' r, dat wil zeggen de r van de 'normale' uitspraak van de standaardtaal. Denk aan Italiaans, Spaans, Russisch.
Gehemelte-r, velair. De tong wordt iets verder naar achteren tegen het zachte gehemelte gedrukt om de r te produceren. Het duidelijkste voorbeeld is de Engelse r.
Huig-r, uvulair. De r wordt gerealiseerd door de huig te laten trillen.
Keel-r, gutturaal. De r wordt voorbij de huig in de keelholte geproduceerd. Denk aan de Duitse en Franse standaarduitspraak.
[bewerk] Van rollend tot brouwend
Rollend. Zowel de tong-r als de huig-r zijn een rollende r, waarbij de luchtstroom beurtelings geopend en gesloten wordt. De duur van het rollen van de r kan variëren, maar is in het Nederlands verder niet van belang. In het Italiaans echter is er uitspraakverschil tussen -r- en -rr-.
Tik (Engels: tap). In snel gesproken Nederlands kan het rollen van een tong-r teruggebracht worden tot een enkel tikje. Er zijn talen, zoals het Spaans, waar het tikje (pero) tegenover de rol (perro) staat en er zijn ook talen waarin de tik-r de normale uitspraakwijze is, zoals het Japans en het Kinyarwanda (de taal van Rwanda). Deze r is op het gehoor nauwelijks te onderscheiden van een korte l, die ook maar uit één slagje met de tong bestaat, en genoemde talen hebben dan ook geen l. (Het aan het Kinyarwanda verwante Kiswahili, de lingua franca van Oost-Afrika, heeft juist alleen een l, geen r.)
Vloeiend, als half-klinker. Deze r is een zuivere liquida: een vloeiende medeklinker die grenst aan een klinker, zoals l, m en n. De velaire r is over het algemeen vloeiend.
Wrijvend, fricatief. Als de luchstroom belemmerd wordt kan een lichter of zwaarder schurend geluid onstaan. De keel-r is in alle gevallen een fricatief en kan diep in de keel geproduceerd worden (zwaag bgouwen), maar ook iets hoger en minder schurend, waarbij de huig mee kan trillen (gutturaal plus uvulair). Er is ook nog een lateraal fricatieve velaire r, waarbij het schurende geluid komt van lucht die langs de zijkant van de tong ontsnapt; deze r begint meestal met een tikje, ook geproduceerd langs de zijkant van de tong.
[bewerk] Constantheid, reductie
De uitspraak is in sommige dialecten constant, in andere veranderlijk. Constant wil zeggen dat de r onder alle omstandigheden hetzelfde klinkt. De gedaanten van een veranderlijke r hangen af van of er een klinker op volgt (anlaut) of geen klinker (auslaut). Bij de anlaut-r kan het ook nog uitmaken of de r in de klankenstroom tussen klinkers komt te staan (die riem), of na een medeklinker (drie).
Als een r niet te verbinden is aan een klinker kan het uitspreken ervan problemen opleveren. Daarom bestaat bij veel sprekers de neiging om de r dan minder prominent te laten klinken. Een tong-r wordt dan niet gerold, maar verandert in een meer vloeiende klank, die aan een j kan doen denken. Ook bij dialecten met een keel-r komt iets dergelijks voor.
Berucht is intussen de zogeheten Gooise-r, waarbij "Goois" niet verwijst naar het dialect van een regio maar naar de in zwang zijnde uitspraak bij de massamedia, die voor een groot deel in het Gooi zetelen. Door de aard van de media krijgt iedereen dit sociolect (medialect!) te horen. Kenmerkend is de reductie van de r, waarbij de anlaut-r vaak nog wel als tong-r te herkennen is, zeker in woorden als drie. In auslaut is er matige reductie waarbij j-kleuring kan optreden (daajdooj), of zelfs vrijwel totale reductie (daadoo). De onhoorbare r behoudt echter wel de normale invloed op omliggende klanken, die sterk kan zijn (weet/weer, dood/door) of zwakker (daad/daar). Daadoo heeft dus heel andere klinkers dan halo.
[bewerk] Distributie
Waar in Nederland en Vlaanderen kan men een bepaalde r horen (de lijst is niet volledig):
Rollende r in alle gevallen:
Fries, Zeeuws, West-Vlaams, Oost-Vlaams (behalve Gent), de meeste Brabantse dialecten, Hollandse dialecten vanaf het Amsterdams naar het noorden en het Dordts, de meeste Nedersaksische dialecten, enkele dialecten aan de Limburgse Maaskant. Tevens in de meeste allochtone accenten.
Rollende r in anlaut, vloeiende r in auslaut:
Goois (auslaut kleurt soms naar j), Vriezenveens (inlaut en soms auslaut naar j), verder het grootste deel van Zuid-Holland behalve Rotterdam, Katwijk en Den Haag (rollende r in alle gevallen.)
Vloeiende r in alle gevallen:
Leids
Keel-r in alle gevallen:
Limburgs (op enkele dialecten na), geaffecteerde spraak, Zwols en Kampers, Deventers, Gents, Brussels.
Keel-r in anlaut, vloeiende r in auslaut:
Rotterdams (maar bij lang niet alle sprekers) (tweede r kan op Gooise r lijken), Haags (eind-r klinkt bij benadering als een [A], zoals in het Duits).
[bewerk] Sociologische aspecten en herkomst
De Nederlandse standaardtaal schrijft niet een bepaalde uitspraak van de r voor. Ook het ideaal van sprekers van "beschaafd" Nederlands ligt niet vast en is door de jaren heen veranderd. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was het gebruikelijk de keel-r te gebruiken, al was dat voor sommigen een teken van kapsones en propageerden zij daarom de rollende r. Na de Tweede Wereldoorlog is de invloed van de massamedia heel groot geworden. Eerst bedienden presentatoren zich van een zorgvuldige "redevoering-uitpraak", waarbij ze kozen voor een tong-r, keel-r of huig-r, maar in alle gevallen de beschaafdste en duidelijkste variant (zie externe link). Vanaf ongeveer 1970 is de media-uitspraak informeler geworden en is de Gooise r opgekomen (Hie is de NCÈV). Het feit dat velen, vooral jongeren, de r niet meer laten rollen voor een medeklinker is echter niet alleen aan de media toe te schrijven: in het zeer dicht bevolkte Zuid-Holland komt een dergelijke klank algemeen en waarschijnlijk al vrij lang voor. Ook heeft een spreker van het Nederlands met een vloeiende r nog niet noodzakelijk de Gooise volledig overgenomen. Als dat wel het geval is, worden de sprekers vaak door mensen van buiten hun sociale groep als bekakt aangemerkt, zoals dat voorheen met de keel-r het geval was.
De populariteit van de keel-r onder de bovenlaag van de bevolking is toe te schrijven aan het Frans. Daar kwam de klank in de Renaissance langzaam de taal binnen, vermoedelijk het eerst in het dialect van het Île de France. Door het prestige van dit dialect, een soort Standaardfrans, sloeg de klank snel over naar andere dialecten. In ondermeer Nederland was het bon ton om Frans te spreken en indien dat niet mogelijk was sprak de bovenlaag van de bevolking veelal met een Frans accent. In de steden namen de lagere bevolkingsklassen dat vaak over. Zo kwamen sommige stadsdialecten aan hun brouw-r. Daarmee kwam de uitspraak recht tegenover die van de plattelandsdialecten te staan: het Rotterdams tegenover bijvoorbeeld het Vlaardings, het Haags tegenover het Schevenings, het Zwols tegenover het Vollenhoves enzovoort. Veel sprekers van de plattelandsdialecten zien de keel-r als een "spgaakgebgek".