Baruch de Spinoza
Van Wikipedia
Baruch de Spinoza (Amsterdam, 24 november 1632 – Den Haag, 21 februari 1677) was een Nederlands filosoof, theoloog, taalkundige en lenzenslijper. Hij was een van de rationalisten van de vroege moderne filosofie samen met René Descartes en Gottfried Leibniz. Zijn bekendste werk, de Ethica, werd na zijn dood uitgegeven. Baruch de Spinoza wordt meestal Spinoza genoemd, maar soms ook Benedictus de Spinoza, Bento de Espinosa of Bento d'Espiñoza.
Inhoud |
[bewerk] Leven
[bewerk] Familie
Spinoza's vader en grootvader waren Portugese joden, telgen uit een Spaans-Joodse familie die in de 16e eeuw succesvol handel begonnen te drijven aan de Spaans-Portugese grens.[1] Omdat de joodse godsdienst in 1497 verboden werd in Spanje en Portugal, bekeerden velen zich onder dwang tot het christendom, maar bleven in het geheim aanhanger van het jodendom. Zij werden marranos ('zwijnen') genoemd. Veel van deze joden vluchtten naar de Nederlanden, waar zij welkom waren. De Nederlanden hadden zich onafhankelijk verklaard van de Spaanse overheersers en een (gedeeltelijke) godsdienstvrijheid ingevoerd. De eersten kwamen aan in Amsterdam in 1593. Voor 1618 hadden ze al drie synagogen gebouwd. In 1622 komen Spinoza's ouders aan in Amsterdam. In de Nederlanden mochten zij hun joodse religie dus in openheid belijden. Baruchs grootvader, Abraham Michael de Spinoza, was een van de leiders van de Sephardische gemeenschap in Amsterdam. Hij was voorzitter in 1639. Spinoza's vader, Michael de Spinoza, was een koopman die twee keer trouwde. Hij kreeg drie kinderen: twee dochters, Miriam en Rebekah, bij zijn eerste vrouw die in 1627 overleed, en Baruch van zijn tweede vrouw, Hannah Deborah, die in 1638 stierf. Miriam trouwde een broer van Simon de Caceres.
[bewerk] Jeugd
In 1632 wordt Spinoza in Amsterdam geboren. De joodse gemeenschap in Amsterdam bestaat dan uit drie kampen rond de synagogen. Met de welvaart was ook de onderlinge onverdraagzaamheid toegenomen. In 1638 komt een verzoening tot stand, waarbij één synagoge wordt verkocht, één blijft bestaan en de derde wordt ingericht als schoollokaal. Het jaar daarna gaat de jonge Spinoza hier naar school.
In zijn schooljaren leert hij onder meer uit de Thora. Al snel ziet hij in dat de tekst "zozeer de mensengeest verraadt" dat deze onmogelijk door God kan zijn geschreven of door God kan zijn geïnspireerd. Na zijn schooljaren bestudeert hij de overgeleverde schriften. Hij concludeert dat ze niet waar zijn en noemt ze "uitvindingen van de menselijke fantasie". Gaandeweg zet hij zich meer af tegen alle voorschriften en regels rondom eten, drinken en bidden. De rabbi's zien deze godslasterlijke handelingen van de jonge Spinoza met ontzetting aan (Vloemans, 1931). In maart 1654 sterft zijn vader.
Spinoza heeft waarschijnlijk al jong het ambacht van lenzen slijpen geleerd. In de joodse traditie moest een geleerde ook een handwerk beheersen. Christiaan Huygens roemde later de kwaliteit van Spinoza's lenzen.
[bewerk] Verbannen
Later komt Spinoza werkelijk in conflict met de Amsterdamse joodse gemeenschap. Hij wordt op 27 juli 1656 uit de sefardische gemeente verbannen, zoals eerder Uriel da Costa overkwam. (Zie excommunicatie voor de tekst van de banvloek.) Het is onzeker of Spinoza's filosofische ideeën aanleiding waren voor zijn verbanning. Mogelijk had het te maken met de weigering van Spinoza zich te conformeren aan de joodse gemeenschap of wellicht ook vanwege financiële perikelen [2]. Zijn verbanning uit de gemeente in het jaar 1656 was zeven jaar voor zijn eerste publicatie in 1663. Overigens verlaat hij Amsterdam pas enkele jaren na zijn verbanning.
[bewerk] Leerling van Van den Enden
Ten minste vanaf 1657 is Spinoza verbonden aan de Latijnse school van Franciscus van den Enden, die door sommigen ook Spinoza's filosofische leermeester wordt genoemd. Door de leerlingen van de school worden klassieke toneelstukken opgevoerd, waarin Spinoza waarschijnlijk ook meespeelde. Van een specifiek stuk, Philedonius, geschreven door van den Enden zelf, is bekend dat dit op 13 en 27 januari 1657 in de stadsschouwburg van Amsterdam werd gespeeld. In Van den Endens school leerde Spinoza ook de anatoom Theodoor Kerckrinck kennen en enkele van de vroegste zeventiende-eeuwse biografen beweren dat beide leerlingen naar de hand van de dochter van hun leermeester dongen.
[bewerk] Vrienden
De kring van vrienden rondom Spinoza is klein maar trouw. Zij lezen zijn teksten. De kring bestond onder meer uit Pieter Balling, Jarig Jelles, Adriaan Koerbagh, Johannes Koerbagh, Jan Rieuwertsz (de uitgever van Spinoza's geschriften), Simon Joosten de Vries, Johannes Bouwmeester, Lodewijk Meyer (Vloemans, 1931) en de Amsterdamse burgemeester Coenraad van Beuningen. Spinoza kwam in contact met Collegianten. Koerbagh probeert in 1669 een werk uit te brengen, genaamd Een Ligt schijnende in duystere Plaatsen. Dit werk ademt de geest van Spinoza's filosofie. Het kost Koerbagh binnen een jaar zijn leven nadat hij vanwege godslastering in het Rasphuis is geworpen [3].
[bewerk] Rijnsburg
Als Spinoza in 1660 Amsterdam definitief verlaat, blijven zijn vrienden in leeskringen de toegestuurde teksten lezen en becommentariëren. Spinoza vindt eerst onderdak in Tulpenburg, aan de weg naar Ouderkerk aan de Amstel. Daarna vertrekt hij naar Rijnsburg en trekt in bij de chirurg Herman Hooman. Die woning staat nu bekend als het Spinozahuisje (info). In een gevelsteen staat het slotcouplet van Mayschen Morgenstond, een gedicht van Camphuysen.
De jaren dat hij in Rijnsburg verblijft, behoren tot zijn meest vruchtbare. In 1663 komt het eerste deel van de Ethica als manuscript in de handen van zijn Amsterdamse vrienden. Datzelfde jaar verhuist hij naar Voorburg waar hij woont bij de schilder Daniël Tydeman. Daar werkt hij verder aan de Ethica. Ook schrijft hij er het Godgeleerd Staatkundig Vertoog, ofwel de Tractatus Theologico-Politicus, dat in 1670 anoniem wordt gepubliceerd. Het is het oudste pleidooi voor de vrijheid van spreken en schrijven dat we kennen [4].
[bewerk] Den Haag
In het najaar van 1669 verhuist hij naar Den Haag. Hij woont korte tijd op de Veerkade, waarna hij verhuist naar de Paviljoensgracht, het huis van schilder Hendrik van der Spyk. Hier zal hij tot aan zijn dood in 1677 blijven wonen.
In 1672 grijpt de moord op raadspensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis hem zo aan, dat hij in protest het pamflet Ultimi barbarorum schrijft.
In 1673 wordt hem een professoraat Wijsbegeerte aangeboden in Heidelberg. Spinoza bedankt voor de eer, met name omdat hij beknot zou worden in zijn uitlatingen. In datzelfde jaar reist hij naar Utrecht. Deze stad was toen sinds het Rampjaar in handen van de Fransen. Naar verluidt wil Spinoza met de Franse commandant van gedachten wisselen over de vredeskansen. De gesprekken gaan niet door en Spinoza keert na een aantal weken terug naar Den Haag.
[bewerk] Overlijden
Gedurende de laatste jaren van zijn leven is Spinoza regelmatig bezocht door Dr. George Hermann Schuller. Deze jonge Amsterdamse geneesheer stelt in februari 1677 dat Spinoza niet lang meer te leven had. Kort daarna sterft Spinoza aan de tering op 21 februari. Hij wordt 44 jaar oud.
Zijn lessenaar, met daarin zijn voltooide en onvoltooide manuscripten, werd bezorgd bij Jan Riewertsz. Datzelfde jaar verscheen bij hem de Opera Posthuma. Deze werd vervolgens vertaald door Jan Hendriksz Glazemaker en in 1677 gepubliceerd als De nagelaten geschriften van B.d.S. Het verbod op publicatie, binnen enkele maanden uitgevaardigd door de Staten van Holland, heeft de verspreiding van zijn geschriften niet gestopt.
[bewerk] Werk
[bewerk] Theologisch-politiek tractaat
Dit boek verscheen anoniem tijdens Spinoza's leven in 1670. Het geeft een van de eerste logische analyses van de Bijbel en geeft argumenten voor godsdienstvrijheid en tolerantie. Spinoza sluit dit boek af met een prijzende beschouwing over de vrijheid die Amsterdam haar burgers biedt.
[bewerk] Ethica
Zijn levenswerk Ethica ordine geometrico demonstrata hield Spinoza in manuscript in zijn schrijftafel; zijn vrienden gaven het uit in zijn sterfjaar 1677. Hoewel ethiek het hoofdonderwerp is, begint het werk met een uitgebreide uiteenzetting van Spinoza's metafysica. Het gehele werk volgt de "geometrische" methode, in navolging van Euclides' Elementen: definities, axioma's, stellingen, bewijzen en gevolgtrekkingen. In navolging van Descartes meende Spinoza dat de wiskunde een voorbeeld voor de filosofie is.
De Ethica bestaat uit vijf delen: 1. God 2. Aard en oorsprong van de geest 3. Oorsprong en aard van de hartstochten 4. Menselijke slavernij of kracht van de hartstochten 5. Macht van het verstand of de menselijke kracht.
Spinoza gaat uit van het begrip substantie, waarmee hij de eeuwige en unieke bron van al het bestaande aanduidt. Het is zijn eigen oorzaak en wordt gelijk gesteld aan de hele natuur, die samenvalt met God zoals Spinoza die definieert. Tegenover substantie staat het begrip modus: alle dingen die uit iets anders voortvloeien, dus de wereld van verschijnselen. Om verwarring met 'natuur' in het dagelijks taalgebruik te vermijden, onderscheidt Spinoza natura naturans - de scheppende natuur dus God - en natura naturata - de geschapen natuur. Uit een handvol definities leidt hij een groot systeem voor filosofie en psychologie af.
[bewerk] Radicaal denken
Spinoza's filosofische stelsel begint de traditie van het radicale denken. Spinoza was de eerste die het bestaan van wonderen en het bovennatuurlijke ter discussie stelde. Voor zijn tijd een gevaarlijk uitgangspunt, dat zelfs Hobbes niet aandurfde (Israel, 2001). Spinoza's filosofie is deels wel pantheïsme, maar geen panentheïsme. Die personificatie van het Godsbeeld past niet bij Spinoza. Een standpunt dat onder meer blijkt uit de 33e stelling uit het eerste deel van de Ethica, waarin Spinoza zegt dat er van een Goddelijk plan geen sprake kan zijn. Alle dingen zijn bepaald door God, niet door de vrijheid van diens wil, maar door zijn absolute natuur, of onbegrensde macht (Israel, 2001).
[bewerk] Politieke filosofie
Op het gebied van de politieke filosofie heeft Spinoza grote invloed gehad. In het Theologisch-Politiek Traktaat pleitte Spinoza voor volledige vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid, dit in tegenstelling tot zijn tijdgenoten die geloof onderdanig wilden maken aan de staat. Hierdoor werd Spinoza, tezamen met John Locke, de eerste die de principiële tolerantie verdedigde. Spinoza's grootste bijdrage aan de politieke filosofie is dat hij de tolerantie zodanig definieerde dat deze behalve op geloofsconflicten ook op andere gebieden toepasbaar werd. Spinoza baseerde zich op de kenmerken van de mens. Hierdoor ontstaat er een symmetrische relatie tussen tolereerder en getolereerde. Eerder was deze relatie, onder invloed van onder andere Hobbes, a-symmetrisch.
[bewerk] Atheïsme?
Spinoza is niet atheïstisch. De basis van zijn stelsel is zijn Godsopvatting. Hij heeft echter een heel ander godsbeeld dan de drie grote monotheïstische religies. Deus sive Natura schrijft Spinoza, "God oftewel de Natuur".
[bewerk] Invloed van het spinozisme
De invloed van Spinoza op de hedendaagse filosofie is raar verlopen. Aanvankelijk leken velen Spinoza's ideeën te verwerpen vanwege diens -in hun ogen- te radicale opvattingen. Desalniettemin hebben alle grote filosofen na Spinoza hem op een voetstuk geplaatst (bijvoorbeeld Hegel en Goethe).
Er zijn in de 20e eeuw twee bloeimomenten aan te wijzen van het spinozisme. Ten eerste was er een ware Spinoza-cultus in de Weimarrepubliek, kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De opkomst van die cultus dient gezien te worden in de toenemende dreigende houding ten opzichte van joden. Ten tweede werd Spinoza een populair studieobject voor de Franse Marxisten (oa. Althusser, Macherey) en de Italiaan Negri). Met het begin van de Tweede Wereldoorlog werd het eerste bloeimoment de kop ingedrukt. De populariteit van het neo-liberalisme en de ondergang van het marxisme zorgde ervoor dat ook het tweede bloeimoment het spinozisme geen vaste plek gaf binnen de hedendaagse, politieke filosofie.
[bewerk] Spinoza's correspondenten
Spinoza heeft gecorrespondeerd met diverse personen. Hij bewaarde de binnengekomen brieven en de kladversies van de verstuurde brieven. Akkerman e.a.: Briefwisseling, vertaald uit het Latijn en uitgegeven naar de bronnen bevat 88 brieven van en aan Spinoza, met de volgende correspondenten.
Pieter Balling | Willem van Blijenbergh | Johannes Bouwmeester | Hugo Boxel |
Robert Boyle (via Oldenburg) | Albert Burgh | Johann Ludwig Fabritius | Johan Georg Graevius |
Jarig Jelles | Johannes Hudde | Gottfried Leibniz | Johan van der Meer |
Lodewijk Meyer | Henry Oldenburg | Jacob Ostens | George Hermann Schuller |
Nicolaus Steno (Niels Stensen) |
Ehrenfried Walther von Tschirnhaus | Lambertus van Velthuysen | Simon de Vries |
[bewerk] Varia
De naam Benedictus is de Latijnse vertaling van de naam Baruch, die gezegend betekent in het Hebreeuws. Spinoza nam deze naam aan nadat hij uit de sefardische gemeente was verbannen.
Naar Spinoza is de Spinozapremie genoemd, de hoogste Nederlandse wetenschapsprijs.
Door sommigen wordt Spinoza gezien als de grondlegger van de neurologie. Dit is voornamelijk veroorzaakt door de boeken van Antonio Damasio.
Het portret van Spinoza stond op de oudere biljetten van 1000 gulden.
Op de afdeling Zeldzame en Kostbare Werken en bij de Bibliotheca Rosenthaliana van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, is een grote hoeveelheid oude drukken van Spinoza aanwezig, zowel Latijnse uitgaven als Nederlandse vertalingen. Naast de UB-Amsterdam bezit ook de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag belangrijk materiaal van Spinoza, onder andere de twee handschriften van de Korte Verhandeling. Zie hiervoor de beschrijving van de speciale collecties van de KB, onder Spinoza. Verder is interessant het boekenbezit van het Spinozahuis te Rijnsburg, van de Spinoza-studiezaal te Den Haag, en tenslotte de Spinozacollectie, aanwezig op de Universiteitsbibliotheek te Leiden.
Geïnteresseerden in bestudering van Spinoza's werken kunnen lid worden van de Vereniging Het Spinozahuis. Elk jaar organiseert de Vereniging bijeenkomsten met voordrachten over Spinoza, die later worden gepubliceerd in de reeks Mededelingen vanwege het Spinozahuis. Ook worden studiebijeenkomsten gehouden over Spinoza's werken. In samenwerking met het Instituut voor Wijsbegeerte (ISvW) te Leusden organiseert zij Spinoza-zomercursussen.
Zijn naam leeft ook voort in de uitdrukking: Ga zo voort, mijn zoon, en ge zult Spinoza heten. Deze uitdrukking wordt op verschillende wijzen uitgelegd. Een anonieme lezer zegt dat het spottenderwijs wordt gezegd als iemand (hoeft geen zoon te zijn van de spreker) zich "rebels" gedraagt. Andere bronnen zeggen dat de uitdrukking wordt gebruikt om de begaafdheid van Spinoza aan te geven. Mensen die nooit van Spinoza hadden gehoord en de uitdrukking niet begrepen verbasterden de uitdrukking in: Ga zo door en ge zult spinazie eten.
[bewerk] Bibliografie
- 1660 - De Verhandeling over de verbetering van het verstand
-
-
- De intellectus emendatione
- Spinoza behandelt de vormen van perceptie. Gepubliceerd in 1677 in de Opera Posthuma*)
-
- 1867 - De Korte Verhandeling
-
-
- Tractatus de Deo et homine etjusque felicitate
- Dit werk bleef lang onuitgegeven. Men ontdekte de tekst na 1852 en publiceert deze vijftien jaar later. *)
-
- 1663 - Principia
-
-
- Renati Des Cartes Principia Philosophiae
- Deze tekst ontstaat uit de lessen die Spinoza gaf aan zijn leerling Casearius. *)
-
- 1663 - Cogitata Metaphysica
-
-
- Over de theorie van het zijn en zijn verschijningswijzen, God, diens attributen en de menselijke ziel. *)
-
- 1670 - Theologisch-politiek Tractaat
-
-
- Tractatus Theologico-Politicus
- Met deze tekst toont Spinoza aan dat de vrijheid van filosoferen een onmisbaar onderdeel is voor de vrede in de staat. Hij gaat in op profetie; God spreekt door de profeet en profetie ontleent haar gezag aan het gegeven dat zij door God is geïnspireerd. De profeet bewijst dus niet, maar beweert: hij eist de waarheid voor zich op, zonder deze te ondersteunen met een bewijs. *)
-
- 1677 - Politiek Tractaat
-
-
- Aan dit werk heeft Spinoza de laatste twee jaren van zijn leven besteed. Sprak hij in het Theologisch-politiek Tractaat nog over het maatschappelijk contract, nu vervangt hij dat door passies, belangen en instellingen. *)
-
- 1677 - Ethica
-
-
- Ethica (vert. Dionijs Burger) (html pagina)
- Het werk waar Spinoza rond 1665 al een groot deel van voltooid had. Die jonge Ethica , door Spinoza eerder aangeduid als Mijn Filosofie, bestond toen nog uit drie delen. Op het moment van publicatie waren dat er vijf geworden. *)
-
-
-
- Behandelt de grammatica van het Hebreeuws en vergelijkt deze met het Latijn.
-
Bovenstaande gemarkeerd met *) uit "Spinoza en het spinozisme Een inleiding" ISBN 905573473x
[bewerk] Literatuur
- Akkerman, Hubbeling, Westerbrink, Briefwisseling, vertaald uit het Latijn en uitgegeven naar de bronnen, Wereldbibliotheek, 1977
- Hubbeling, Spinoza, Ambo, 1989
- Israel, Jonathan, Radicale Verlichting, Hoe radicale Nederlandse denkers het gezicht van onze cultuur voorgoed veranderden, Uitgeverij Van Wijnen - Franeker - vertaling 2005 van Radical Enlightenment (2001)
- Klever, Wim, Ethicom, ofwel Spinoza's Ethica vertolkt in tekst en commentaar, Eburon Delft, 1996
- Klever, Wim, Spinoza classicus, Damon Budel, 2005
- Klijnsmit, Anthony J., 'Spinoza over taal'. Studia Rosenthaliana 19:1 (1985), 10-38.
- Klijnsmit, Anthony J., Spinoza and Grammatical Tradition (= Mededelingen vanwege het Spinozahuis, 49). Leiden: E.J. Brill 1986.
- Klijnsmit, Anthony J., 'Spinoza on the 'Imperfection of Words', in: Peter Schmitter ed., Essays towards a History of Semantics. Münster: Nodus Publikationen 1990, 55-82.
- Klijnsmit, Anthony J., 'Spinoza and the Grammarians of the Bible', in: Jan Noordegraaf, Kees Versteegh & Konrad Koerner (eds), The History of Linguistics in the Low Countries. Amsterdam & Philadelphia: John Benjamins 1992, 155-200.
- Knol, Jan, En je zult spinazie eten. Aan tafel bij Spinoza, filosoof van de blijdschap, Wereldbibliotheek, 2006
- Krop, Henri, Spinoza Ethica (vertaling met inleiding), Bert Bakker, Amsterdam 2002, 2004
- Piet Steenbakkers, Benedictus de Spinoza (1632-1677) Een overzicht, Filosofie, 2000
- Scruton, Roger, Spinoza, Lemniscaat, 2000 (vert.; oorspr. bij Oxford University Press, 1986)
- Vloemans, Spinoza, de mensch het leven en werk, Leopold's Uitgevers-Maatschappij, 1931
- Vries, Theun de, Spinoza - Beeldenstormer en wereldbouwer, H.J.W. Becht, 1972
[bewerk] Zie ook
Bronnen en referenties: |
Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Baruch de Spinoza. |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Baruch de Spinoza op Wikimedia Commons. |