The Pianist
Van Wikipedia
The Pianist | |
---|---|
Regie | Roman Polański |
Productie | Roman Polański Robert Benmussa Alain Sarde |
Script | Władysław Szpilman (boek) Ronald Harwood (scenario) |
Hoofdrollen | Adrien Brody Thomas Kretschmann |
Muziek | Wojciech Kilar |
Cinematografie | Pawel Edelman |
Distributie | Focus Features |
Uitgebracht | 6 september 2002 (Polen) |
Genre | Oorlogsdrama |
Lengte | 148 min. |
Taal | Engels, Duits, Russisch |
Land | Polen, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland |
Budget | $35 miljoen |
IMDb-profiel | |
|
The Pianist is een film uit 2002 van de Poolse regisseur Roman Polański. The Pianist is gebaseerd op de gelijknamige memoires van de briljante Joods-Poolse pianist Władysław Szpilman, in de film gespeeld door Adrien Brody, die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog verbleef in het getto van Warschau. Polański zelf is zeer nauw betrokken bij het verhaal van de film: hij was als kleine jongen ooggetuige van de bezetting van Polen door de Nazi's, de Holocaust en de bombardementen op Warschau.
The Pianist heeft meerdere prijzen gewonnen, waaronder de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes en drie Oscars, namelijk die voor Beste Regisseur, Beste Acteur en Best Bewerkt Script.
Inhoud |
[bewerk] Plot
Władysław Szpilman (Adrien Brody) is een getalenteerde Poolse pianist uit een rijke Joodse familie, die in de jaren dertig grote bekendheid geniet. Samen met zijn familie (zijn ouders, twee zussen en een broer) woont hij in een comfortabele flat in Warschau. Alhoewel de familie op de hoogte is van de plannen van Hitler, geloven ze aan het begin van de invasie van Polen nog dat de Nazi-overheersing van korte duur is en met de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië aan Duitsland denken ze dat de oorlog snel voorbij zal zijn. Als de radiostudio waar hij optreedt wordt vernietigd door Duitse bommen verandert deze houding. Het wordt de familie moeilijker gemaakt om geld te verdienen en zij moeten zich te allen tijde kunnen identificeren.
Eerst rekent Szpilman zich nog veilig door zijn status als gerespecteerd musicus, waardoor hij een baantje kan krijgen bij een restaurant en de benodigde papieren voor zijn vader kan regelen. Maar naarmate de bezetting vordert wordt de familie gedwongen te verhuizen naar het getto van Warschau. In het getto wordt de familie geteisterd door honger, vernederd door de Nazi's en is er de dreiging om te worden mishandeld of doodgeschoten. Uiteindelijk wordt de familie geselecteerd om te worden gedeporteerd naar de concentratiekampen. Władysław weet dankzij een goede vriend te ontkomen en hij verstopt zich in een appartement.
Als deze vriend plotseling verdwijnt, staat Szpilman er alleen voor. De jaren daarna weet hij te overleven, eerst in de lege appartementen van de verlaten getto, later als dwangarbeider in de bouw, waar hij uiteindelijk uit ontsnapt. Dankzij Dorota (Emilia Fox, een niet-Joodse vrouw die hem nog kent van voor de oorlog als pianist, kan hij onderduiken op verscheidene adressen. Tijdens het onderduiken is hij getuige van de verschrikkingen van de bezetting, waaronder de opstand in het getto in 1943 en de reactie van de Duitsers daarop.
Naarmate de tijd verstrijkt en Warschau, na de Opstand van Warschau in 1944 bijna volledig verwoest raakt, gaat het ook slecht met de gezondheid van Szpilman. In een zoektocht naar voedsel stuit hij op een Duitse officier, kapitein Wilm Hosenfeld (Thomas Kretschmann). Als een uitgehongerde Szpilman uitlegt dat hij een pianist is, brengt Hosenfeld hem naar een piano, waar Szpilman "Ballade in g mineur" van Frédéric Chopin speelt. Hosenfeld is geroerd en besluit de pianist te helpen. Hij verstopt hem op zolder en brengt hem regelmatig voedsel.
Enkele weken later rukt het Rode Leger op en de Duitsers, waaronder Hosenfeld, zijn gedwongen te vluchten. Hosenfeld geeft Szpilman zijn jas, om hem te beschermen tegen de kou, en hij vlucht weg. Szpilman wordt hierdoor bijna aangezien voor een Duitse officier door het Sovjetleger, maar weet ze te overtuigen dat hij Pools is. Uiteindelijk worden de Duitsers, waaronder Hosenfeld, opgepakt en weggevoerd. Na de oorlog wordt Szpilman weer een succesvol pianist. Hosenfeld sterft in 1952 in een gevangenenkamp in de Sovjet-Unie.
[bewerk] Productie
Omdat in Warschau weinig terug te vinden is van het oorspronkelijke getto, werd het getto en de omliggende stad opnieuw opgebouwd op de Babelsberg Studio in Duitsland. Voor de verwoeste stad werden oude Sovjet-legerkazernes gebruikt, die op het punt stonden om te worden vernietigd. Hier begonnen de opnames op 19 februari 2001. De opnames werden gefilmd door cameraman Pawel Edelman, die de film opnam in diep donkerbruine tinten. Hierna verhuisde het team naar een villa nabij Potsdam, waar de scènes werden opgenomen met Szpilman en Hosenfeld, en op 2 maart filmden ze in een oud legerziekenhuis in het Duitse dorpje Belitz. Op 15 maart werden de scènes van de Joodse opstand in het getto gefilmd op de set in de Babelsberg Studio. In deze scène werd veelvuldig gebruikgemaakt van explosieven en stuntmensen.
Op 26 maart waren de opnames in de studio klaar en drie dagen later vertrok de filmcrew naar Praga, een wijk van Warschau die relatief ongeschonden door de oorlog kwam. Praga werd onder leiding van Allan Starski (die een Oscar had gewonnen voor zijn setontwerpen voor Schindler's List) en met behulp van aanplakbiljetten omgetoverd tot het Warschau van de jaren veertig. De militaire academie van Warschau werd later veranderd in de Umschlagplatz, waar de Joden wachtten op deportatie naar de concentratiekampen. De postproductie vond plaats in Parijs, Frankrijk. De film ging in première op het filmfestival van Cannes op 24 mei 2002. In september 2002 draaide de film voor het eerst in de bioscopen, te beginnen in Polen.
[bewerk] Cast & crew
[bewerk] Cast
- Adrien Brody - Władysław Szpilman
- Thomas Kretschmann - Kapitein Wilm Hosenfeld
- Frank Finlay - vader Szpilman
- Maureen Lipman - moeder Szpilman
- Emilia Fox - Dorota
- Ed Stoppard - Henryk Szpilman
- Julia Rayner - Regina Szpilman
- Jessica Kate Meyer - Halina Szpilman
- Michal Zebrowski - Jurek
[bewerk] Crew
- Roman Polanski - regie, productie
- Robert Benmussa - productie
- Alain Sarde - productie
- Ronald Harwood - scenario
- Pawel Edelman - cinematografie
- Wojciech Kilar - muziek
- Allan Starski - productiedesign
- Hervé de Luze - montage
- Anna Sheppard - kostuumontwerp
[bewerk] Prijzen
The Pianist werd goed ontvangen bij de critici en met prijzen overladen. Op het filmfestival van Cannes, waar de film in première ging, kreeg de film de Gouden Palm uitgereikt. In 2003 won de film meerdere prijzen, waaronder zeven Césars, acht Poolse filmprijzen en twee BAFTA's. Ook werd de film genomineerd voor zeven Oscars, waaronder die voor Beste Film. De film won uiteindelijk de Academy Award voor Beste Regisseur (voor Roman Polański), Beste Acteur (voor Adrien Brody) en Best Bewerkt Script (voor Ronald Harwood). Polański kon echter niet bij de Awardshow aanwezig zijn: in 1978 ontvluchtte hij de Verenigde Staten na schuldig te zijn bevonden aan verkrachting van een minderjarige, en bij terugkeer zal hij ongetwijfeld gevangen worden. Harrison Ford, die de prijs zou uitreiken, nam de prijs voor hem in ontvangst.
[bewerk] Externe link
- (en) Officiële website