Sneltram
Van Wikipedia
De sneltram is een tussenvorm tussen tram en metro, vooral voor vervoer van stadscentra naar wat verder weg gelegen buitenwijken en voorsteden. De huidige vorm van sneltrams in Nederland is ontstaan in de jaren tachtig. Sneltrams kunnen gezien worden als een vorm van lightrail.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De eerste tramlijn in Nederland waarvoor het begrip sneltram werd gebruikt is de in 1962 in Amsterdam geopende tramlijn 17, sinds 1971 tramlijn 1, tussen Surinameplein en Osdorp. Met name de route over de Cornelis Lelylaan had een sneltramkarakter, kruisingsvrij en in het midden van een stadssnelweg. Later zijn er meer gelijkvloerse kruisingen gekomen en heeft het begrip sneltram zich elders verder ontwikkeld, zodat deze route naar de huidige maatstaven geen sneltram meer genoemd kan worden.
In Duitsland werd in dezelfde periode (jaren zestig) een soortelijke tramlijn aangelegd tussen Essen en Mülheim an der Ruhr over de Ruhrschnellweg. Deze lijn werd later verbouwd tot Stadtbahn, lijn U18.
[bewerk] Tegenwoordige sneltrams
De "klassieke" sneltram heeft een hoge vloer, hoge perrons en daarom een gelijkvloerse instap. Het voertuig is breder dan een gewone tram (minimaal 2,65 meter breed) en maakt gebruik van een 100% eigen baan. Dit soort sneltrams vertoont meer gelijkenissen met een metro dan met een tram, het belangrijkste verschil met een echte metro is dat er gelijkvloerse kruisingen zijn. Een sneltram kan dus gezien worden als een "lichte metro", met beduidend lagere aanlegkosten dan een echte metro.
Bij de oudere sneltramlijnen zijn deze kruisingen, net als bij een gewone tram, alleen beveiligd met verkeerslichten, tegenwoordig worden er bij nieuwe sneltramlijnen of verlengingen steeds vaker met spoorbomen beveligde overwegen toegepast. Bij de sneltramlijnen in Rotterdam zijn de kruisingen later alsnog beveiligd met spoorbomen, vanwege het grote aantal ongevallen op de overwegen.
Door de ontwikkeling van de lagevloertram is het niet meer noodzakelijk hoge perrons te gebruiken om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarom kennen de nieuwe sneltrams voor de Zoetermeerlijn (RandstadRail) en de RijnGouweLijn geen hoge vloer meer, maar juist een lage vloer, net als de moderne lagevloer-stadstrams. Groot voordeel is dat door het vervallen van de hoge perrons het eenvoudiger is sneltrams in te passen in (binnen)steden. Hierdoor vervaagt wel steeds meer het duidelijk onderscheid tussen gewone stadstrams, sneltrams en treinen.
[bewerk] Sneltrams in Nederland
[bewerk] Sneltram Utrecht – Nieuwegein/IJsselstein
De sneltram tussen Utrecht Centraal en Nieuwegein/IJsselstein is geopend in 1983-1985 om de nieuwbouwwijken in de satellietstad Nieuwegein en in IJsselstein met Utrecht te verbinden. Aanvankelijk zou een spoorlijn worden aangelegd, maar er is gekozen voor een sneltram.
- Zie verder: Utrechtse sneltram
[bewerk] Sneltram Rotterdam
De sneltram van de RET in de Rotterdamse Alexanderpolder is een onderdeel van de metro (Calandlijn). Het eerste deel van deze sneltramlijn werd geopend in 1983. De gemeente wilde uit kostenoverwegingen in deze nieuwbouwwijk geen metro maar sneltram aanleggen. Om het recht op subsidie voor metroaanleg te behouden, heeft men gekozen voor het zelfde profiel als de gewone metrolijnen, met een bakbreedte van 2,73 m. De bovenleidingspanning is net als de Rotterdamse metro 750 volt gelijkspanning.
Omdat het sneltrammaterieel, afgezien van de aanwezigheid van een pantograaf voor het rijden onder bovenleiding, gelijk is aan het metromaterieel, wordt deze sneltram meestal aangeduid als metro, hoewel het hier juridisch gezien om een tram gaat.
- Zie verder: Rotterdamse metro
[bewerk] Sneltram Amstelveen
Op 1 december 1990 is de Amstelveenlijn (sneltramlijn 51) geopend. Deze lijn is van Amsterdam Centraal tot Station Amsterdam Zuid/WTC een metro (ligt geheel op vrije baan en krijgt spanning via een derde rail). Vanaf daar rijdt het voertuig verder als sneltram naar Amstelveen Poortwachter. Sinds 2004 is de lijn met drie haltes verlengd naar Westwijk, de zuidelijkste wijk van Amstelveen (eindpunt Westwijk).
Op het deel in Buitenveldert en Amstelveen neemt de tram spanning af via een pantograaf. Omdat er over een deel van het traject een stadstram rijdt (lijn 5 naar Amstelveen Centrum), is voor dit traject gekozen voor de tramspanning van 600 volt. Vanwege het grote verschil in vloerhoogte tussen de sneltrams en de gewone trams, zijn de haltes hier voorzien van zowel een hoog sneltramperron als een laag stadstramperron.
In de begintijd had de sneltram op Amsterdam Zuid/WTC veel problemen met omschakelen van derde rail naar pantograaf, van 750 volt naar 600 volt en het wegklappen van de treeplanken. Deze treeplanken zijn nodig om de afstand te overbruggen tot het perron van de metrolijn: deze perrons zijn berekend op de 3 meter brede metro, waar de sneltrams slechts 2,65 meter breed zijn.)
- Zie verder: Metro/sneltramlijn 51
[bewerk] RandstadRail
In 2005 en 2006 wordt de Zoetermeerse stadsspoorlijn omgebouwd in een metro-achtige sneltramlijn. Twee Haagse tramlijnen worden gekoppeld aan de huidige spoorlijnen van Den Haag Centraal naar Zoetermeer en Rotterdam (Hofpleinlijn).
Het traject tussen Den Haag Centraal en Rotterdam is aangepast aan het profiel en de bovenleidingsspanning van de Rotterdamse sneltramlijn. Vanaf 10 september 2006 wordt op deze lijn hetzelfde materieel ingezet als op de Calandlijn.
De lijnen tussen Den Haag en Zoetermeer kennen een ander profiel, de sneltrams op deze route hebben dezelfde breedte als de RET-sneltrams, maar hebben een lage vloer. Dit omdat deze sneltrams in Zoetermeer als sneltram rijden, maar vervolgens in Den Haag verder rijden als een gewone stadstram, door de lage vloer kunnen deze trams ook stoppen bij haltes op straatniveau.
Op het gedeelte waar beide soorten materieel rijden zijn er als bij de Amstelveenlijn op deze stations lage- en hoge perrons aangelegd.
- Zie verder: RandstadRail.
[bewerk] Sneltrams in andere landen
In het Zwitserse Lausanne rijdt een sneltram naar Nieuwegeins voorbeeld. Veel Duitse Stadtbahn-systemen zijn ook met de Nederlandse sneltram te vergelijken.
Tegenwoordig wordt deze term ook elders gebruikt voor tramlijnen met veel gebruik van vrije baan. Dit geldt met name voor de overblijfselen van het streeknet van de NMVB/SNCV in België: de Premetro van Charleroi en de Vlaamse Kusttram.