Nagorno-Karabach
Van Wikipedia
Nagorno-Karabach is een provincie in Azerbeidzjan. Karabach betekent Zwarte Tuin in het Azerbeidjaans. De provincie bestaat uit 4800 vierkante kilometer, en is officieel onderdeel van Azerbeidzjan. Nagorno-Karabach en een gedeelte van het gebied eromheen is echter bezet door het Armeense leger en in het gebied is de Nagorno-Karabach Republiek uitgeroepen (zie verder). Volgens de CIA is 16% van Azerbeidjaans grondgebied bezet door Armenië. Er bestaan geen exacte cijfers over het bevolkingsaantal van het gebied. Schattingen van niet-gouvermentele organisaties lopen uiteen van 100.000 tot 145.000 mensen. Dit zijn voor 95% Armeniërs. Verder wonen er Russen, Grieken, Koerden en Oekraïners. Er wonen niet veel Azerbeidzjanen meer, op een enkel gemengd gehuwd echtpaar op leeftijd na. Ook woont er een klein aantal nakomelingen uit een gemengd Armeens-Azerbeidzjaans huwelijk. Het gaat in totaal om niet meer dan 100 mensen met een Azerbeidzjaanse achtergrond, die hun naam vaak in een Armeense naam hebben veranderd en die vloeiend Armeens spreken. De hoofdstad Stepanakert (Azeri: Khankandi) heeft tussen de 30.000 en 40.000 inwoners.
De enclave verklaarde zich op 2 september 1991 onafhankelijk als de republiek Karabach. Maar deze onafhankelijkheid wordt internationaal niet erkend. Formeel behoort Nagorno-Karabach tot het grondgebied van Azerbeidzjan, maar de facto gedraagt de enclave zich als een onafhankelijke republiek. Er is sprake van Armeense invloed op het bestuur en Armeense en Russische legers beschermen de enclave.
Nagorno-Karabach heeft een eigen president (Arkady Ghukasian) die werd gekozen in 1997 en herkozen is in 2002. Hiervoor was de huidige president van Armenië; Robert Kotcharjan, president van de republiek. Tevens is er een eigen regering (bestaande uit negen ministeries, waaronder een ministerie van Buitenlandse Zaken) en een parlement. Formeel heeft Nagorno-Karabach eigen wetgeving maar in de praktijk is het zo dat wetten die in Armenië gelden zo goed als onveranderd door de enclave worden overgenomen. Een belangrijk verschil met de Armeense wetgeving is dat Nagorno-Karabach, in tegenstelling tot Armenië, de doodstraf hanteert en geen grondwet heeft.
De munteenheid (de dram) is dezelfde als die in Armenië.
Armeense en Karabachse ambtenaren bekleden over en weer functies. De bevolking in Nagorno-Karabach beschouwt zichzelf niet als Azerbeidzjaanse staatsburgers. Zij zijn meestal in het bezit van (verlopen) Sovjetpaspoorten en Armeense nationale paspoorten. De autoriteiten van Nagorno-Karabach geven ook eigen paspoorten uit. Dit zijn Sovjetpaspoorten (waarvan Nagorno-Karabach nog een grote voorraad heeft), met de aanduiding ‘Karabach’ erin. Deze nationale paspoorten worden uitsluitend in Armenië geaccepteerd.
Onder supervisie van de OVSE wordt er al jaren gezocht naar een oplossing voor de impasse rond de enclave in de zogenaamde Minskgroep, onder gezamenlijk voorzitterschap van Frankrijk, Amerika en de Russische Federatie. Deze oplossing is echter nog steeds niet gevonden. Op 14 augustus 2002 vond in Sadarak de laatste bilaterale ontmoeting plaats tussen de presidenten van Armenië en Azerbeidzjan. Daarbij waren de voorzitters van de Minskgroep niet aanwezig. Op 6 oktober 2002 spraken de presidenten nog eens met elkaar tijdens de GOS-top in Moldavië en op 21 november 2002 ontmoetten zij elkaar tijdens de NAVO-top in Praag. Daarna heeft er geen ontmoeting meer plaatsgevonden. De geschilpunten in de onderhandelingen liggen op het gebied van de status van de enclave, de Armeense terugtrekking uit de bezette gebieden, de corridors door Azerbeidzjan naar Nagorno-Karabach, de status van de exclave Nachitsjevan en de terugkeer van vluchtelingen naar de gebieden waaruit zij verdreven zijn.