Pantocrator
Van Wikipedia
Dit artikel past in de serie over de Orthodoxie |
|
Ook bekend als |
|
De belangrijkste concilies Theologie |
|
Patriarchaten |
|
Autocephale Kerken |
|
Liturgie |
|
Personen |
|
Kerkinterieur |
|
Liturgische gewaden |
[bewerk] Etymologie
'Pantokrator' komt uit het Grieks: παντοκρατωρ. Παντο betekent "alle(s)"; en κρατωρ "heerser". De term is afkomstig uit de Griekse vertaling van de joods-christelijke bijbel, het Oude Testament en het Nieuwe Testament en is een aanduiding voor God. De nadruk ligt op de universaliteit en de almacht die aan God worden toegeschreven.
In het theologische debat over de goddelijkheid van de bijbelse Jezus gebruikten de Griekse kerkvaders deze term eveneens voor Christus. Hiermee verzetten ze zich - tegen het in hun ogen - ketterse standpunt van Arius.
[bewerk] Iconografie
De eerste afbeeldingen van de Pantokrator worden gevonden op Byzantijnse munten uit de tijd van keizer Justinianus (527 - 565). Op deze wijze wordt de idee uitgedrukt dat de keizer de 'vicaris van Christus' is. In de strenge blik van de 'Pantokrator' komt niet alleen de universeel-kosmische heerschappij van Christus tot uitdrukking; als Soeverein van de Byzantijnse keizer geeft Hij ook deze de volmachten van een heerser.
De Pantokrator wordt in Byzanthium eveneens afgebeeld op mozaïeken. Deze vindt men onder meer in de Aya Sofia en de Verlosser-in-Chorakerk in Constantinopel (Istanbul.) In de iconenkunst komt dit beeldtype meestal later voor, namelijk in de loop van de middeleeuwen.
Christus wordt als Pantocrator (Παντοκράτωρ, al-beheerser), frontaal weergegeven, met een open of gesloten Evangelieboek in de linkerhand. Met de rechterhand maakt hij een zegenend of vermanend gebaar. De pink en de ringvinger raken de duim, de wijsvinger en de middelvinger zijn licht gekromd in een V. Dit wordt ook het gebaar van de leraar genoemd. In de aureool rond het hoofd staan dikwiljs de letters Ο ΩΝ ("de zijnde" of "Hij, die Is"), naar de eigennaam waarmee God zich aan Mozes kenbaar maakte in de brandende braamstruik (Exodus 3:14). Ook de afkorting ΙС ХС van Ιησους Χριστος(Jezus Christus) wordt veelvuldig aangebracht.
[bewerk] Interpretatie
De gouden achtergrond symboliseert het goddelijke: het is de voorstelling van het hemelse licht. Jezus draagt een rood of goudkleurig onderkleed en een blauwe mantel. Rood of goud is de kleur van de hemel, van de hemelse liefde, blauw is de kleur van de aarde. Jezus is dus in de eerste plaats goddelijk, maar door zijn menswording heeft God hem met het aardse bekleed.
Met de rechterhand maakt de Pantokrator een gebaar, dat op verschillende manieren kan verklaard worden:
- het is een waarschuwend teken: een vermaning tot luisteren, en tegelijk
- een zegenend gebaar: wijsvinger en middenvinger vormen de letters IC, duim en ringvinger de letter X, de pink weer een C: samen vormt dat dus het Christusmonogram IC XC
Het open evangelieboek laat meestal de tekst lezen "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven" (Johannes 14:6) of "Ik ben het Licht der Wereld; wie in mij gelooft zal in de Duisternis niet verdwalen" (Johannes 12:46).
In sommige Pantocratoriconen heeft Christus een asymmetrisch gezicht. Dit is een verwijzing naar zijn dubbele natuur (Hij is tegelijk God én mens), en een uitgesproken stellingname tégen de officieel verworpen theorie van het monofysitisme, die stelde dat Jezus géén menselijke natuur had.
De voorstelling van de Pantocrator is erg populair: zij komt voor in de centrale koepel van bijna elke Orthodoxe kerk en in de iconostase-wand van deze kerken.