Tiende
Van Wikipedia
Een tiende (tiendrecht en tiendenrecht) is een vorm van winstbelasting, waarbij men een tiende deel van de opbrengst dient te betalen.
In de bijbel wordt al gesproken over het afdragen van tiende van de oogst aan de Joodse Tempel. De tiende werd in Europa pas ingevoerd ten tijde van Karel de Grote. Het was bedoeld als een sociale belasting, die moest dienen ter financiering van de armenzorg, het levensonderhoud van parochiepriesters en de instandhouding van kerkgebouwen. De regel was dat iedereen een tiende deel van zijn oogst zou afdragen. Een derde van de tiende werd besteed aan sociale werken, een derde kwam toe aan de dorpspastoor en een derde aan de parochiekerk. In gebieden waar de tiende pas in latere eeuwen werden ingevoerd, kwam er ook een deel toe aan de bisschop.
Alhoewel de tiende in principe een kerkelijke en sociale belasting was, kwam ze op sommige plaatsen toch in het lekenbezit terecht. Omdat een tiende in principe een financieel goed was, kon men ze namelijk ook perpetueel ten gelde gemaakt. Soms kwam een tiende daardoor zelfs in het leengoed terecht. In dorpen waar een kerk tot stand gekomen was uit een lekeninitiatief (een eigenkerk van een dorpsheer bijvoorbeeld), werd de tiende echter soms onrechtmatig toegeëigend door de eigenaar van die kerk (usurpatie). Tegen dergelijke wantoestanden werd door de kerkelijke overheid hard opgetreden.
De inning gebeurde aanvankelijk in natura, waarbij men letterlijk een tiende deel van een oogst op de velden ging ophalen. In latere tijden werd de tiende dikwijls verpacht (aan een zogenaamde tiendesteker). Met de tijd werd de tiende ook voldaan in klinkende munt.
De tienden werd opgeslagen in een tiendschuur. In vele dorpen weet men nog locatie van deze schuren. De meeste imposante zijn de schuren van uitgestrekte abdijdomeinen.
De tiende werd als sociale belasting met de Franse Revolutie in de Nederlanden afgeschaft. In sommige landen (onder andere Duitsland) wordt ze tot op heden nog steeds geïnd, indien men lid is van een parochie en dit ook kenbaar maakt aan de fiscus.
[bewerk] Varianten
- De tiende op gewassen werden ook vruchttiende genoemd.
- Vleestienden of bloedtienden: vervingen de gewone tienden in gebieden waar de veeteelt domineerde of waar de landbouwers via veeteelt probeerden aan de belasting te ontsnappen.
- Novale tienden: tiende op nieuwe gewassen of nieuw ontgonnen land.
- Lichte en zware tienden
- Tiende in functie van een specifieke bebouwing: hooitiende, houttiende, hoptiende, wijntiende, ...
- Schoof: Omdat de tiende moest verdeeld worden tussen drie of vier instellingen (armen, kerk, pastoor en eventueel bisdom) kon één van de partijen zijn deel apart ophalen. Men spreekt dan over de "derde schoof" of "vierde schoof".
In dorpen waar de tiende door meerdere partijen werd opgehaald, werd het inningsgebied zorgvuldig afgebakend of via een tiendebeschrijving te boek gesteld. Soms kan men nog hardstenen paaltjes aantreffen, die destijds dienst deden als afbakening van een tiendblok. Dit zijn de zogenaamde tiendpalen.
Met het inwerkingtreden op 1 januari 1909 van de Tiendwet 1907 verviel in Nederland de tiendplichtigheid. De gerechtigden van de tiendheffing werden door de regering schadeloos gesteld; de tiendplichtingen werden door de regering belast met een dertig jarige rent op hun grond, de tiendrente