Willem Drees
Van Wikipedia
Willem Drees | |
---|---|
|
|
Geboren | 5 juli 1886 |
Overleden | 14 mei 1988 |
Partij | SDAP, PvdA |
Titulatuur | Dr.h.c.mult |
Politieke loopbaan | |
1919-1933 | Wethouder in Den Haag |
1933-1945 | Lid Tweede Kamer |
1945-1948 | Minister van Sociale Zaken |
1948-1958 | Minister-president |
Parlement & Politiek - biografie (bron) | |
Portaal Politiek |
Willem Drees (Amsterdam, 5 juli 1886 - Den Haag, 14 mei 1988) was een Nederlandse minister-president voor de PvdA. Hij wordt door menigeen beschouwd als een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse politici. Onder zijn leiding vonden zowel de dekolonisatie als de wederopbouw van Nederland plaats. Drees was een overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk').
Drees was heel populair en was bekend als Vadertje Drees. Hij was de initiator van diverse sociale wetten. Als minister van Sociale Zaken legde hij al in 1947 met de Noodwet Ouderdomsvoorziening de grondslag van sociale wetgevingen. Vandaar ook de uitdrukking: Hij trekt van Drees. Tien jaar later loodste minister Suurhoff zijn Algemene Ouderdomswet door het parlement. Deze verschilde sterk van de Noodwet. Voor de uitkeringen volgens de Noodwet had niemand premies betaald. Het was in feite het door de Bond voor Staatspensionering bepleite staatspensioen, betaald uit de belastingen. Voor de AOW moet ieder premies afdragen. Iedere Nederlander die via de belasting premie heeft betaald, heeft vanaf zijn 65e jaar recht op een AOW-uitkering.
In de jaren '70 brak Drees met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de in zijn ogen steeds radicalere en onrealistischer koers van de PvdA onder invloed van Nieuw Links.
Inhoud |
[bewerk] Kabinetten
Drees was minister-president van vier kabinetten, van 1948 tot 1958:
De kabinetten-Drees worden in verschillende bronnen op twee verschillende manieren genummerd. Volgens de alternatieve nummering is het kabinet-Drees-Van Schaik (1948-1951) het eerste kabinet-Drees. Wat hier Drees I genoemd wordt (1951-1952) is dan Drees II, en zo zijn er Drees III (1952-1956) en Drees IV (1956-1958).
[bewerk] Levensloop
[bewerk] Privé
Willem Drees werd geboren als zoon van Johannes Michiel Drees en Anna Sophia van Dobbenburgh. Zijn vader overleed toen hij vijf jaar oud was. Zijn ouders waren lid van de Nederlandse Hervormde Kerk en behoorden daarbinnen tot de orthodoxe stroming.
Als tiener volgde hij een aantal jaren catechisatie maar besloot uiteindelijk geen belijdenis van zijn geloof af te leggen omdat hij onoverkomelijke bezwaren had ten aanzien van de gedachte dat wie niet in het verlossingswerk van Jezus Christus gelooft voor eeuwig verloren zou zijn. Hij ontwikkelde zich daarop in de loop der jaren tot een agnost.
Drees werd een vurig aanhanger van de sociaaldemocratie nadat hij in december 1902 in Amsterdam de viering van de verkiezingsoverwinning van Troelstra in het district Amsterdam III had bijgewoond. Zijn hele verdere leven zou hij ondanks wat punten van kritiek Troelstra blijven bewonderen.
Wat opleiding betreft volgde hij de driejarige hbs, namelijk de Tweede driejarige HBS voor Jongens aan de Marnixstraat te Amsterdam, van 1898 tot 1901. Daarna volgde hij handelsonderwijs aan de Eerste Openbare Handelsschool aan het Raamplein te Amsterdam, van 1901 tot 1903, toen hij eindexamen deed.
In 1904 behaalde hij het praktijkdiploma boekhouden en in 1909 kreeg hij een diploma M.O.-staathuishoudkunde en statistiek.
In 1910 trouwde Drees met Catharina Hent. Ze kregen twee zoons en twee dochters, waarvan één dochter jong stierf. De zoon van Willem Drees, Willem Drees jr. werd ook politiek actief. Hij was minister, Tweede Kamerlid en lid van de Algemene Rekenkamer.
[bewerk] Loopbaan
Drees was tot 1906 werkzaam bij de Twentsche Bank te Amsterdam, net als zijn vader. Hij werd daarna stenograaf bij de Gemeenteraad van de gemeente Amsterdam en vanaf 1907 tot 1919 bij de Staten-Generaal.
In 1904 werd hij lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, die in 1946 op zou gaan in de Partij van de Arbeid. Van 1910 tot 1931 was hij voorzitter van de SDAP, afdeling Den Haag. Van 1913 tot 1941 was Drees lid van de gemeenteraad van Den Haag. In die periode was hij van 1919 tot 1931 wethouder van Sociale Zaken en tot 1933 wethouder van Financiën en Openbare Werken.
Van 1919 tot 1941 was hij ook lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland en van 1927 tot 1946 lid van het partijbestuur van de SDAP. Van 1933 tot mei 1940 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de SDAP. Vanaf 1939, toen de sociaaldemocraten voor het eerst in de regering kwamen, was Drees fractievoorzitter. In de crisis van de jaren 30 van de twintigste eeuw werkte Drees mee aan het zogenoemde Plan van de Arbeid, een plan, hoofdzakelijk opgesteld door Hein Vos en Jan Tinbergen, om de stagnerende economie door overheidsstimulering en vraagvergroting weer vlot te trekken.
Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog gijzelaar in Buchenwald van 1940 tot 1941. Van 1944 tot 1945 was hij lid van het College van vertrouwensmannen, dat het formele gezag in bevrijd Nederland zou uitoefenen tot de terugkeer van de regering.
Van 24 juni 1945 tot 7 augustus 1948 was Drees minister van Sociale Zaken in het Kabinet Schermerhorn-Drees en in het Eerste Kabinet-Beel.
Van 7 augustus 1948 tot 22 december 1958 was hij minister-president, minister van Algemene Zaken, in vier achtereenvolgende kabinetten die zijn naam dragen. Op 22 december 1958 werd hij benoemd tot Minister van Staat.
Drees ontving eredoctoraten van de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam op 8 november 1948 en van de Universiteit van Maryland (VS) in 1952.
Op 24 mei 1971 zegde Drees vanwege zijn onvrede met de in zijn ogen te linkse koers van de PvdA zijn lidmaatschap van deze partij op; vooral de opkomst en invloed van Nieuw Links was hier debet aan.
[bewerk] Betekenis
Drees is van grote betekenis geweest voor Nederland en voor de Nederlandse sociaaldemocratie. In de Tweede Wereldoorlog heeft hij een belangrijke plaats ingenomen in het verzet tegen de Duitsers.
Voor Nederland schuilt zonder enige twijfel zijn grootste verdienste in het feit dat hij verantwoordelijk was voor de opbouw van de verzorgingsstaat. Hij stond aan de basis van heel veel sociale wetgeving en zette zich meer in het bijzonder in voor werklozen, ouderen en de laagstbetaalden. Drees zal ook blijvend worden herdacht als de premier van de wederopbouw. Zijn sobere karakter paste uistekend bij een tijd waarbij aan alles tekort was. Hij was in die zin de juiste man op de juiste plaats in de juiste tijd.
Als minister-president kreeg hij te maken met het volgende:
- Toen de Amerikaanse diplomaten Paul Hoffman en Averell Harriman kort na de oorlog naar Nederland kwamen om te kijken of ons land hulp nodig had via het Marshallplan, bezochten zij ook Willem Drees. Ziende hoe zuinig Drees woonde zei Hoffman: "Als de minister-president van Nederland zo sober leeft, dan heeft Nederland zeker hulp nodig! Ik vertrouw erop dat het geld goed wordt besteed."
- Kreeg als minister-president vanaf 1948 de leiding over kabinetten die te maken hadden met de naweeën van de desastreuze gevolgen van de bezetting. Het beleid richtte zich daarbij op reïndustrialisatie, oplossen van de woningnood, bevordering van export, modernisering en ordening van de landbouw en het economische leven (publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie), herstel van de betalingsbalans, gezondmaking van de overheidsfinanciën en het stimuleren van emigratie.
- Belangrijk aspect van het kabinetsbeleid was de opbouw van de sociale-welvaartsstaat onder andere via sociale wetgeving, zoals de Werkloosheidswet, de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Het economische beleid werd gekenmerkt door de relatieve rust op het sociale front, die werd bewerkstelligd door enerzijds de geleide economie en anderzijds nieuwe overlegvormen, zoals de Stichting van de Arbeid en de S.E.R.. Via de Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie kregen organisaties in de landbouwsector en op sociaal-economisch gebied belangrijke regelgevende bevoegdheden. Zijn kabinetten, met daarin de ministers Van den Brink en Zijlstra, voerden een krachtig industrialisatiebeleid. Het financiële beleid werd gekenmerkt door soberheid (met name onder Lieftinck). In 1957, toen overspanning van de economie dreigde, werd besloten tot bestedingsbeperking.
- Tijdens zijn premierschap vond de tweede 'politionele actie' (18-31 december 1948) plaats, die eindigde met een Veiligheidsraadsresolutie en de instelling van een V.N.-commissie (U.N.C.I). die moest aansturen op soevereiniteitsoverdracht vóór 1950
- Drees bracht in januari 1949, na afloop van de tweede politionele actie, een bezoek aan Nederlands-Indië voor overleg met onder meer Beel, Spoor, Sjahrir en sultan Hamid II. Dit bezoek leverde geen resultaten op. Drees was tijdens het bezoek enige tijd door ziekte uitgeschakeld.
- Na een onder zijn voorzitterschap tussen 23 augustus en 2 november 1949 in Den Haag gehouden rondetafelconferentie tussen een delegatie van de Nederlandse regering en vertegenwoordigers van de Republiek Indonesië werd op 27 december 1949 in Amsterdam en Batavia de soevereiniteit over Nederlands-Indië overgedragen aan de Verenigde Staten van Indonesië.
- Ook tussen 1949 en 1951 bleef de Indonesische kwestie, met name door de positie van Nieuw-Guinea, een belangrijke rol spelen.
- De buitenlandse politiek van de kabinetten waarin hij leiding gaf, werd gekenmerkt door trouw aan het Atlantisch Bondgenootschap, loyale steun aan de Verenigde Staten (o.a. in de Korea-oorlog) en het streven naar Europese samenwerking, uitmondend in het Verdrag van Rome (1957). Met name het Russische ingrijpen in Tsjecho-Slowakije in 1948 werden diverse maatregelen genomen ter vergroting van de binnenlandse veiligheid. Tevens werd de opbouw van de civiele verdediging (instelling B.B.) ter hand genomen.
- Drees verving verschillende malen tijdelijk collegae; onder andere die van Buitenlandse Zaken, Financiën, Oorlog en Sociale Zaken. Verdedigde in 1950 als minister van Buitenlandse Zaken a.i. in de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot goedkeuring van een samenwerkingsverdrag met de VS op defensiegebied.
Voor de monarchie is Drees van betekenis geweest door de doortastende wijze waarop hij de Greet Hofmans-affaire heeft aangepakt. Met veel stille diplomatie wist hij de banden tussen Greet Hofmans en Soestdijk te verbreken, waardoor het niet kwam tot een constitutionele crisis.
De grootste betekenis van Drees voor de sociaaldemocratie is dat hij heeft laten zien dat deze richting heel goed kan bijdragen aan het landsbestuur. Sinds Troelstra stonden de sociaaldemocraten in een verdachte hoek en namen ze, behoudens in het laatste kabinet De Geer, niet deel aan de regering. Door Drees is deze uitsluiting van de sociaaldemocraten doorbroken.
[bewerk] Anekdotes
Over Drees doen allerlei anekdotes de ronde over zijn spreekwoordelijke zuinigheid, zoals die dat hij tijdens een bezoek van Amerikaanse inspecteurs voor de Marshall-hulp zijn gasten op thee met maria-kaakjes zou hebben getrakteerd (wat voor de gasten reden zou zijn geweest om overtuigd te zijn van een zuinig financieel beleid in Nederland). Hoewel deze anekdote, in omloop gebracht door oud-minister Joseph Luns, niet op waarheid berustte, klopt het beeld van zuinigheid wel.
Als geheelonthouder kreeg Drees tijdens diners geen wijn geserveerd, maar toostte hij met op wijn gelijkend druivensap.
Drees zou ook, nadat tijdens een receptie de dochter van de Italiaanse premier Alcide De Gasperi tegen hem had gezegd dat het zo fijn was dat er nu zes katholieke ministers van Buitenlandse Zaken kwamen in de E.E.G., geconcludeerd hebben dat het maar beter was als Nederland (in 1952) geen katholieke minister van Buitenlandse Zaken kreeg.
[bewerk] Onderscheidingen en lidmaatschappen
Drees ontving het Grootkruis Orde van de Nederlandse Leeuw op 22 december 1958, uitgereikt door koningin Juliana persoonlijk. Hij ontving ook de erepenning van 's-Gravenhage. Voor zijn verzetswerkzaamheden ontving hij van de Amerikaanse regering de Medal of Freedom with bronze palm te Den Haag op 8 april 1953.
Drees was lid van de Stenografenvereniging "Steeds Sneller", van de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken (vanaf 1903), van de korfbalverenigingen D.O.S. en D.E.O.S. te Amsterdam (beide verenigingen waren door Drees zelf opgericht; hij was lid van 1905 tot 1910).
Erefuncties van Drees waren
- honora membro (erelid) Esperanto Organisatie Universala Esperanto-Asocio
- erevoorzitter The International Committee for the Prevention of Alcoholism
- erevoorzitter Federatie voor Stenografie Groote, 1940
[bewerk] Woonplaatsen en adressen
- Amsterdam, Haarlemmerplein 23 (geboortehuis)
- Amsterdam, Marnixstraat (nrs. 6 en 107)
- Amsterdam, Da Costakade 21 tot oktober 1907
- 's-Gravenhage, Van der Vennestraat 59, van 8 oktober 1907 tot 4 augustus 1910
- 's-Gravenhage, 2e Schuytstraat 288, van 5 augustus 1910 tot 10 mei 1918
- 's-Gravenhage, Van Bleiswijkstraat 58, vanaf 11 mei 1918, toelichting: nog in 1939
- Voorburg, Hoge Weidelaan, toelichting: inwonend, omdat zijn eigen huis ontruimd was voor de bouw van de Atlantik Wall
- Amsterdam, Gerard Terborgstraat 36hs, vanaf 1943, toelichting: ondergedoken
- Amsterdam, Tweede Kostverlorenkade 1a tot december 1944, toelichting: ondergedoken; Drees keerde terug naar Voorburg nadat hij dysenterie had opgelopen na in het water te zijn gevallen
- 's-Gravenhage, Beeklaan 502, van 1945 tot 1988
[bewerk] Hoge leeftijd
Willem Drees overleed op bijna 102-jarige leeftijd. Hij was geheelonthouder en volgde een sobere levensstijl. Ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag gaf de PTT een postzegel uit. Op 4 juli 1986 vond de onthulling plaats van een gedenksteen in zijn geboortehuis aan het Haarlemmerplein in Amsterdam. Na zijn overlijden werd op 25 mei 1988 in de Tweede Kamer een speciale herdenking aan hem gewijd, waarbij de ministers van staat, oud-bewindslieden uit de kabinetten-Drees, de oud-minister-presidenten De Jong en Biesheuvel en enkele tijdgenoten van Drees aanwezig waren. In Den Haag staat nabij het gebouw van de Tweede Kamer een monument te zijner nagedachtenis (dit monument stond aanvankelijk nabij het stadhuis aan de Groenmarkt).
[bewerk] Publicaties van Drees
- "Werklozensteun", in "Gemeentebestuur" (1924)
- "Het Amsterdamsche werkloosheidsrapport", in: "Gemeentebestuur" (1928)
- "Het Internationale stedencongres", in: "Gemeentebestuur" (1929)
- "Haagsche Werkloosheidsrapporten", in: "Gemeentebestuur" (1930)
- "Werklozenzorg en de verhouding tussen Rijk en Gemeenten", in: "Gemeentebestuur" (1931)
- "Luchtbescherming en luchtverdediging", in: "Gemeentebestuur"
- "Op de kentering" (1945)
- "Drees aan het woord" (1952) (redevoeringen en artikelen, red. K. Voskuil)
- "Van mei tot mei. Persoonlijke herinneringen aan bezetting en verzet" (1958)
- "Een jaar Buchenwald" (1961)
- "Zestig Jaar Levenservaring" (1962)
- "De vorming van het regeringsbeleid" (1965)
- "Lasalle en Marx" (1967)
- "De burgemeester in de branding" (1968)
- "Monarchie, Democratie en Republiek" (1969)
- "Het Nederlandse Parlement vroeger en nu" (1975)
- "Marx en het democratisch-socialisme" (1979)
- "Herinneringen en Opvattingen" (1983)
[bewerk] Trivia
Drie andere ministers-presidenten werden ook ouder dan honderd jaar:
- Antoine Pinay van Frankrijk: (1891-1994) 102 jaar
- Naruhiko Higashikuni van Japan: (1887-1990) 102 jaar
- Christopher Hornsrud van Noorwegen: (1859-1960) 101 jaar
In 2004 tijdens de verkiezing van De grootste Nederlander eindigde Drees op de derde plaats.
In januari 2006 werd Willem Drees door de website van het radioprogramma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd) van de VPRO verkozen tot de beste premier van na de Tweede Wereldoorlog.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe link
Voorganger: F.C.M. Wijffels |
Minister van Sociale Zaken Zaken 1945-1948 |
Opvolger: A.M. Joekes |
Voorganger: L.J.M. Beel |
Minister-president 1948-1958 |
Opvolger: L.J.M. Beel |
Voorganger: L.J.M. Beel |
Minister van Algemene Zaken 1948-1958 |
Opvolger: L.J.M. Beel |
Voorganger: J.H. van Maarseveen |
Minister van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen a.i. 1951 |
Opvolger: L.A.H. Peters |
Voorganger: P. Lieftinck |
Minister van Financiën 1952 |
Opvolger: J. van de Kieft |
Bronnen en referenties: |
Categorieën: Minister-president van Nederland | Nederlands minister van Staat | Nederlands minister van Sociale Zaken | Nederlands minister van Algemene Zaken | Nederlands minister van Koloniën | Nederlands minister van Financiën | Haags wethouder | Tweede Kamerlid | Amsterdammer | Hagenaar | SDAP | PvdA-politicus | Nederlands vrijmetselaar | Nederlands verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog