Joeri Andropov
Van Wikipedia
Joeri Vladimirovitsj Andropov (Russisch: Юрий Владимирович Андропов) (15 juni 1914 in Nagoetskaja, Kraj Stavropol, Rusland — 9 februari 1984 in Moskou, USSR) was een Sovjetpoliticus.
Hij werd in 1939 lid van de Communistische partij van de USSR en maakte carrière in Moskou. Na de dood van Jozef Stalin in 1953 werd hij ‘weggepromoveerd’ en ambassadeur van de USSR in Hongarije. Hier wist hij de Hongaarse Opstand neer te slaan door de zittende politici te laten arresteren. Tegenstanders noemden hem "volstrekt meedogenloos". De leiders van de Hongaarse opstand werden korte tijd later geëxecuteerd.
Andropov was van 1967 tot 1982 hoofd van de KGB. Op 12 november 1982 volgde hij Leonid Brezjnev op als partijleider van de Communistische partij van de USSR en werd zo de machtigste man in de Sovjet-Unie. Op dat moment had hij al veel problemen met zijn gezondheid. Artsen constateerden diabetes, hoge bloeddruk en chronische problemen met de nieren.
Op 2 juni 1983 werd Andropov bovendien voorzitter van het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR en zo tevens staatshoofd. Na slechts 15 maanden regeringstijd, waarin hij bovendien een groot deel van de tijd door zijn slechte gezondheid niet in staat was om te regeren, stierf hij op 9 februari 1984 in Moskou.
Tijdens het beleid van Andropov werden er heel voorzichtige economische experimenten gehouden in de vorm van het Nieuwe Economische Mechanisme. Ook was hij verantwoordelijk voor de inbreng van Michail Gorbatsjov in het politbureau van de Sovjet-Unie, die de herstructeringsideeën van Andropov ten uitvoering zou brengen.
Andropov werd opgevolgd door Konstantin Tsjernenko.
 |
  |
|
Sovjet-Unie: Lenin - Trotski - Stalin - Chroesjtsjov - Brezjnev - Andropov - Tsjernenko - Gorbatsjov |
