Intellectueel eigendom
Van Wikipedia
Intellectueel eigendom (IE) is een recente verzamelnaam voor een aantal rechten die we terugvinden in verschillende nationale en internationale wetten. Het komt erop neer dat de bedenker van een werk beschermd wordt. Een ander mag zijn werk niet zomaar namaken, kopiëren, doorverkopen of weggeven: de bedenker heeft het 'intellectuele eigendomsrecht'. Men verstaat onder deze noemer uiteenlopende, soms weinig overlappende zaken als auteursrecht, octrooirecht, merkenrecht, handelsgeheim, enz.
Hoewel menig advocatenkantoor een afdeling 'intellectueel eigendom' heeft, is de term ronduit onjuist. In de wetten van Westerse landen komt de term niet voor, behalve wellicht sporadisch in voetnoten. Het gaat juridisch gezien ook niet om een vorm van eigendom, maar om exclusieve rechten die hooguit in de verte enige gelijkenis vertonen met werkelijk 'eigendom'. Dit onderkennende, stelde de Duitse geleerde Josef Kohler (1849-1919) in 1907 de benaming Immaterialgüter voor (immateriële goederen).
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Reeds halverwege de negentiende eeuw kwamen de termen intellectual property en propriété intellectuelle sporadisch voor in Amerikaanse en Franse publicaties.[1][2] De populariteit van de term is echter een recent fenomeen: hij was zeer ongebruikelijk tot de stichting van de World Intellectual Property Organization (WIPO) in 1967, die het gebruik van de term meteen sterk begon te bevorderen.
Niettemin werd de term meestal slechts tussen aanhalingstekens gebruikt tot de uitvaardiging van de Bayh-Dole Act in de Verenigde Staten in 1980, een wet die onder andere universiteiten en non-profits intellectuele eigendomsrechten toekende over uitvindingen voortkomend uit door de Amerikaanse overheid gefinancieerd onderzoek. Daarna burgerde de term in de VS snel in en waaide hij, mede via de WIPO, over naar de rest van de wereld.
[bewerk] Discussie over intellectueel eigendom
Ondanks voornoemde onjuistheid van de term is intellectueel eigendom een belangrijk juridisch concept geworden in onze cultuur. Immateriële goederen kunnen immers tegen minimale kosten gekopieerd of in andere omstandigheden of toepassingen gebruikt worden, terwijl de ontwikkeling van een dergelijk immaterieel goed soms veel inspanningen en kosten met zich mee heeft gebracht (denk aan uitvindingen, muziekopnamen, ontwikkeling van geneesmiddelen, software, enz.).
[bewerk] Oorspronkelijk idee
Het oorspronkelijke idee achter de meeste vormen van wat tegenwoordig intellectueel eigendom genoemd wordt, is dat zo'n alleenrecht een stimulans zou zijn om werken, uitvindingen, enz. te creëren. Voorstanders en belanghebbenden van de intellectuele eigendomsrechten vinden dus dat personen en organisaties beschermd moeten worden tegen ongeoorloofd gebruik, dan wel misbruik, van de vruchten van hun immateriële goederen. In landen waar deze bescherming minder ver gevorderd is (denk aan Rusland en het Verre Oosten) zou men zich minder inspanningen getroosten om in immateriële goederen te investeren. Door kopiëren en plagiaat zou het immers bijna onmogelijk zijn een gedane investering terug te verdienen. Bij een effectieve bescherming van het intellectuele eigendom kunnen de rechthebbenden makkelijker eraan verdienen, hetgeen via de daaruit voortkomende stimulans de maatschappelijke vooruitgang zou bevorderen. Of dit gewenste effect ook daadwerkelijk bereikt wordt, is nog altijd punt van discussie.
[bewerk] Intellectueel tegenover materieel eigendom
Er leeft bij velen de overtuiging dat de term 'intellectueel eigendom' met zichzelf in tegenspraak is. Wanneer fysieke/tastbare goederen van eigenaar wisselen, kan de oorspronkelijke eigenaar er geen gebruik meer van maken. Bij verspreiding van intellectueel eigendom is hier geen sprake van: literatuur, muziek of software zijn niet aan materiële beperkingen onderhevig en kunnen op ontelbare plaatsen gelijktijdig gebruikt worden zonder dat de oorspronkelijke maker in het gebruik ervan gehinderd wordt. Thomas Jefferson vergeleek bijvoorbeeld het hebben van een idee met een brandende fakkel. Als iemand zijn fakkel aansteekt door hem tegen die van een ander te houden dan neemt hij niets weg, maar voegt slechts zijn eigen licht toe aan de wereld.
'Intellectueel eigendom' is dus fundamenteel anders van aard dan fysiek/tastbaar eigendom. De vaak gebruikte term 'diefstal' is in dit verband dan ook onjuist en misleidend: de Nederlandse wet definieert bijvoorbeeld diefstal als het "wegnemen" van een goed[3], waarvan bij een overtreding van het auteurs- of octrooirecht geen sprake is. Dit verklaart waarom het voor persoonlijk gebruik illegaal kopiëren en uitwisselen van bijvoorbeeld muziek en software algemeen sociaal geaccepteerd is, terwijl datzelfde bepaald niet geldt voor inbraak in bijvoorbeeld muziekwinkels of videotheken.
Mede in die geest spreekt Richard Stallman, oprichter van de Free Software Foundation, zich uit tegen het gebruik van de term 'intellectueel eigendom', omdat hij misleidend zou zijn: hij verenigt verscheinene zaken in zich die weinig of niets met elkaar te maken hebben (illegaal kopiëren en plagiaat; auteurs- en octrooirecht; enz.). De term zou uitgevonden zijn met als doel het debat te vertroebelen, door een breed begrip in te voeren waar geen weldenkend mens 'tegen' kan zijn, maar daarmee allerlei ongerelateerde zaken te laten meeliften.[4] Zoiets als IE bestaat helemaal niet, vindt Stallman: men kan geen recht claimen op een idee; mensen die de term gebruiken zijn óf bedriegers óf bedrogenen. Overigens heeft men volgens de wet inderdaad geen recht op een gedachte of idee, het idee moet immers (tastbaar, zichtbaar, hoorbaar) zijn vastgelegd.
Vanwege dergelijke overwegingen zijn wel de termen intellectueel monopolie of immaterieel monopolie voorgesteld voor gebruik met betrekking tot niet-stoffelijke zaken.
[bewerk] Recente ontwikkelingen
Met de opkomst van vrije, dan wel Open Source-software en Creative Commons lijkt het oorspronkelijke idee achter intellectueel eigendom niet langer een drijfveer. Mensen blijken inherent creatief en wensen, gegeven de algemene beschikbaarheid van de benodigde middelen, juist hun werk te tonen en te delen. Het intellectuele eigendomsrecht komt hier vooral neer op het recht van de auteur om als zodanig aangewezen te worden: plagiaat blijft uit den boze. Vraag is echter of ook industrieën als de farmaceutische of petrochemische industrie zo onbaatzuchtig te werk zouden willen gaan.
Methoden om toch fiancieel gecompenseerd te worden voor de ontwikkeling van vrij verspreidbare immateriële goederen staan in de kinderschoenen, maar zijn volop in ontwikkeling. Zo verdienen veel bedrijven, waaronder specialisten als Red Hat maar ook giganten als IBM, geld met het verkopen van commerciële ondersteuning voor het vrij verspreidbare besturingssysteem GNU/Linux. Een soortgelijke ontwikkeling vormen musici die hun muziek (bijvoorbeeld onder een Creative Commons-licentie) vrij verspreidbaar maken op het Internet, maar geld verdienen aan toegangskaarten voor concerten en aan de verkoop van merchandise.
Ontwikkelingen op het gebied van DRM (Digital Rights Management) veroorzaken steeds meer weerstand, temeer daar vele DRM-systemen beperkingen opleggen (bijvoorbeeld op het maken van reservekopieën) die volgens de wet principiële rechten zijn van de eindgebruikers. Bovendien wordt het opleggen van beperkingen op immateriële goederen alsof zij materieel waren, als onnatuurlijk ervaren: het licht van de fakkel van Jefferson mag zich slechts onder streng toezicht en tegen betaling vermenigvuldigen. Een dergelijk gevoel van onnatuurlijkheid leidt veeleer tot een toename van burgerlijke ongehoorzaamheid in de vorm van illegaal kopiëren, dan tot een afname ervan: tot nog toe was DRM altijd te kraken.
Al met al is veel discussie rond het IE terug te brengen tot een semantische kwestie. Dat de bedenker van een werk, of dit nu een industrieel product is of een kunstwerk, recht heeft op een zekere bescherming, en zelfs compensatie – daar zijn de meesten het wel over eens. Maar hoe we dat precies moeten aanpakken, dat is nog steeds aanleiding voor debat. Feit is wel dat het oorspronkelijke uitgangspunt van het IE (het stimuleren van innovatie) meer en meer is verschoven richting bescherming van de bedenker.
[bewerk] Intellectueel eigendom in de wet
Het intellectuele eigendomsrecht (IE) is de losse verzameling van wetten en internationale verdragen die het eigendomsrecht regelen voor producten van intellectuele arbeid.
Bij intellectueel eigendomsrecht kent een overheid bepaalde rechten toe aan de bedenker of maker van bijvoorbeeld een product, uitvinding, merknaam, muziekstuk of literair werk. Alleen degene die over het intellectuele eigendomsrecht beschikt mag het product produceren, het muziekstuk vastleggen of het boek publiceren en vermenigvuldigen.
Er wordt wel gezegd dat een intellectueel eigendomsrecht een maker een (tijdelijk) monopolie heeft op het gebruik van die werken, maar dat is onjuist. Het recht kan slechts een alleenrecht verlenen. Of dat ook tot een monopolie leidt is een economische vraag. Bij aanwezigheid van zogenaamde subsituten (een economisch begrip) leidt een alleenrecht niet tot een monopolie.
[bewerk] Rechtsgebieden
Qua gebieden onderscheiden we de volgende soorten intellectuele eigendom:
- Het auteursrecht: Het alleenrecht van een auteur om zijn werken van literatuur, wetenschap of kunst te openbaren of verveelvoudigen. Onder het auteursrecht vallen het portretrecht en het beeldrecht.
- Het databankenrecht: De intellectuele eigendomsbescherming op verzamelingen van (al dan niet auteursrechtelijk beschermde) werken. Het recht geldt niet de werken die zijn opgenomen in de databank, maar de verzameling zelf.
- Het octrooirecht: het recht van de octrooihouder om anderen te verbieden zijn uitvinding commercieel uit te baten, in ruil voor openbaarmaking van die uitvinding.
- Het handelsgeheim: Het recht van bedrijven om vertrouwelijke en vanuit concurrentieoogpunt waardevolle informatie geheim te houden.
- Het merkenrecht: Het alleenrecht op het voeren van een bepaald merk (zoals een productnaam of logo).
- Het handelsnamenrecht: Het alleenrecht op het voeren van een handelsnaam of bedrijfsnaam.
- Het domeinnaamrecht: Het recht op internetdomeinnamen. Dit recht is nog omstreden omdat het een wettelijke basis ontbeert. Het recht zou onderdeel uit kunnen maken van het handelsnaam- of merkenrecht. Vraag is of er een zelfstandige wet voor moet komen.
- Het tekeningen- en modellenrecht: Het alleenrecht op het voorzien van producten van een bepaalde tekening (afbeelding) en op het vormgeven van producten volgens een bepaald model.
- Het halfgeleidersrecht: dit recht is te vinden in de Wet voor de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderproduct uit 1987. Het recht biedt bescherming op het ontwerp van chips, microprocessors en andere halfgeleiders.
- De naburige rechten: De intellectuele eigendomsrechten van artiesten op hun uitvoeringen van (andermans) werk. Zo mag niet iedereen een opera exact zo uitvoeren als een ander en mag een zanger niet zomaar Ramses Shaffy nadoen, om maar iets te noemen.
- Het kwekersrecht: De recht geldt voor teeltmateriaal van ieder 'ras' dat behoort tot het plantenrijk. Het geldt dus niet voor dierenrassen.
[bewerk] Registratie
Voor recht op een octrooi, merk, kweekresultaat en een tekening of model is een registratie nodig. Het recht op een handelsnaam, naburige rechten, databank en het auteursrecht ontstaan van rechtswege. Een aparte registratie is niet nodig maar kan – in verband met de bewijsvoering – wel handig zijn. De laatstgenoemde rechten kunnen vrij informeel (dat wil zeggen: eenvoudig) 'geregistreerd' worden. Een datumstempel van de Belastingdienst (afdeling Registratie en Successie) is voldoende.
[bewerk] Geschiedenis van het intellectuele eigendomsrecht
De tegenwoordig onder de noemer 'intellectueel eigendom' verzamelde takken van het recht zijn ontwikkeld tijdens de afgelopen 450 jaar, toen het besef opkwam dat mensen steeds vaker geld verdienden met intellectuele arbeid in plaats van met het verhandelen of maken van stoffelijke zaken. Het kwam in die tijd helaas vaak voor dat uitvindingen verloren gingen met de dood van de uitvinder of ontdekker, omdat deze nooit aan iemand verteld had hoe de uitvinding werkte uit angst dat iemand anders met zijn idee aan de haal zou gaan.
Na de uitvinding van de drukpers lobbyden uitgevers voor het exclusieve recht om bepaalde boeken te mogen drukken. Vanaf de 19e eeuw werden dergelijke rechten aan de auteurs (in plaats van de uitgevers) verleend. Ook ontstonden er in veel landen octrooisystemen om technische innovaties te stimuleren. De opkomst van het octrooi viel samen met de industriële revolutie, hoewel de eerste octrooien avant la lettre al in de 15e eeuw verleend werden.
[bewerk] Overlap
De rechtsgebieden van het intellectuele eigendom beslaan veel verschillende aspecten en bijbehorende soorten wetgeving. De bedoeling is dat ieder soort wetgeving alle andere uitsluit, zodat een stuk intellectueel eigendom beschermd wordt door één soort wetgeving en niet door alle andere. Wie een octrooi heeft, heeft geen auteursrecht of merkenrecht, en omgekeerd. In de praktijk lukt dit niet altijd: zo kan een logo beschermd zijn middels zowel auteursrecht als merkenrecht. Naast deze "verticale" verdeling (in kolommen) van het intellectuele eigendom heeft dat ook een "horizontaal" stuk, dat inhoudt dat het intellectuele eigendom qua wetgeving op zeer veel verschillende niveaus geregeld wordt: internationale verdragen, nationale wetgeving en (in het geval van de Europese Unie) Europese Richtlijnen en Verordeningen. Allemaal spelen ze een rol in het vaststellen van de regelingen over de intellectuele eigendom. Overigens is het wel zo dat landen die zich aansluiten bij een internationaal verdrag rond intellectuele eigendom hun nationale wetgeving zoveel mogelijk in lijn brengen met het verdrag, om zo tegenstrijdigheden te voorkomen. Vrijwel alle Europese regels zijn bijvoorbeeld verwerkt in Nederlandse wetgeving. Dit gebeurt wel altijd met enige vertraging. Zo heeft "Europa" al in 1996 een Richtlijn rond het databankenrecht uitgevaardigd, die pas in 1999 in Nederland werd ingevoerd.
[bewerk] Intellectueel of industrieel [5]
Juristen maken vaak onderscheid tussen intellectueel en industrieel eigendom. Intellectueel eigendom betreft dan auteursrecht en naburige rechten, terwijl industrieel eigendom gebruikt wordt voor octrooien, merken, handelsgeheimen, kwekersrechten, enzovoort. Dit onderscheid komt voort uit het feit dat industriële eigendomsrechten vooral in de industrie werden gebruikt, terwijl het intellectuele eigendom het domein was van auteurs, artiesten en andere creatievelingen. Tegenwoordig is het onderscheid tussen beide zo goed als verdwenen. De meeste mensen gebruiken "intellectueel eigendom" als algemene term, en laten hieronder ook zaken als octrooien vallen die traditioneel "industrieel" geacht werden.
[bewerk] Externe koppelingen
- World Intellectual Property Organization
- Het intellectueel eigendomsrecht-repertorium van de Europese Unie
- Europees Octrooibureau
- Octrooicentrum Nederland
- IP Dragon gericht op intellectueel eigendom in China
- Intellectueel eigendom uitgelegd
[bewerk] Bronvermeldingen
- ↑ Het vroegst bekende gebruik van de term "intellectual property" in de VS vond plaats in een rechterlijke beslissing van het de Massachusetts Circuit Court in oktober 1845 tijdens de patentenrechtzaak "Davoll et al. versus Brown". Daarin schreef rechter Charles L. Woodbury: only in this way can we protect intellectual property, the labors of the mind, productions and interests as much a man's own … as the wheat he cultivates, or the flocks he rears. (Woodury & Minot, CCD Mass. 7 F. Cas. 197, 1845).
- ↑ In 1846 noemde de Franse auteur A. Nion de term "propriété intellectuelle" in zijn boek Droits civils des auteurs, artistes et inventeurs.
- ↑ Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht, artikel 310, luidt: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
- ↑ Richard M. Stallman: Did You Say "Intellectual Property"? It's a Seductive Mirage. Free Software Foundation, 2005.
- ↑ Deze sectie, Copyright © 2004-2005 Arnoud Engelfriet, is overgenomen van iusmentis.com onder de voorwaarden van de Creative Commons-licentie Naamsvermelding-GelijkDelen 2.5, en mag alleen onder deze voorwaarden verder verspreid worden.