Bijzetting van koningin Juliana
Van Wikipedia
De bijzetting van koningin Juliana vond plaats op 30 maart 2004 in de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk in Delft. Op uitdrukkelijk verzoek van Juliana stond de kleur wit in een groot gedeelte van haar uitvaart centraal.
Juliana stierf in de vroege ochtend van 20 maart 2004, waarna circa 9000 mensen van de Nederlandse krijgsmacht de ceremonie rondom haar bijzetting voorbereiden en volbrachten. De Koninklijke Landmacht leverde circa 5000 manschappen, de Koninklijke Marine circa 2000, de Koninklijke Luchtmacht circa 1800 en 800 marechaussees. Tweederde werd ingezet voor de ereafzetting aan beide zijden van de 13,2 kilometer lange route op de dag van bijzetting. Daarnaast waren belangrijke taken weggelegd als dodenwacht en als fakkelwacht bij Paleis Noordeinde in Den Haag.
De rouwstoet vertrok om 9.45 uur vanaf Paleis Noordeinde, waar een erewacht bestaande uit honderd militairen van de Koninklijke Landmacht en het Trompetterkorps Bereden Wapens stond. Prins Willem-Alexander, Prins Carlos, Prins Maurits en Bernardo Guillermo, de oudste kinderen van de vier dochters van Juliana waren gezeten in een rijtuig die deel uit maakte van de stoet. Bij het Instituut Defensie Leergangen in Rijswijk werd zoals gebruikelijk een tussenstop gemaakt. Bij het instituut sloten o.a. koningin Beatrix, prinses Irene, prinses Margriet en prinses Christina zich aan. Zij waren hierbij in het wit gekleed, zoals bij de bijzetting van koningin Wilhelmina. Om 11.35 uur vertrok met groot militair ceremonieel de stoet richting Delft.
Acht 25-ponderkanonnen van de Rijdende Artillerie stonden opgesteld in Delft, bediend door 90 militairen. Vanaf het moment dat de rouwstoet Delft naderde tot en met het moment van bijzetting werd iedere minuut een schot afgevuurd. Bij binnenkomst in Delft luidde men de Trinitasklok van de Oude Kerk. Deze wordt alleen geluid bij bijzondere gebeurtenissen, zoals deze bijzetting.
De leden van de Koninklijke Familie die niet deelnamen aan de rouwstoet, verschillende Nederlandse autoriteiten, zoals de leden van de Staten-Generaal en de Ministers van Staat, en leden van buitenlandse vorstenhuizen, zoals België, Denemarken, Japan, Jordanië, Marokko, Noorwegen, Spanje, Thailand, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, verzamelden in het stadhuis van Delft tegenover de Nieuwe Kerk. Andere gasten waren o.a. koningin Anne-Marie en Prins Nikolaos van Griekenland.
De Nederlandse autoriteiten staken om 11.55 uur te voet de Markt over naar de Nieuwe Kerk. Vijf minuten later volgden de leden van buitenlandse vorstenhuizen en de leden van de Koninklijke Familie die niet deelnamen aan de rouwstoet. De overige genodigden waren reeds eerder gearriveerd, tussen 10.30 en 12.00 uur en hadden al plaatsgenomen in de kerk.
De rouwstoet arriveerde om 12.15 op de Markt in Delft, waar een erehaag bestaande uit 524 militairen van verschillende krijgsmachtdelen was opgesteld.
De uitvaartdienst duurde van 12.30 tot 13.30 uur. Voorganger was remonstrantse dominee Welmet Hudig-Semeijns de Vries van Doesburgh. Prinses Christina zong het lied It's a gift to be simple. Onder de klanken van Morgenstimmung van Edvard Grieg daalde de kist met het stoffelijk overschot de trappen af naar de laatste rustplaats. De kist werd gevolgd door prins Bernhard, ondersteund door koningin Beatrix en prinses Irene, en prinses Margriet en prinses Christina die meester Pieter van Vollenhoven ondersteunden. Vervolgens sloot de burgemeester van Delft het gordijn dat een inkijk gaf tot de grafkelder, zodat de familie in beslotenheid afscheid kon nemen.
Om 13.30 uur vertrok men naar Paleis Noordeinde, waar de condoléance van de familie plaatsvond.