Luftwaffe
Van Wikipedia
Luftwaffe is de veelgebruikte naam voor de Duitse luchtmacht. Het woord Luftwaffe is niet gebonden aan een land, maar is de vertaling voor luchtmacht, dus Die Britische Luftwaffe betekent De Britse luchtmacht.
Na de opdeling van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog richtten West-Duitsland en Oost-Duitsland hun eigen luchtmacht op. West-Duitslands Luftwaffe werd opgericht in 1956, en de Oost-Duitse Luftstreitkräfte der NVA werd in 1955 opgericht. De Luftstreitkräfte werd opgenomen in de Luftwaffe bij de Duitse eenwording in 1990. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Luftwaffe alleen in 1999 in Kosovo strijd geleverd.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] Oprichting
De voorloper van de Luftwaffe, Die Fliegertrupper des Deutschen Kaiserreiches, of Luftstreitkräfte, werd opgericht in 1910, voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog. In het begin was het gebruik van vliegtuigen alleen bedoeld voor verkenningsdoeleinden, ter ondersteuning van de troepen op de grond, zoals eerder werd gedaan met balonnen. Het was niet 's Werelds eerste luchtmacht, want Frankrijks vliegerkorps van het leger, wat uiteindelijk de Armee de l'Air werd, was ook opgericht in 1910 en het Britse Royal Flying Corps, welke in 1918 samen met de Royal Naval Air Service de Royal Air Force vormde, werd opgericht in 1912.
Tijdens de oorlog gebruikte de keizerlijke luchtmacht een breed scala aan vliegtuigen, variërend van jagers (zoals gebouwd door Albatros Flugzeugwerke en Fokker), verkenningsvliegtuigen (Aviatik en DFW) en zware bommenwerpers (Gotaer Waggonfabrik, beter bekend als Gotha, en Zeppelin-Staaken).
Toch kregen de jagers de meeste aandacht, want die 'produceerden' de azen, zoals Manfred von Richthofen (De Rode Baron), Hermann Göring, Ernst Udet, Oswald Boelcke, Max Immelman en Werner Voss. Net als de Duitse marine, gebruikte ook het leger Zeppelins als luchtschepen voor het bombarderen van zowel militaire als civiele doelen in Frankrijk en België, alsook in het Verenigd Koninkrijk.
Alle Duitse en Oostenrijk-Hongaarse vliegtuigen gebruikten het IJzeren Kruis insigne tot het begin van 1918, toen het vervangen werd voor het Balkenkreuz een zwart Grieks kruis op een witte achtergrond.
Nadat de oorlog eindigde in een nederlaag voor Duitsland, werd de dienst opgeheven als gevolg van het Verdrag van Versailles, welke eiste dat alle vliegtuigen vernietigd werden. Hierdoor is de de huidige Luftwaffe, opgericht in 1956) niet de oudste onafhankelijke luchtmacht, daar de Britse Royal Air Force al sinds 1 april 1918 onafgebroken bestaat.
[bewerk] Interbellum periode
Omdat Duitsland door het Verdrag van Versailles geen luchtmacht mocht hebben, was er de behoefte om in het geheim piloten te trainen voor een eventuele toekomstige oorlog. In het begin werden burgerluchtvaartscholen in Duitsland gebruikt, maar daar kon alleen met lichte toestellen gevlogen worden om de schijn op te houden dat ze trainden om in dienst te gaan bij Lufthansa. Om haar piloten ook te laten trainen op de nieuwste gevechtsvleigtuigen, riep Duitsland ironisch de hulp in van haar toekomstige vijand, de USSR, een land dat ook geïsoleerd was binnen Europa. Een geheim vliegveld werd aangelegd in Lipetsk in 1924 en was ongeveer 9 jaar operationeel, vooral gebruik makend van Nederlandse en Russische vliegtuigen, maar ook enkele Duitse trainingsvliegtuigen voordat het gesloten werd in 1933. Deze basis stond officieel bekend als het 4e squadron van de 40e Vleugel van het Rode Leger.
Op 26 februari 1935 gaf Adolf Hitler Hermann Göring de opdracht om de Luftwaffe opnieuw op te richten, en brak daarmee het Verdrag van Versailles. Het Verdrag werd gebroken zonder sancties van Engeland en Frankrijk of de Volkenbond, beide landen en de Bond deden niks tegen elke schending van het Verdrag. Al zou de nieuwe luchtmacht apart van het leger opereren, behield het wel de traditie dat het personeel dezelfde rangen kreeg als bij het leger. Voor de officiële heroprichting van de Luftwaffe, was er een paramilitaire luchtmacht, de Deutscher Luftverband of DLV, met Ernst Udet aan het hoofd. Het insigne van de DLV werd uiteindelijk het insigne van de Luftwaffe. De DLV had geen militaire rangen, maar gebruikte rangen die meer civiel leken.
Dr. Fritz Todt, de ingenieur die de dwangarbeids organisatie Organisation Todt had opgericht, kreeg de rang van Generalmajor in de Luftwaffe. Strikt genomen was hij geen luchtvaartman, al diende hij wel in een observatiesquadron tijdens de Eerste Wereldoorlog, waar hij ook het IJzeren Kruis kreeg. Hij stierf in een vliegtuigongeluk in februari 1942.
Er wordt gezegd dan Hermann Göring zelf het embleem voor de Luftwaffe had gekozen, welke verschilde van de andere legeronderdelen. De adelaar, een oud symbool van het Duitse Rijk bleef, maar in een andere compositie. Sinds 1933, toen Hitlers NSDAP aan de macht kwam, hield de adelaar in zijn klauwen het symbool van de partij, het hakenkruis, welke meestal werd omgeven door een eikenkrans. Göring wilde voor de Luftwaffe niet die adelaar, welke veel te statisch en massief was. In plaats daarvan koos hij voor een adelaar met gespreide vleugels, wat beter bij een luchtmacht past. Terwijl de adelaar van de Wehrmacht het hakenruis ferm met beide klauwen vasthoudt, hield de adelaar van de Luftwaffe het hakenkruis slecht met één klauw vast, terwijlde andere in een dreigende pose gebogen was.
De Luftwaffe had de ideale gelegenheid om zijn piloten, vliegtuigen en tactieken te testen tijdens de Spaanse Burgeroorlog van 1936-1939, toen het Legioen Condor naar Spanje werd gestuurd om de anti-republikeinse opstand, geleid door Francisco Franco, te ondersteunen. Onder de vliegtuigen waren namen die wereldberoemd zouden worden: de Junkers Ju87 Stuka duikbommenwerper en de Messerschmitt Bf 109 jachtvliegtuig. De Luftwaffe herkenningstekens werden verwijderd, zodat de wereld niet zou zien dat Duitsland de opstand actief steunde. In plaats van het hakenkruis op het staartvlak, gebruikten ze de tekens van de Nationalistische Luchtmacht, een Sint-Andrew kruis op een witte achtergrond op het roer van het vliegtuig en zwarte schijven op de vleugels en romp. Alle vliegtuigen ven het Legioen werden toegewezen aan eenheden waarvan de naam eindigde op het nummer 88. Bijvoorbeeld bommenwerpers kwamen in Kampfgruppe 88, kortweg K/88 en jachtvliegtuigen in Jagdgruppe 99, kortweg J/88.
Een grimmig voorbeeld voor het systematisch bombarderen van steden tijdens WOII kwam in april 1937, toen een gecombineerde strijdmacht van Duitse en Italiaanse bommenwerpers onder Nationalistisch commando de Baskse stad Guernica in noord-oost Spanje verwoestten. Dit bombardement leidde tot een wereldwijde veroordeling. De herinnering aan het drama wordt mede levend gehouden door het schilderij van Pablo Picasso. Velen hadden de angst dat dit de toekomstige manier van luchtoorlog voeren was, daar de Italiaanse strateeg generaal Giulio Douhet (die stierf in 1930) theoriën had gfeformuleerd welke "strategisch bombarderen" genoemd werden. Het idee was dat door vanuit de lucht aan te vallen in het industriële hart van de tegenstander de moraal van de bevolking zo zou dalen, dat de regering wel vrede moest sluiten. Dit bleek zo te zijn, niet alleen tijdens de aankomende oorlog in Europa, maar in meerdere oorlogen.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
Hoofdartikel: Luftwaffe (Tweede Wereldoorlog)
Aan het begin van de oorlog was de Luftwaffe de mordernste en sterkste luchtmacht, en het domineerde de lucht boven Europa met vliegtuigen die veel geavanceerder waren dan de eigenlijke tegenstanders. De Luftwaffe stond centraal in de Duitse Blitzkrieg tactiek. Na de Battle of Britain echter verloor de Luftwaffe gestaag haar superioriteit in de lucht, doordat de Geailliëerden veel meer en betere toestellen kregen. Aan het einde van de oorlog was de Luftwaffe niet langer een belangrijke factor, en ondanks de ontwikkeling van geavanceerde vliegtuigen, zoals de Me 262, werd de Luftwaffe geplaagd door brandstoftekorten, onvoldoende productiecapaciteit en gebrek aan getrainde piloten.
[bewerk] Koude Oorlog
Na de oorlog was de Duitse luchtvaart in het algemeen gegantisch ingekort, en militaire luchtvaart was compleet verboden toen de Luftwaffe in augustus 1946 officieel werd opgegeheven. Dit veranderde toen West-Duitsland bij de NAVO kwam in 1955, omdat het Westen dacht dat ze Duitsland nodig hadden om zich te kunnen verdedigen tegen de militaire dreiging van de USSR en zijn Warschaupact bondgenoten. In de komende decennia werd de West-Duitse Luftwaffe voonamelijk uitgerust met Amerikaanse toestellen die lokaal onder licentie werden geproduceerd. Alle vliegtuigen hadden als herkenningsteken het IJzeren Kruis, waarmee terug werd gegrepen op de Eerste Wereldoorlog, en de West-Duitse vlag op het staartvlak.
Veel bekende gevechtspiloten die in de Oorlog bij de Luftwaffe hadden gevlogen ondergingen een opfriscursus in de VS, waarna ze bij de Luftwaffe in dienst kwamen. Hieronder waren onder andere Erich Hartmann, de hoogst scorende aas ooit (352 neergehaalde toestellen), Gerhard Barkhorn (301), Günther Rall (275) en Johannes Steinhoff (176). Steinhoff, die littekens over zijn hele lichaam had van een crash met een Me 262, zou uiteindelijk commander-in-chief van de Luftwaffe worden, en opgevolgd worden door Rall. Hartmann ging in 1970 met pensioen in de rang van Oberst (Kolonel).
[bewerk] 1960 Starfighter crisis
Tijdens de jaren '60 was de "Starfighter crisis" een groot probleem voor de Duitse polititci, omdat vele van deze Lockheed F-104 jachtvliegtuigen neerstortten, nadat ze aangepast waren voor de Luftwaffe. In dienst van de Luftwaffe stortten 292 van de 916 Starfighters neer, wat het leven van 115 piloten kostte. Hierdoor kwam de roep van de West-Duitse bevolking dat de Starfighter niet veilig was en hij kreeg de bijnaam Witwenmacher, weduwemaker.
Steinhoff en zijn assistent Rall constateerden dat de niet-Duitse F-104's veel veiliger waren, Spanje bijvoorbeeld verloor in die periode geen enkele Starfighter. De Amerikanen gaven de manier van vliegen van de Duitse piloten de schuld, in plaats van het vliegtuig. Steinhoff en Rall lieten onmiddellijk hun dagelijkse werk voor wat het was en leerden het vliegtuig vliegen in Amerika, met instructeurs van Lockheed. Daar ontdekten ze verschillen in de training waardoor de ongelukken konden ontstaan.
Steinhoff en Rall veranderde meteen het trainingsprogramma voor de F-104 piloten en de crash ratio's daalden snel tot op of onder die van andere landen. Ze brachten ook de hoge graad van training en professionaliteit die nog steeds zichtbaar is in de hedendaagse Luftwaffe. Toch heeft de F-104 zich nooit kunnen ontdoen van zijn Witwenmacher reputatie, wat leidde door vervroegde vervanging van de F-104, vroeger dan andere landen die de F-104 gebruikten.
[bewerk] Jaren '70
Van 1965 tot 1970 had de Luftwaffe twee eenheden die uitgerust waren met 16 Pershing I raketsystemen met kernkoppen van de US Army. In 1970 werd dit systeem geüpdate tot de Pershing IA met 72 systemen. In 1991 verwijderde de Luftwaffe de systemen uit haar inventaris, en alle raketten werden vernietigd.
De Verenigde Staten voorzien Duitsland van nucleaire wapens onder een NAVO nuclear sharing overeenkomst. In 2005 waren er 60 B61 kernbommen geleverd, opgeslagen op Büchel en Rammstein luchtmachtbases, welke in crisistijd afgeworpen kunnen worden door de Panavia Tornado van de Luftwaffe.
[bewerk] Duitse Eenwording
De Oost-Duitse luchtmacht, de Luftstreitkräfte der NVA, was uiterust met enkel in het Oostblok geproduceerde vliegtuigen, als de Sukhoi Su-17 "Fitter" en de bekendere producten van Mikoyan-Gurevich (MiG), zoals de MiG-21, MiG-23 en MiG-29 jachtvliegtuigen, en was vooral een uitbreiding van de Rode Luchtmacht in Oost-Duitsland. De Oost-Duitse luchtmacht was ook uniek binnen het Warschaupact omdat het vaak was uitgerust met de nieuwste vliegtuigen van Russische makelij. Als een verlenging van Sovjet luchtmacht, had de Luftstreitkräfte veel minder autonomie dan de andere Oostblok luchtmachten. In tegenstelling tot de West-Duitse Luftwaffe,lieten de tekens op de vliegtuigen zien dat het tot het communistische blok hoorde. Deze tekens bestonden uit een diamantvormig design, waarin de Duitse driekleur verticaal stond afgebeeld. Middenin stond een hamer en passer, zoals ook op de vlag van Oos-Duitsland stond.
Nadat Oost- en West-Duitsland waren herenigd in oktober 1990, werden de vliegtuigen van de NVA overgenomen door de Bondsrepubliek Duitsland, en de DDR tekens op de vliegtuigen werden vervangen voor het IJzeren Kruis, waardoor de situatie ontstond dat er Sovjet vliegtuigen dienden in de NAVO. De meesten werden uit dienst genomen en velen daarvan werden verkocht aan de nieuwe Oost-Europese lidstaten van de NAVO, zoals Polen en de Baltische Staten. Alleen Jagdgewschwader 73 "Steinhoff" in Laage bleef bestaan. De piloten van dit eskader vlogen in de de nieuwe MiG-29, en waren de beste piloten. In 2004 werden de MiG-29's verkocht aan Polen. Sindsdien vliegt JG 73 met de Eurofighter Typhoon.
[bewerk] Heden
Sinds de jaren '70 heeft de Luftwaffe samen met andere luchtmachten actief meegedaan aan projecten voor een Europees gevechtsvliegtuig, zoals de Panavia Tornado en recenter de Eurofighter Typhoon.
In maart 1999, voor het eerst sinds 1945, deed de Luftwaffe weer mee aan gevechtshandelingen, ditmaal in de Kosovo-oorlog.
Er werden geen verliezen geleden tijdens de missies, maar toch bleek de rol controversieel te zijn in Duitsland, vanwege de sterk pacifistische gevoelens van de bevolking. Er waren ook twijfels of het constitutioneel wel mocht, omdat het Duitsland niet toegestaan was en is om in "wars of agression" deel te nemen volgens de 1949 Grondwet.
[bewerk] Materiëel
- Eurofighter Typhoon
- McDonnell-Douglas F-4 Phantom II
- MiG-29 (in 2004 verkocht aan Polen)
- Panavia Tornado
- Breguet Atlantic
- Lockheed P-3 Orion
- Airbus A310
- Airbus A400M (op bestelling)
- Canadair Challenger
- Transall C-160
- Dornier Do 228
- Cessna T-37
- Northrop T-38
- NHIndustries NH90
- Eurocopter Tiger
- Eurocopter EC-135
- Bell UH-1
- Sikorsky CH-53
- Eurocopter (MBB) BO-105
- Westland Sea King
- Westland Lynx
- Eurocopter Cougar
- EADS Barracuda (experimentele UAV)