Maximiliaan Jozef in Beieren
Van Wikipedia
Maximiliaan Jozef, hertog in Beieren (Bamberg, 4 december 1808 - 15 november 1888) was een hertog uit het geslacht Wittelsbach.
Hij was het enige kind van Pius August in Beieren en prinses Amalia Louise van Arenberg. Hij was getrouwd met Ludovika in Beieren, dochter van koning Maximiliaan I Jozef van Beieren en Caroline van Baden. De bij de Münchener bevolking geliefde hertog Maximiliaan Jozef werd in de volksmond al gauw hertog Max genoemd.
Inhoud |
[bewerk] Instituut
Op de leeftijd van negen jaar werd hij door zijn peetoom, koning Maximilian Joseph, in het "Koninklijke Opvoedingsinstituut voor Studerende" naar München gehaald, dat in 1574 als Seminarium Gregorianum des Jesuiten door Hertog Albrecht V opgericht was en in 1804 door Benediktinern werd overgenomen. De leider van het opvoedinsinstituut, Benedikt von Holland OSB, maakte voor Max de zeven jaar in het internaat tot een vriendschappelijke bevorderende ontwikkeling. Max leerde niet alleen de oude talen, Frans en Italiaans, maar ook muziek en tekenen en orienteerde zich in de instituutbibliotheek met hun Latijnse, Griekse en Duitse klassiekers, kaarten en tekeningen. In de verzameling van kopermunten met beelden van beroemde mannen won hij een inkijk in de wijde wereld. Zijn vreugde aan de natuur werd door dagelijkse gemeenschappelijke wandelingen in de tuinen van het instituut voor de stad en door uitvluchten beleeft. Bij feestdagen omstreeks de geboortedagen en naamdagen van het koningspaar werden in het instituut theaterstukken opgevoerd. Het huistheater werd op 28 januari 1822, de naamdag van de evangelische koningin Karoline, geopend. Op vastenavond 1823 speelde Max een scene uit een stuk zo goed, dat het koningspaar verzocht het stuk te herhalen. Zijn uittredingsgetuigenis, dat een latere kerkenrechtelijke van de universiteit, Permaneder, formuleerde, sprak reeds van de goede eigenschappen van zijn geest en zijn hart, zijn rijpe oordeling, zijn levendige fantasie, zijn bescheiden vrijmoedigheid, maar ook van zijn rangschikking in de gemeenschap van de school.
[bewerk] Studeren
Max kreeg nu van de kapitein van de Gardegrenadierregiment, Baron van Freyberg, een hofmeester en bezocht de universiteit eerst in Landshut, later in München. De 17-jarige hoorde voorlezingen over de geschiedenis, ook over het vaderlandse, over kerkverhalen en land- en volkenkunde. Hij bezocht ook voorlezingen over het Duitse bondsrecht en over natuurkunde. Zijn interesses waren niet alleen veelzijdig, hij leerde zelf studies uit te voeren. Op vaste avonden in de week verzamelde hij geestelijk hoogstaande Beierse landgenoten en sprak met hen over wetenschappelijke en algemene vragen van die tijd, maar ook over dichten en muziek. Hij richte zich een bibliotheek in, die aan het eind van zijn leven 27000 boeken omvatte. Al op 22 jarige leeftijd stichte hij in 1830 voor vorderingen van de kunst en literatuur gouden en zilveren medaillen, in 1835 een grote gouden medaille, waarmee Schmeller voor zijn "Beierse dialecten"(1821), Nagler voor zijn kunstenaarslexicon (1835), later ook de dichter Franz von Kobell, Ludwig Steub, Karl Stieler, Hermann Schmid en de jeugdschrijfster Isabella Braun onderscheiden werden.
[bewerk] Huwelijk
Het huwelijk was niet zoals het in de Sissi-trilogie wordt voorgeteld een erg gelukkig huwelijk. Zijn grootvader Wilhelm, en koning Maximilian Joseph, beslisten dat Max met zijn achternicht, koningsdochter Ludovika Wilhelmine, zou trouwen. Drie jaar na de dood van koning Maximilian Joseph werden beide in de Schloßkirch in Tegernsee getrouwd. Het huwelijk vond plaats op 9 september 1828. Het huwelijk werd niet alleen door kranten en illustraties gevierd. Miesbacher muzikanten traden op, knullen en meisjes stonden in vaderlandse feestgewaden in pergola's. Na een tocht met 60 schepen over de Tegernsee werd de huwelijksreis door het gehele koninkrijk Beieren begonnen. De huwelijksnacht was ook niet bepaald een succes. De onervaren, gevoelige hertogin beleeft de nacht als een nachtmerrie en de van Max uitgeoefende echtelijke plicht voelt aan als een verkrachting. En Max had maar weinig begrip voor de angstige verkrampte Ludovika. Tederheid en voorzichtigheid hoorden niet tot zijn deugden. Er gaat ook een gerucht de ronde dat Ludovika haar nieuwbakken man midden in de nacht heeft opgesloten op het toilet omdat hij al een beest tekeer ging. In ieder geval werd het sexuele leven van hertog Max en hertogin Ludovika niet meer als een plicht om voor nakomelingen te zorgen, ze kregen er maar liefst tien.
Het huwelijk tussen Ludovika en Max is nooit echt gelukkig geweest en van liefde was er geen sprake. Toch ontwikkelde zich er bepaalde verstandshouding en acceptatie. En Ludovika legde zich neer bij haar reislustige vreemdgaande man. Kort na hun 50-jarig huwelijk kreeg Max een beroerte en Ludovika zorgde voor hem. Vanaf dat moment besefte Max waarschijnlijk pas echt dat Ludovika meer voor hem betekende dan dat hij ooit had gedacht en Max werd liefdevoller en zorgzamer naar Ludovika toe.
[bewerk] Bezittingen vergaren
Hoewel de oude koning in 1824 Max de Herzog-Max-Burg als woning aangewezen had, bouwde de jonge Max tussen 1828 en [[1830\\ naar de plannen van Klenze in de door Ludwig I begonnen Ludwigstraße het Hertog-Max-Paleis. In de binnenplaats werd onder deelname van de hertog zelf het kunstrijden getoont en een circus gebouwd. Met zijn jonge familie bezocht Max de Bogenhauser tuinen, heden het Herzogpark genoemd. De van de moeder geerfde Franse bezittingen werden door hem verkocht en hij verwierf daarvoor de kastelen en landereien van Possenhofen en Garatshausen. Hij kocht in 1838/39 het oude Wittelsbachse klooster Kühbach en het naburige Schloß Unterwittelsbach.
[bewerk] Militair
Eerst had koning Maximilian Joseph de 16-jarige Max tot luitenant in Chevauxlegerregiment "koning" gemaakt, later tot kolonel van de 9e Linieninfanterieregement. De 18-jarige werd op grond van zijn geboorte in 1827 lid van de kamer van de rijksraad en nam tot in hoge leeftijd regelmatig aan zijn zittingen deel. Zijn zwager koning Ludwig I benoemde hem in 1832 tot commandant van de burgerwacht van de Isargewesten en daarmee tot bevelhebber van ook de landmacht daar en tot comandant van de Gebirchsschützen. In 1837 werd Max tot generaalmajoor benoemd.
[bewerk] Reislustig
Al in 1827 begon hij met reizen naar Engeland en Frankrijk, in 1831 ontving paus Gregor XVI het jonge hertogspaar. De beide jonge Wittelsbachers bewonderden ook de kunstschatten van Rome en namen aan het carnaval deel. In 1832 ging het paar naar Napels en Sicilië. Op 20 januari 1838 reisde Max na grondige voorbereidingen naar Venetië, Korfu, Patras, Athene en van daaruit naar Alexandria en Cairo in het Heilige Land. Het bezoek in Jeruzalem, Bethlehem en Nazareth deden hem veel. Naast een officier en een arts begeleide hem de kunstschilder Heinrich von Mayr en de citherspelende kamervirtuoos Johann Petzmayer, die hun leven lang vrienden bleven. Reeds in 1839 publiceerde de hertog onder zijn eigen naam een boek Wanderungen nach dem Orient. In Cairo koopt Max op de slavenmarkt vier kleine negerjongetjes, die hij mee terugneemt naar zijn vaderland. Geheel München woont de feestelijke doop van de Moren bij. Max geniet van het schandaal en de aandacht die hem ten deel valt. In augustus 1852 ondernam hij met zijn vrouw, zijn zoon Karl Theodor en zijn dochters Helene en Elisabeth, een reis naar Bozen, Triest en Venetië.
[bewerk] Kunstliefhebber
Al in 1828 begon Max novelles te schrijven. Verscheidene verschenen onder de pseudoniem Phantasus sinds 1831 in druk, in 1833 tot uitvoering op de buhne Lucrezia Borgia. In de 1826 opgerichte gezelschap "Altengland" ontwikkelde hij reeds voor zijn officiële intrede in 1845 gezelligheid en humor.
Net als aartshertog Johann (1782-1859) en naar zijn voorbeeld bevorderde Max steeds meer het volkslied. Van grote betekenis was zijn rechtstreekse verbondenheid met alle kringen van het volk. Hij zong en verzamelde volksmuziek en volksmelodiën, hij componeerde stukken in een met de volksmuziek verwante melodie en verzorgde volksmuziek en zeden en gewoonten in Alpenvorland, maar ook ergens anders in Beieren, ongeveer in Oberfranken. In 1855 bezocht hij in Würzburg een opvoering van het "Tannhäuser", maar waardeerde "Lohengrin" nog hoger. Hij sloot vriendschap met de Zwabische zanger Justinus Kerner, die de mondtrom bespeelde, wanneer hij in gezellige kring bij de hertog in München ontmoette of wanneer de hertog hem bezocht. Max bevriende zich van alle met Franz von Kobell, de uit de Pfalzer familie stammende, die oudbeierse en die Pfalzer dialect overheersende dichter, verzamelaar en zanger, jager en wetenschapper. Sinds 1843 verzamelde Max als "koning Artus" elke week in München een tafelronde van 14 ridders, waarbij o.a. de "kanselier" graaf Franz von Pocci - later de ceremoniemeester en hofmuziekhoofd van koning Max II -, de "meesterzanger" Franz von Kobell waren.
[bewerk] Chef der Linie en Koninklijke Hoogheid
In 1834 gaf de 80-jarige hertog Wilhelm in Beieren de titel chef der linie der hertogen in Beieren, niet door aan zijn zoon Pius August, maar aan zijn geliefde kleinzoon hertog Max. Wilhelm achtte zijn eigen zoon niet geschikt om chef te zijn, vanwege zijn slechte geestelijke toestand. In januari 1837 stierf de grootvader van Max, en in augustus zijn vader. Max stond nu alleen met zijn familie.
Normaal heeft een hertog en hertogin het predikaat Hoogheid. Koning Ludwig I van Beieren achtte de persoonlijkheid en het doen van zijn zwager, hertog Max, zo hoog, dat hij de leden van zijn linie in 1845 het predikaat Koninklijke Hoogheid verleende. Daarmee mochten Max en zijn familie zich laten aanspreken met Koninklijke Hoogheid.
[bewerk] Politiek interesses
Max was geenzins zonder interresse aan politiek en verhalen. Dat toonde zich immer meer, toen hij in zijn novellen en geschiedkundige uiteenzettingen de tijd der reformatie of de revolutie weer opneemde. Op 2 maart 1848 schreef hij aan de minister van binnenlandse zaken vorst Ludwig von Öttingen-Wallerstein verbittert over de uitroeping van de republiek in Parijs en bood zich aan de nog regerende koning Ludwig I aan, die hem tot beschikking staande troepen en ook de Gebirgsschützen tegen alle binnen en buitenlandse vijanden in te zetten. Op 9 maart stelde hij zich aan de koning in München persoonlijk tot beschikking. Met koning Maximilian II werkte hij aan dezelfde ideeën van de verzorging van de Beierse zeden en gewoonten en het volkslied. In 1858, als koning Maximilian II zijn beroemde voetreis in het Alpenvorland maakte, bracht Max zijn Oberbeierse volkslieden opnieuw uit. Hij droeg graag Beierse dracht en voerde de "Stopelhut" - de "Hertog-Max-Hütl" weer in.
[bewerk] Melancholisch
In zijn jonge jaren was hertog Max bij tijd en wijle al erg melancholisch en depressief. Naarmate hij ouder werd gebeurde dit steeds vaker. In deze periodes van depresiviteit trok hij zich dan ook volledig terug in zichzelf en had dan weinig contact met andere mensen. De depressies kwamen vaker en langer na zijn eerste beroerte. Er is zelfs een anekdote bekent dat hij eens bij zijn eigen huis voor de deur stond, maar niet binnen werd gelaten door de portier, omdat deze man hertog Max niet kende. De melancholie zou niet alleen keizerin Elisabeth erven van haar vader, alle kinderen van Max hadden dit geërfd, alleen Elisabeth was een van de weinigen die hier niet zo goed mee overweg kon.
[bewerk] De talrijke echtelijke en buitenechtelijke kinderen
Hertog Max en zijn vrouw kregen ondanks hun slechte huwelijk, maar liefst tien kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden. Ludwig, Wilhelm (overleed ongeveer 3 maanden oud), Helene (Nené), Elisabeth (Sisi), Karl Theodor (Gäckl), Marie, Mathilde (Spätz), Sophie, Maximilian (waarschijnlijk doodgeboren) en Max Emanuel (Mäpperl). Zijn vrouw begon voor de puberende kinderen , van het nageslacht vaak overschatte, van Max op zijn minst gedulde huwelijkspolitiek. Het huwelijk van zijn dochter Elisabeth met keizer Franz Joseph was voorlopig een beslissing van de liefde van de beide, de verloving van zijn dochter Sophie met Ludwig II, een hooggestegen kindervriendschap. Niet alleen had hertog Max bij Ludivika kinderen, ook had hij kinderen uit buitenechtelijke relaties. Een van zijn lievelingskinderen was de kleine Elisabeth, maar niet helemaal. "Hertog Max was een levensgenieter en hield niet zo van het familieleven. Alleen aan een tijdsindeling hield hij vast: 's Middags was hij nooit te spreken, en al helemaal niet voor zijn vrouw en zijn acht echtelijke kinderen. Want dan at hij in zijn kamers met zijn beide onechtelijke dochters, die hij innig liefhad", schrijft de historica Brigitte Hamann over het dagelijks leven van de hertog. Terwijl de beide meisjes bij hun vader in- en uitgaan mogen zoals hun het willen, moeten de echtelijke kinderen zich aanmelden. Hertog Max was niet echt een vader, vaak was hij er niet eens. Biograaf Conte Corti meldde: "Vaak verscheen hertog Max onverwacht, precies tijdends de lesuren. Niet om te controleren, oh nee, in tegendeel, hij ontheft de kinderen voor een ogenblik van het leren en trekt met hen onder wild geschreeuw in de tuin, om vruchtbomen te plunderen, of hij brengt een klein orkest mee, en dan is er een concert en een dansfeestje. Is hij in een goede stemming, dan gebruiken de kinderen dat, om het vaderlijke gezag op te roepen, wanneer ze bij de moeder een of andere wens niet konden doorzetten."
[bewerk] Beroerte
Kort na zijn 50-huwelijk kreeg Max een beroerte. In 1888, ongeveer twee weken voor zijn dood, kreeg hij zijn tweede beroerte, die hij dus niet meer te boven kwam. Hij stierf op 15 november 1888 op bijna 80-jarige leeftijd. Zijn dochter Elisabeth was niet op de begrafenis aanwezig. Zijn vrouw Ludovika stierf vier jaar later.
[bewerk] De echtelijke kinderen
- Ludwig Wilhelm in Beieren (21 juni 1831 - 6 november 1920)
- Wilhelm Karl in Beieren (24 december 1832 - 13 februari 1833)
- Helene Caroline Therese in Beieren (4 april 1834 - 16 mei 1890)
- Elisabeth Amalia Eugenie in Beieren (24 december 1837 - 10 september 1898, vermoord)
- Karl Theodor in Beieren (9 augustus 1839 - 30 november 1909)
- Marie Sophie Amalie in Beieren (4 oktober 1841 - 19 januari 1925)
- Mathilde Ludovika in Beieren (30 september 1843 - 18 juni 1925)
- Maximilian in Beieren (8 december 1845 - 8 december 1845, vermoedelijk doodgeboren)
- Sophie Charlotte Auguste in Beieren (22 februari 1847 - 4 mei 1897)
- Maximilian Emanuel in Beieren (7 december 1849 - 12 juni 1893)