Wiegendood
Van Wikipedia
Wiegendood is een algemene term voor kindersterfte in de wieg. Het is geen oorzaak van overlijden, maar een omstandigheid waarin een baby overlijdt, namelijk in zijn wieg.
Wanneer mensen over wiegendood spreken, doelen zij meestal op sudden infant death syndrome (SIDS). Deze beide begrippen zijn echter niet synoniem.
Inhoud |
[bewerk] Sudden infant death syndrome
Sudden infant death syndrome is letterlijk vertaald syndroom van het plots overlijden van een baby. Men spreekt over syndroom omdat het niet gaat over een oorzaak, maar wel om een duidelijk kenmerk. In dit geval een kenmerk van het overlijden, namelijk het plots overlijden van een ogenschijnlijk gezonde baby tussen drie weken en een jaar. Per definitie valt het overlijden van een ziek kind of een kind met ernstige congenitale afwijkingen zoals MCAD niet onder de term SIDS. Zo kan er ook bij een kind jonger dan 3 weken of een kind ouder dan een jaar niet over SIDS worden gesproken. Een dergelijke gebeurtenis is natuurlijk een verpletterende slag voor de ouders wat het voor ouders en hulpverleners moeilijk maakt veel dingen te bespreken. Zo is het natuurlijk zeer wenselijk dat bij iedere zuigeling die op deze wijze overlijdt een autopsie wordt verricht. Dit gebeurt helaas nog steeds niet altijd.
[bewerk] Onderliggende oorzaak
De reden van het plots overlijden van zo'n baby is per definitie niet bekend. Maar wetenschappers vermoeden dat het om een nog onvoldoende ontwikkelde functie van het ademhalingscentrum in de hersenen gaat. Wanneer een baby dus onvoldoende ademt of eventjes stopt met ademen, worden de hersenen niet geactiveerd door het zuurstoftekort (hypoxemie) of het teveel aan koolstofdioxide in het bloed (hypercapnie). Als deze hersenfunctie wel voldoende ontwikkeld zou zijn, krijgt de baby een ademhalingsprikkel waardoor hij opnieuw of sneller gaat ademhalen. Er bestaan overigens evenveel theorieën als onderzoekers en het is zeer onwaarschijnlijk dat er een enkelvoudige oorzaak bestaat in alle gevallen.
[bewerk] Frequentie van wiegendood/SIDS
In België wordt 33% van alle zuigelingensterftes geclasseerd als wiegendood. Het zou dus gaan om 1,5 tot 2,5 overlijdens van schijnbaar gezonde baby's per 1000 levend geboren kinderen. Jaarlijks goed voor zo'n 200 tot 225 overlijdens in België. Bij autopsies wordt echter bij 30% tot 50% van deze baby's wel een aannemelijke doodsoorzaak vastgesteld, waardoor per definitie niet meer gesproken wordt over SIDS. Het eigenlijke aantal ligt dus vermoedelijk veel lager dan officieel gerapporteerd: tussen 100 en 150.
In Nederland liggen de cijfers nog veel lager: in 2002 werden 22 gevallen van wiegendood gemeld.
Het is niet uit te sluiten dat de werkelijke aantallen nog lager liggen, omdat er mogelijk bewust verstikte kinderen bij de officiële getallen zijn geteld.
Aan de andere kant ontstond in januari 2004 opschudding in Groot-Brittannië, omdat meerdere ouders mogelijk ten onrechte veroordeeld zijn voor de moord op hun kind, terwijl de werkelijke doodsoorzaak wiegendood kon zijn. Een Britse expert, Sir Roy Meadow, schreef eind jaren 1970 dat het vrijwel uitgesloten was dat wiegendood meer dan één maal in een gezin voorkwam. "Eén keer wiegendood in een gezin is een drama, twee keer wiegendood is verdacht, drie keer wiegendood is moord", luidde de Wet van Meadow.
Door deze "wet" werd de bewijslast in processen omgedraaid: bij een tweede of derde geval van wiegendood hoefde moord niet langer bewezen te worden voor een veroordeling, maar moesten de ouders bewijzen dat het niet om moord ging voor vrijspraak. Alleen al tussen 1993 en 2003 zijn enkel op basis van deze wet 258 ouders voor moord op hun kind veroordeeld. Eind 2003 werden de eerste vonnissen teruggedraaid, waarna er een brede discussie ontstond over de betrouwbaarheid van Sir Roy Meadow. Waarschijnlijk moeten duizenden zaken opnieuw voor de rechter komen.
Overigens is het geenszins zeker dat de veroordelingen onterecht waren; alleen is het in dergelijke gevallen zeer moeilijk uit te sluiten dat er b.v. toch een erfelijke gemeenschappelijke oorzaak zou kunnen zijn. Hiermee wordt het principieel nagenoeg onmogelijk een juridisch bewijs van opzettelijk handelen te leveren. 'Absence of proof' is echter geen 'proof of absence'.
[bewerk] Preventie
Het aantal kinderen dat stierf ten gevolge van wiegendood of SIDS is drastisch gedaald na grote voorlichtingscampagnes over preventie. De volgende maatregelen verminderen de kans op wiegendood/SIDS:
- de baby in rugligging laten slapen,
- niet roken in omgeving van de baby,
- de temperatuur van de slaapkamer van de baby rond de 18°C houden (niet hoger),
- niet teveel dekens op het kind leggen (minder druk op het lichaampje),
- niet roken tijdens de zwangerschap,
- borstvoeding geven.
In Nederland is aan de aanbevelingen ter voorkoming van wiegendood onverbrekelijk verbonden de naam van prof. G.A. de Jonge, een kinderarts die, op grond van zijn bevindingen over statistische samenhangen bij door hem bekeken gevallen van wiegendood, in oktober 1987 in de publiciteit trad met een aantal aanbevelingen waarvan de beroepsgroep op dat moment vrij algemeen vond dat deze nog niet voldoende aangetoond waren. De praktijk gaf hem echter gelijk: in de jaren onmiddellijk daarna, waarin de aanwijzingen met name over het op de rug slapen vrijwel algemeen in Nederland werden ingevoerd daalde het aantal gevallen van wiegendood met tientallen procenten.
[bewerk] Verhoogd risico op SIDS
Er zijn enkele aanwijzingen om een verhoogd risico voor SIDS te vermoeden. Zo komt SIDS vaker voor bij baby's uit een gezin waar reeds een SIDS is voorgevallen, of wanneer de baby of een ander kind uit het gezin reeds een ALTE heeft doorgemaakt (zie verder).
[bewerk] Opsporing
Bij een verhoogd risico op SIDS, wordt het kind getest aan de hand van een polysomnografie (slaaponderzoek) waarbij men nagaat of het kind tijdens het slapen inderdaad ademhalingsstilstanden doet met zuurstofdaling in het bloed.
Indien dit het geval is, zal het kind voortaan aan een respiratoire of cardiorespiratoire thuismonitor gekoppeld worden tijdens het slapen. Dit is een toestel dat respectivelijk de ademhaling of zowel hartritme als ademhaling controleert tijdens het slapen. Indien deze onvoldoende is, gaat er een alarm waardoor de baby wakker wordt en spontaan weer ademt, of waardoor de ouders gewekt worden die op hun beurt het kind tijdig kunnen wekken.
Deze alarmen zijn erg gevoelig en gaan vaak onnodig af, waardoor het gezin met extra stress belast wordt.
De polysomnografie wordt enkel gebruikt om op te sporen of een baby een risico heeft op SIDS. Het is echter geen goed middel om te screenen. Het geeft teveel vals positieven en vals negatieven, wat betekent dat als alle baby's op deze manier gecontroleerd worden, er veel baby's onterecht als risico-baby's worden beschouwd (met als gevolg veel onnodige stress voor het gezin), maar ook dat er veel risico-baby's in de test geen risico lijken te hebben en mensen onterecht gerustgesteld worden.
De polysomnografie is daarmee geen goed middel om alle baby's te controleren op hun risico op SIDS.
[bewerk] Apparent life threatening event of ALTE
Een apparent life treatening event of alte betekent letterlijk een kennelijk levensbedreigende gebeurtenis.
Wanneer een kind 'bijna' sterft ten gevolge van SIDS, maar tijdig gevonden wordt, dan spreekt men over een ALTE. Het kind kan bijvoorbeeld blauw of erg bleek in het bedje aangetroffen worden, maar tijdig wakkergeschud of gereanimeerd worden. Per definitie spreekt men dus over ALTE als het kindje niet overlijdt en over SIDS als de baby wel sterft.
Vaak is het niet duidelijk of men wel te maken heeft met een ALTE. Ging het om een echte levensbedreigende gebeurtenis of was het kindje gewoon fysiologisch bleek omdat het in een diepe slaap was?
Meestal zal men ook bij twijfel beslissen om een polysomnografie te doen. Zoals hierboven is uitgelegd is dit meer ter geruststelling van de ouders en om het idee te hebben 'er toch al het mogelijke aan te doen' dan omdat men hier veel van kan verwachten.