Basisonderwijs (Nederland)
Van Wikipedia
Het basisonderwijs is bedoeld voor kinderen van 4 tot 14 jaar. De meeste kinderen volgen dit onderwijs tot ze twaalf zijn. Hoewel het basisonderwijs gevolgd kan worden vanaf 4 jaar, is pas vanaf de vijfde verjaardag het kind leerplichtig. Een school waar basisonderwijs wordt aangeboden, heet een basisschool.
Voor kinderen die uitvallen binnen het basisonderwijs is een overstap naar het speciaal onderwijs mogelijk. Beide onderwijsvormen vallen onder de wet op het primair onderwijs. Met de komst van inclusief onderwijs zal het speciaal onderwijs naar verwachting verdwijnen of veranderen in zogenaamde expertisecentra.
Na het basisonderwijs volgt het voortgezet onderwijs.
Inhoud |
[bewerk] Onderverdeling in bouwen
De groepen 1 en 2 komen overeen met wat voor 1986 kleuterschool heette en de groepen 3 t/m 8 met de vroegere lagere school. De groepen 3 t/m 8 werden in die tijd aangeduid met klassen 1 t/m 6.
Verder kunnen de acht leerjaren worden onderverdeeld in:
- onderbouw (groep 1 en groep 2)
- middenbouw (groep 3, groep 4 en groep 5)
- bovenbouw (groep 6, groep 7 en groep 8)
Andere verdelingen zijn echter ook mogelijk. Zoals bijvoorbeeld de "dubbelklas" verdeling: Onderbouw:
- Groep 1-2
- Groep 3-4
Bovenbouw:
- Groep 5-6
- Groep 7-8
[bewerk] Personeel
Binnen de basisschool zijn verschillende functies. Op deze wijze is het mogelijk om het onderwijs optimaal af te stemmen op de ontwikkelingsbehoeften van de verschillende leerlingen.
- Leerkracht basisonderwijs
- Vakleerkracht voor bijvoorbeeld gymnastiek, muziek of handvaardigheid.
- Onderwijsassistent
- Klassenassistenten
- Interne begeleider (IB)
- Remedial teacher (RT)
- Locatieleider
- Conciërge
- Administratieve kracht
- Schoolmaatschappelijk werker
- ICT-coördinator
[bewerk] Leerproces van de leerlingen
Een basisschool is wettelijk verplicht om een ononderbroken leerproces te garanderen voor iedere leerling. Hiervoor is het van belang om het onderwijs af te stemmen op de ontwikkelingsbehoeften van de individuele leerlingen.
Indien een leerling uitvalt, is er de mogelijkheid tot extra hulp in de klas. Er wordt een handelingsplan geschreven waarin staat wat de doelen van de extra hulp zijn en hoe deze bereikt denken te worden. De leerkracht kan hiervoor advies en begeleiding krijgen van de intern begeleider. Ook kan de leerling in enkele gevallen extra hulp krijgen buiten de eigen groep. Dit wordt doorgaans gedaan door de remedial teacher.
Ook in het geval van hoogbegaafdheid of indien een leerling versneld door de leerstof kan gezien zijn IQ of vaardigheden, is bovenstaande hulp mogelijk.
[bewerk] Leerlingvolgsysteem
Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen gebeurt met een leerlingvolgsysteem. Hiervoor maken de meeste scholen gebruik van het door CITO ontwikkelde systeem. Een voorbeeld hiervan is het CITO-leerlingvolgsysteem.CITO heeft voor de verschillende vakken toetsen ontwikkeld die halfjaarlijks worden afgenomen vanaf groep 1. Aan de hand hiervan kan de leerkracht zien wat het ontwikkelingsniveau is van de leerling en zijn onderwijs hierop aanpassen. De uitslagen worden genoteerd in het leerlingvolgsysteem.
Ook andere uitgevers en instituten brengen toetsen op de markt, zoals de toetsen van het DLE-leerlingvolgsysteem. Dat zijn eveneens methode-onafhankelijke toetsen, in dit geval van de hand van Teije de Vos. Toetsscores zijn om te rekenen in een zogenaamde DLE. Hierbij staat iedere groep voor 10 DLE's, te beginnen bij groep 3 (leerjaar 1). Aan het eind van de basisschool heeft de leerling derhalve gemiddeld een DLE van 60.
[bewerk] Rapportage
De school is verplicht om de vorderingen van de leerlingen te rapporteren naar de ouders of verzorgers. Meestal gebeurt dit in een zogenaamd rapportgesprek of tien-minuten-gesprek. Dit is een bespreking tussen leerkracht en ouder(s). Na het laatste rapport worden kinderen bevorderd tot de volgende groep of blijven zitten en doen dezelfde groep nog eens over. Indien dit laatste het geval is, is de school verplicht om aan te sluiten op de verschillende ontwikkelingsniveaus van de leerling om zodoende een ononderbroken leerproces te garanderen.
[bewerk] Doelen primair onderwijs
In de Wet op het Primair onderwijs staat welke vormingsgebieden de basisschool moet aanbieden. Hiervoor zijn kerndoelen geformuleerd.
Rekenen en wiskunde:
Taalvaardigheid:
- taal, waaronder mondelinge taalvaardigheid, lezen, spelling, stellen, taalbeschouwing, begrijpend lezen, studerend lezen
- Engels
Wereldoriëntatie:
Creatieve ontwikkeling:
- tekenen
- knutselen, handvaardigheid, handwerken
- muziek
- dramatische vorming
- dans
Bewegingsonderwijs:
- lichamelijke oefening
- spel en beweging
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
- bevordering gezond gedrag
- sociale redzaamheid
- burgerschapskunde
Levensbeschouwing:
Daarnaast is de school verplicht om:
- onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling van de kinderen;
- onderwijs breed op te zetten, zodat er aandacht is voor kennis en voor de creatieve, emotionele, sociale en lichamelijke ontwikkeling;
- aandacht te besteden aan de multiculturele samenleving;
[bewerk] Leerlijnen en methodes
Op een basisschool wordt gebruik gemaakt van een verschillende lesmethode voor de diverse vakken. Een school bepaalt zelf welke lesmethode het aanschaft.
Een lesmethode bestaat uit een leerlijn waarin de doelen zijn uitgewerkt in concrete lessen, een handleiding, leerlingmaterialen zoals een werk- en een leerboek. Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van bijbehorende computerprogramma's of internettoepassingen.
Ook kan er gebruik worden gemaakt van de schooltelevisie van Teleac, didactische programma's voor alle groepen als aanvulling op de lessen.
Veel leerkrachten maken of bewerken ook zelf lessen.
[bewerk] Activiteiten
Buiten het reguliere lesprogramma worden er op veel basisscholen bijzondere activiteiten georganiseerd zoals:
- schoolreisje
- kamp
- excursie, waaronder een bezoek aan een museum, kinderboerderij, schouwburg, musical, bibliotheek, bezienswaardigheid in dorp of stad
- maandafsluiting
- sportdag
Feesten zoals verjaardag, Kerstmis, Sinterklaas, Carnaval, Pasen worden ook vaak gevierd.
Ook kan op een basisschool worden gewerkt aan de hand van een bepaald thema zoals de seizoenen, dokter en ziekenhuis, beroepen, dieren, verkeer, Kinderboekenweek, speciale dagen zoals Vaderdag, Moederdag, dierendag etc. Hierin worden de leerdoelen van de verschillende ontwikkelingsgebieden (zoals rekenen, taal, etc.) uitgewerkt in concrete lessen.
[bewerk] Vormen van basisonderwijs in Nederland
Er zijn verschillende vormen van basisonderwijs:
- Openbare, op algemene grondslag.
- Bijzondere, op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag: protestant, katholiek, joods, islamitisch, hindoeistisch.
- Bijzondere, op grond van onderwijskundige ideeën (ook wel algemeen-bijzonder genoemd):
- Montessori-onderwijs
- Daltononderwijs
- Jenaplanonderwijs
- Freinetonderwijs
- Vrijeschool
- Sudbury-onderwijs
- Ontwikkelingsgericht onderwijs
- Gisdo
- Iederwijs
- Ervaringsgericht onderwijs
- Nutsonderwijs, onderwijs dat onafhankelijk is van enige levensbeschouwelijke of maatschappelijke stroming
- Combinaties van bovenstaande vormen.
[bewerk] Dagindeling
Een basisschool heeft een vaste dagindeling van maandag tot en met vrijdag. Hoewel scholen redelijk vrij zijn om de schooltijden zelf te bepalen, starten de lessen op de meeste scholen rond 08:30 uur. In de loop van de ochtend wordt er een pauze gehouden waarin de kinderen buiten spelen op het schoolplein. Tussen de middag gaan de kinderen of naar huis om te lunchen of blijven op school over en eten op school, vaak onder begeleiding van leerkrachten of ouders. 's Middags gaan de kinderen voor het tweede dagdeel tot ongeveer 15:15 uur naar school.
In Nederland zijn de leerlingen meestal vrij op woensdagmiddag. De leerkrachten gebruiken deze tijd voor onderwijsinhoudelijke zaken.
[bewerk] Schoolvakanties
Basisscholen kennen diverse schoolvakanties:
Het schooljaar begint ergens in augustus en loopt tot ergens in juli. Jaarlijks wordt landelijk een vakantie-rooster per regio gemaakt. Nederland is in drie regio's verdeeld: het Noorden, het Midden en het Zuiden van Nederland.
Na schooltijd gaan kinderen die niet naar huis kunnen i.v.m. werkzaamheden van ouders soms naar een buitenschoolse opvang.
[bewerk] Faciliteiten
Soms beschikt een basisschool over een eigen schoolbibliotheek, mediatheek of documentatie-centrum. Vrijwel alle scholen beschikken over een gymnastiekzaal (dicht)bij de school voor het vak gymastiek of lichamelijk oefening.
[bewerk] Organogram
Veel basischolen hebben een MR. Hierin zijn leerkrachten en ouders vertegenwoordig en wordt beleid mede bepaald.
[bewerk] Hulpouders
Op veel scholen in Nederland voeren ouders ondersteundende taken uit, zoals leesouder, begeleiden van excursies of andere uitstapjes en activiteiten.
[bewerk] Externe link
|
![]() |
---|---|
groep 1 | groep 2 | groep 3 | groep 4 | groep 5 | groep 6 | groep 7 | groep 8
|