Zonnestelsel
Van Wikipedia
Een zonnestelsel is een verzameling van hemellichamen bestaande uit een centrale ster of dubbelster met daaromheen planeten en dwergplaneten met hun eventuele manen en eventueel planetoïden en kometen.
Inhoud |
[bewerk] Ons zonnestelsel
Ons zonnestelsel bestaat uit de zon, een klasse G2 ster met een diameter van 1,39 miljoen kilometer. De zon neemt 99,86% van de massa in het zonnestelsel voor zijn rekening. Traditioneel bevatte ons zonnestelsel negen planeten, maar naar aanleiding van recente ontdekkingen en inzichten was het noodzakelijk dit aantal aan te passen. In de jaren '90 werd ontdekt dat Pluto geen planeet op zich is, maar slechts één van een klasse van vele soortgelijke objecten in de Kuipergordel. Naarmate steeds grotere objecten ontdekt werden, zoals Quaoar en Varuna kwam het klassieke aantal van negen planeten onder druk te staan en met de ontdekking van de nog veel grotere Eris werd deze onhoudbaar. Volgens de nieuwe definitie zijn dit slechts dwergplaneten en telt ons zonnestelsel enkel acht volwaardige planeten.
Op dit moment bevinden we ons in een overgangsperiode en zult u nog veel informatie aantreffen die de klassieke 9 planeten behandelt.
Een ezelsbruggetje om de juiste volgorde van de (klassieke) planeten te onthouden is de volgende zin: "Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nieuwe Pyjama,"of "Mickey Vraagt Aan Minnie Joh, Smaken Uien Naar Pannenkoeken?" Of: "Mijn Vader At Meestal Jonge Spruitjes Uit Nieuwe Pekela". De beginletter van elk woord is de beginletter van de naam van een planeet. Sinds Pluto geen planeet meer is, zou "Mijn Vader At Meestal Jonge Sinaasappels Uit Nicaragua" of "Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachthemd" een nieuwe zin kunnen zijn.
Tussen Mars en Jupiter ligt een band met planetoïden, de planetoïdengordel. Voorbij Pluto bevindt zich ook een wolk met kleinere hemellichamen, de Kuipergordel. De discussie over het planetenaantal in het zonnestelsel is op gang gebracht door deze Kuipergordel. Wetenschappers raken er de laatste jaren namelijk van overtuigd dat Pluto een object is dat tot de Kuipergordel behoort. Er was dus behoefte aan een definitie van wat een planeet is en als voorbereiding op de 26e algemene vergadering van de IAU (Internationale Astronomische Unie) in augustus 2006 is een commissie opgericht die zich over deze vraag gebogen heeft. Eén van de voorstellen zou het aantal planeten verhogen tot 12. De objecten Ceres, Eris en Charon draaien immers rond de zon en zijn groot en zwaar genoeg zijn om onder hun eigen zwaartekracht een bolvorm aan te nemen. In een ander voorstel bleef Pluto planeet, maar zouden andere kandidaat-planeten onherroepelijk planetoïden blijven. In het definitieve voorstel verliest Pluto zijn status als planeet, en wordt een dwergplaneet, zoals andere objecten kleiner dan Mercurius die wel door de eigen zwaartekracht bolvormig zijn geworden.
De buitenste ring van ons zonnestelsel wordt gevormd door de Oortwolk. Dit is een vooralsnog hypothetische wolk van ijsachtige objecten die de bron zou zijn van de kometen die door het zonnestelsel bewegen. Wellicht is Sedna het eerst waargenomen object in deze wolk.
[bewerk] Afmetingen van het zonnestelsel
Naam | Diameter (km) |
Afstand tot de zon (km) |
Massa t.o.v. de aarde |
---|---|---|---|
Zon | 1.392.000 | 0 | 332.946 |
Mercurius | 4879 | 57.910.000 | 0,1 |
Venus | 12.104 | 108.208.930 | 0,9 |
Aarde | 12.756 | 149.597.870 | 1 |
Mars | 6794 | 227.936.640 | 0,1 |
Jupiter | 142.984 | 778.412.010 | 318 |
Saturnus | 120.536 | 1.426.725 400 | 95 |
Uranus | 51.118 | 2.870.972.200 | 15 |
Neptunus | 49.572 | 4.498.252.900 | 17 |
Hoe groot de afstanden in het zonnestelsel zijn wordt pas duidelijk als ze vertaald worden naar menselijke verhoudingen.
Stel dat de zon met een diameter van 14 meter op het Domplein van Utrecht ligt, dan ligt Mercurius op 580 meter afstand op het Vredenburg. Mercurius is dan maar 5 centimeter groot. Venus bevindt zich ter hoogte van de Jaarbeurs (1,1 km afstand) en is 12 centimeter groot. De Aarde ligt op de Muntkade (1,5 km) met een afmeting van 13 centimeter. Mars bevindt zich op het Oktoberplein (2,3 km) en is 7 cm. Vervolgens komt Jupiter (1,4 m groot) net iets ten westen van De Meern op 7,8 km afstand. Bij Woerden ongeveer (14 km afstand) ligt Saturnus (1,2 m groot). Uranus ligt dan bij Reeuwijk op 29 km afstand en is 50 cm groot. Neptunus ligt bij Zoetermeer (45 km) en is ook 50 cm groot, en tot slot ligt Pluto op de pier in Scheveningen (59 km) en is 2 cm groot. Met onderstaande afbeeldingen worden deze verhoudingen nog eens gevisualiseerd.
De afstand van de planeten en andere planeet-achtige hemellichamen tot de zon lijkt een logische verhouding te hebben, hiervoor het artikel over de Wet van Titius-Bode.
[bewerk] Exoplaneten
Planeten die rond andere sterren draaien dan onze zon worden extrasolaire planeten of kortweg exoplaneten genoemd. In januari 2007 waren er al 209 exoplaneten gevonden. We weten alleen indirect van het bestaan van deze planeten, onze telescopen zijn nog niet krachtig genoeg om ze direct waar te nemen. Er zijn twee methoden gebruikt om exoplaneten te vinden.
De eerste methode maakt gebruik van het feit dat de planeten niet alleen aangetrokken worden door de ster waar zij om draaien, maar de ster ook aangetrokken wordt door de planeten die er omheen draaien. De ster zal dus altijd een klein beetje in de richting van een planeet getrokken zijn die eromheen draait. Door dit draaien zal de ster ook meedraaien. Dit kunnen we op aarde waarnemen als een soort "gewiebel" van de ster. Door dit gewiebel te registreren kan daar informatie uitgehaald worden of en hoeveel planeten er om de ster draaien.
Bij de tweede methode meet men de hoeveelheid licht die van de ster afkomt. Als er een planeet voor schuift, dan zal de lichtopbrengst net iets lager zijn. Door de periode hiervan te meten kan bepaald worden of er een planeet omheen draait. Nadeel van deze methode is natuurlijk dat hij alleen werkt als we loodrecht op het vlak kijken waarin de planeten van die ster draaien, wat lang niet bij alle sterren het geval is.
Het spreekt voor zich dat beide methoden beter werken naarmate de betreffende planeet groter is. Vooralsnog heeft men dan ook louter gasreuzen gevonden. Alhoewel de zoektocht naar kleinere planeten in volle gang is worden we beperkt door het kunnen van de techniek. We zullen deze planeten waarschijnlijk pas vinden als de Terrestrial Planet Finder de lucht in gaat. Deze ruimtetelescoop zal door middel van interferometrie in staat zijn beelden te maken met een resolutie die een veelvoud is van wat met de huidige ruimtetelescopen mogelijk is. De lancering van de Terrestrial Planet Finder wordt rond het jaar 2015 verwacht.
Zelfs met deze telescoop zullen we niet in staat zijn een afbeelding van een exoplaneet te maken. De barrières die overwonnen moeten worden om een dergelijke telescoop te bouwen zijn gigantisch en het is niet waarschijnlijk dat we deze in de nabije toekomst kunnen bouwen.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
{{{afb_links}}} | Astronomie | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Kosmologie - Planetologie - Heelal - Atmosfeer - Hemellichaam - Zonnestelsel - Melkwegstelsel - Oerknal - Planeet - Planetoïde - Komeet - Ster - Sterrenbeeld - Meteoroïde - Messierobject |