Rode bloedcel
Van Wikipedia
Rode bloedlichaampjes of erytrocyten zijn het bloedbestanddeel dat voornamelijk (98%) verantwoordelijk is voor het zuurstof- en koolstofdioxidetransport tussen de longen en de andere weefsels in het lichaam; vrij opgeloste zuurstof en koolstofdioxide speelt nauwelijks een rol. Rode bloedlichaampjes van zoogdieren zijn, in tegenstelling tot vrijwel alle andere cellen in het lichaam, kernloos. Een rood bloedlichaampje heeft een levensduur van 120 dagen. De rode bloedcellen van andere gewervelden (vissen, vogels, reptielen en amfibieën) hebben wel een celkern.
Een erytrocyt is een echte cel maar bevat geen kern. Het voorstadium van de rode bloedlichaampjes bevat wel een celkern, nodig om te delen. Deze kern wordt vlak voordat de cel in het bloed wordt losgelaten uitgestoten. Het rood bloedlichaampje circuleert dus in het bloed. Het is een plat, rond lichaampje met in het midden aan beide zijden een indeuking, de vorm lijkt dus enigszins op een dropje. Het rode bloedlichaampje bij de mens is een rond, plat schrijfje met een diameter van ca. 7,5 µm (micrometer) en een dikte van ca. 2 µm. De ca. 25.000 miljard rode bloedlichaampjes in het menselijk bloed hebben een gezamenlijke oppervlakte van niet minder dan ca. 4.000 m2, hetgeen bevorderlijk is voor de snelle opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide.
Een rode bloedcel dankt zijn rode kleur aan het hemoglobine dat het bevat, een ijzerhoudend eiwitmolecuul dat zuurstofmoleculen losjes kan binden in een zuurstofrijke omgeving en ze weer kan loslaten in een zuurstofarmere omgeving. De hemoglobine vormt ca. 90 % van de droge massa van de rode bloedlichaampjes. In het menselijk bloed bevindt zich daarom ca. 3,5 gram ijzer.
Het rode bloedlichaampje maakt het grootste aandeel uit van de cellen in het bloed (99%). De andere soorten zijn witte bloedcellen en bloedplaatjes. De rode bloedlichaampjes vormen ongeveer 40 % van het volume van het bloed.
De vorm van de erytrocyt wordt door een netwerk van actine en spectrine (=eiwit) filamenten bepaald. Deze vormen net onder de celmembraan een dunne laag en ze zitten mbv ankyrine in de membraan gehecht. De biconcave vorm die ontstaat is het meest optimaal voor het transporteren van zuurstof en koolstofdioxide.
Het woord erythrocyt komt uit het Griekse erythros voor "rood" en kytos for "holte" (tegenwoordig vertaald als cel).
[bewerk] Zie ook
![]() |
![]() |
![]() |