Sevilla (stad)
Van Wikipedia
|
|
Land | Spanje |
Autonome regio | Andalusië |
Provincie | Sevilla |
|
|
Oppervlakte | 140 km² |
Inwoners (2005) | 704.154 (5.029/km²) |
|
|
Burgemeester | Alfredo Sánchez Monteseirín |
|
|
Postcode | 41000 |
Website | www.sevilla.org |
Sevilla is de op drie na grootste stad van Spanje, na Madrid, Barcelona en Valencia. Het is de hoofdstad van de autonome regio Andalusië, en van de provincie Sevilla. Het is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje op het gebied van cultuur, politiek, economie en kunst. In 2005 had de stad 704.154 inwoners, en in de agglomeratie Sevilla wonen 1.317.098 mensen. Sevilla ligt aan de rivier Guadalquivir, die voor niet al te grote zeeschepen bevaarbaar is tot in de stad. Sevilla heeft het grootste historische centrum van Europa, waarin de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad, de kathedraal van Sevilla met de toren Giralda, het Alcázar en de Torre del Oro zich bevinden. Het is de geboorteplaats van de Spaanse dans- en muziekstijl flamenco. De stad staat in Spanje ook bekend om het niet-officiële, maar zeer afwijkende dialect dat er gesproken wordt. Door de uitspraak zijn de “sevillanos” zelfs voor andere Spanjaarden niet altijd te verstaan. De burgemeester van Sevilla is Alfredo Sánchez Monteseirín.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
[bewerk] De Grieken en Romeinen
Volgens de Griekse en Romeinse mythologie werd de stad gesticht door Herakles toen hij de Hesperiden bezocht. Door opgravingen weet men dat de stad rond 1000 v. Chr. in het gebied van Tartessos lag. Volgens sommigen wás Sevilla oorspronkelijk zelfs Tartessos. De Feniciërs en Carthagenen veroverden de stad rond 600 v. Chr. In deze tijd werd Sevilla gebruikt als handelscentrum voor het zuiden van het Iberisch Schiereiland, totdat het land werd veroverd door de Romeinen. Zij noemden de stad “Colonia Iulia Romula Hispalis” of kortweg “Hispalis”, hoofdstad van de toenmalige provincie Hispania Baetica. Vlakbij stichtten de Romeinen de kolonie Italica, en van hieruit werd Zuid-Spanje grondig geromaniseerd. Na de val van het West-Romeinse rijk werden de Visigothen de baas totdat de Moren Spanje in de 8e eeuw veroverden. De Moren gaven de stad de naam “Isbiliya”. In de 13e eeuw werd Sevilla tijdens de Reconquista ingenomen door de Spanjaarden.
[bewerk] De Visigothen
In het jaar 426 werd de stad ingenomen door de Vandalen, onder leiding van Gunderic, en in het jaar 441 door de Sueben onder leiding van Koning Rechila. Ongeveer 100 jaar later werden zij uit de stad verdreven door de Visigothen en hun Koning Leovigild. Daarna volgde de opstand van zijn zoon, Hermenegild, die zich Katholiek verklaarde, en daardoor een vijand van zijn eigen vader werd. Koning Leovigild werd dan ook opgevolgd door zijn andere zoon, Reccared I, die in 586 de troon overnam, waarna goede tijden voor Sevilla aanbraken.
[bewerk] De Moren en Vikingen
In het jaar 712 werden Sevilla, Medina-Sidonia en Mérida veroverd door de Moren onder leiding van koning Musa en zijn zoon Abd al-Aziz ibn Mussa. Vanaf dat moment veranderde Sevilla, samen met Córdoba in één van de belangrijkste steden ter wereld. Op 844 werd het Moorse Sevilla aangevallen door de Vikingen, die na hun mislukte aanvallen op Asturië, Galicië en Lissabon, nu verder naar het zuiden waren afgedaald. Zij bestormden de stad gedurende zeven dagen, zonder succes, en verschuilden zich daarna op het nabijgelegen eiland Isla Menor in de rivier Guadalquivir, wachtend op hulptroepen. Het machtige Moorse Kalifaat van Córdoba was hen echter voor, en op 11 november 844 begon een rampzalige strijd, waarin met name de Vikingen duizenden mannen verloren en zich uiteindelijk moesten overgeven. Zij die het overleefden, installeerden zich als boeren in nabijgelegen dorpen als Carmona en Coria del Río. De Vikingen probeerden overigens verschillende keren Sevilla alsnog te veroveren, in 859, 966 en 971, zonder succes.
De Moren gaven Sevilla de naam Arabische naam Ishbiliya, dat later veranderde in Shbiya, en waar ook het huidige Sevilla van is afgeleid. Onder het Moorse bewind groeide de stad zowel cultureel als economisch gezien enorm, en werd met dank aan de Arabische cultuur één van de belangrijkste steden van het rijk Al-Andalus, samen met Córdoba. Sevilla was hoofdstad van één van de vele taifarijken, en was van 1023 tot 1091 de machtigste van deze. Rondom het jaar 1063 begon echter langzaam maar zeker de Katholieke opkomst, en al snel werd de stad voor het eerst afhankelijk van het Rijk van Kastilië. In de tijd van de Almohaden bouwde men in Sevilla onder andere de Giralda en het Alcázar. Aan het einde van de elfde eeuw werd de stad bewoond door de Almoraviden, die zorgden voor verdere economische groei. In 1248 werd Sevilla officieel terugveroverd door Kastilië, onder leiding van de Katholieke koning Koning Ferdinand III
[bewerk] De Joden en de Spaanse Inquisitie
Na de Spaanse Reconquista kwam een nieuw volk Sevilla binnen, de Joden, met name afkomstig uit Toledo. Zij werden echter nooit compleet geaccepteerd door de inmiddels weer Katholieke bevolking van de stad, en werden vooral gedurende de tweede helft van de 14e eeuw door hen geteisterd. In 1481 werden de eerste signalen in Sevilla van de Spaanse Inquisitie duidelijk, en zes Joden werden levend verbrand. In 1483 werd verder aangekondigd dat alle Joden die zich niet tot het Katholieke geloof bekeerden uit Andalusië zouden worden verbannen, en in 1492 gebeurde dit daadwerkelijk. Desondanks lieten zij in Sevilla wel één van de mooiste Joodse wijken ter wereld achter, de wijk “Santa Cruz”. In 1502 werden de overgebleven Moren in de stad ook gedwongen tot bekering, zij stonden bekend als de zogenaamde Morisken.
[bewerk] De Spaanse Kolonisatie van Amerika
De ontdekking van de Nieuwe Wereld door Christoffel Columbus in 1492 en het begin van de Spaanse Kolonisatie was een zeer belangrijke gebeurtenis voor Sevilla. Vanaf dat moment werd het namelijk de belangrijkste haven tussen Europa en Amerika en thuisbasis van de beroemde zilvervloot. Sevilla was al één van de belangrijkste havens van Spanje voor de handel met Vlaanderen en Italië. Een aantal jaar later werd het “Archivo General de Indias” in Sevilla gesticht door de Katholieke koningen. Vanuit dit centrum werden alle ontdekkingsreizen, het transport van eventuele schatten en handelsrelaties met de Nieuwe Wereld georganiseerd. Door deze belangrijke rol groeide de stad, en telde rond het jaar 1500 al meer dan 100.000 inwoners. Het werd één van de meest ontwikkelde steden van Spanje, met mooie stenen straten en huizen. De stad trok handelaren, ontdekkingsreizigers en consuls aan vanuit heel Europa, de stad was nu immers de beste plek om te profiteren van de rijkdommen uit Amerika. Door deze multiculturele invloeden groeide de stad ook op creatief gebied, met name de schilder- en beeldhouwkunst en literatuur droegen bij aan de Spaanse Gouden Eeuw. Ook industrieel groeide Sevilla, door de productie van nieuwe producten als zijde, zeep en keramiek, en de komst van meer dan 50 fabrieken.
[bewerk] De 17e eeuw
Door de grote wereldwijde macht van Spanje, kwam in het jaar 1615 Hasekura Tsunenaga naar Sevilla, een Japanse ambassadeur. Zijn doel was handelsrelaties tussen Japan en Spanje aan te gaan. Aan het begin van de 17e eeuw begon de macht van Sevilla echter af te nemen, onder andere omdat het “Archivo General de Indias” werd overgenomen door de haven van Cádiz. Ook ondervond de stad last van de financiële crisis die zich over heel Europa verspreidde en werd geteisterd door verschillende overstromingen en de pestepidemie, waardoor naar schatting 60.000 mensen overleden, bijna de helft van de stadsbevolking. Op religieus gebied ontwikkelde Sevilla zich echter als nooit te voren, en in 1671 waren er meer dan 45 kloosters, bewoond door onder andere franciscanen, dominicanen, augustijnen en jezuïeten. Vanaf dat moment stond Sevilla wereldwijd bekend als “Tierra de María Santísima”, oftewel “Grond van de Heilige Maria”.
[bewerk] De 18e en 19e eeuw
De Franse invasie van het Iberisch Schiereiland strekte zich ook uit tot Sevilla, en de stad werd in 1810 bezet door Jozef Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte. Deze verovering verliep echter zonder gevechten en verlies van mensenlevens, maar baseerde zich op onderhandelingen. In 1812 kwam echter al een einde aan de Franse bezetting, door de tegenaanvallen van zowel Spanje als Engeland. De Franse koning verliet de stad, echter nadat Generaal Soult Sevilla beroofde van een groot aantal kunstschatten. In de 19e eeuw werd begonnen aan het aanleggen van een spoorlijn in Sevilla, hiervoor was de vernietiging van het grote aantal stadsmuren nodig, en in deze periode begon dan ook de geografische stadsuitbreiding.
[bewerk] De 20e en 21e eeuw
In 1929 organiseerde de stad de Ibero-Amerikaanse Tentoonstelling, waarvoor het beroemde “Plaza de España” werd aangelegd. Sevilla werd ook slachtoffer van de Spaanse Burgeroorlog en de bezetting van dictator Francisco Franco, zij het in mindere mate dan Madrid en Barcelona.
Wat recenter, in 1992, organiseerde Sevilla een prestigieuze Wereldtentoonstelling. Een deel van de installaties die hiervoor werden gebouwd zijn veranderd in het grootste technologische wetenschapspark van Andalusië, het pretpark “Isla Mágica” en de beroemde brug “Puenta del Alamillo”, ontworpen door Santiago Calatrava. Al sinds een groot aantal jaren wordt gewerkt aan de aanleg van een metronet in Sevilla.
In juni 2002 was Sevilla gaststad voor de Europese Raad; als reactie hierop ontstonden er verschillende protesten tegen de intensieve samenwerking binnen de Europese Unie. Sevilla is een politiek socialistische stad (PSOE). Na de Spaanse verkiezingen van 2004 had de socialistische partij een voorsprong van maar liefst 30,4% op haar rivalen; dat was hoger dan in alle andere Spaanse steden.
[bewerk] Motto van Sevilla
Het motto van Sevilla is “NO8DO”, dat op een rebuswijze vertaald kan worden als “Hij heeft me niet verlaten”. Volgens de legende stamt deze spreuk af van de grote betrokkenheid van Alfons X aan Sevilla, tijdens de oorlog tegen zijn zoon Sancho IV in de 13e eeuw.
[bewerk] Klimaat
Sevilla staat bekent om haar extreem hete klimaat; de gemiddelde jaartemperatuur is dan ook 18,6 graden Celsius. Dit maakt Sevilla één van de warmste steden van Europa. De winters zijn zeer mild; in januari, de koudste maand van het jaar, is de gemiddelde maximumtemperatuur 16 graden Celsius. De zomers zijn erg heet, droog en lang; van maart tot en met november kan de temperatuur de 30 graden bereiken. In de maand juli is de gemiddelde maximumtemperatuur maar liefst 35,3 graden en de 40 graden-grens wordt met grote regelmaat overschreden. De gevoelstemperatuur kan soms oplopen tot boven de 50 graden. De officiële recordtemperatuur werd gemeten op 1 augustus 2003: 47,2 graden Celsius. Gemiddeld kent de stad slechts 41 dagen regen per jaar, waarvan de helft te verwaarlozen is, omdat er maar een paar millimeter neerslag valt.
[bewerk] Geografie
Sevilla ligt voor Spaanse begrippen erg laag, op slechts 20 meter boven zeeniveau, in een erg grote vallei aan de rivier Guadalquivir. De stad grenst onder andere aan de rijstvelden van “Las Marismas”, het Nationaal park Doñana en de “Aljarafe”, een conurbatie met meer dan 350.000 inwoners.
[bewerk] Afstanden naar andere steden
- Alicante: 602 kilometer
- Badajoz: 246 kilometer
- Barcelona: 1018 kilometer
- Bilbao: 935 kilometer
- Cádiz: 125 kilometer
- Córdoba: 142 kilometer
- Granada: 257 kilometer
- Huelva: 95 kilometer
- La Coruña: 915 kilometer
- Lissabon: 395 kilometer
- Madrid: 539 kilometer
- Málaga: 212 kilometer
- Valencia: 751 kilometer
[bewerk] Bezienswaardigheden
Sevilla wordt door velen een ‘openluchtmuseum’ genoemd, en staat vol met historische monumenten, kerken, parken en palmtuinen, overblijfselen van vele verschillende culturen.
Eén van de meest bekende gebouwen van de stad is de kathedraal Maria de la Sede, het grootste kerkgebouw van Europa na de Sint-Pieter in Rome en de St Paul's Cathedral in Londen en de grootste gotische kathedraal ter wereld. Het symbool van de stad, de “Giralda”, maakt er deel van uit. Deze zesennegentig meter hoge klokkentoren was oorspronkelijk een Moorse minaret, ooit de hoogste ter wereld. Volgens de legende mogen er in Sevilla geen hogere gebouwen gebouwd worden. Een ander boegbeeld van Sevilla is het 14e-eeuwse paleis Alcázar, een belangrijk voorbeeld van Mudéjar-architectuur. Samen met het Archivo General de Indias staan de kathedraal van Sevilla en het Alcázar sinds 1987 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
De belangrijkste musea zijn het Archeologisch Museum (Museo Archeologico), het Museum voor Schone Kunsten (Museo de Bellas Artes) met belangrijke werken van kunstenaars uit Sevilla, zoals Bartolomé Murillo en Francisco Zurbarán, en het genoemde museum Archivo de Indias, dat waardevolle documenten over de geschiedenis van het Amerikaanse continent bewaart. Een maritiem museum bevindt zich in de Torre del Oro (Goudtoren), een 13e-eeuwse wachttoren.
Een architectonisch monument is het beroemde “Plaza de España”, net buiten het historisch centrum, dat in 1929 werd aangelegd ter gelegenheid van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling (Exposición Iberoamericana). Op het plein vindt men tweeënvijftig fresco’s, waarvan elk beschilderd is met typische afbeeldingen van de tweeënvijftig Spaanse provincies. Sevilla was in 1992 opnieuw gaststad van een Wereldtentoonstelling.
[bewerk] Andere bezienswaardigheden
- Alameda de Hércules: één van de oudste lanen van de stad
- Antigua Audiencia
- Caños de Carmona: de resten van een Romeins aquaduct
- Casa de Pilatos: een klein Andalusisch paleis
- De wijk ”Santa Cruz”: een historische wijk vol met rustige en kleine pleintjes, bloemen en pittoreske gebouwen
- Hospital de la Santa Caridad: een liefdadigheidsinstelling met een kerk in barokstijl, bekend vanwege de serie schilderijen van Murillo
- Monasterio Santa María de las Cuevas: een klooster
- Murallas de Sevilla: stadsmuren
- Palacio Arzobispal: aartsbisschoppelijk paleis
- Palacio de las Dueñas: woonpaleis van de Hertogin “Cayetana de Alba”, de rijkste vrouw van Spanje
- Parlamento de Andalucía
- Plaza de América
- Plaza de España: gebouwd ter ere van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929
- Plaza de Toros “La Maestranza”, de grootste stierenvechtarena van Spanje, gebouwd in 1749
- Plaza Nueva
- Real Casa de la Moneda
- Reales Alcázares
- Torre del Oro
- Torre de la Plata
[bewerk] Kerken
- Basílica de la Macarena
- Iglesia de la Anunciación
- Iglesia de la Magdalena
- Iglesia de El Salvador
- Iglesia de Santa Ana
- Iglesia de Santa Catalina
- Iglesia de San Luis de los Franceses
- Iglesia de Santa Marina
[bewerk] Parken en Palmtuinen
- Jardines del Real Alcázar
- Parque de María Luisa
- Parque de los Príncipes
- Parque del Alamillo
- Jardines de las Delicias
- Jardín de la Cartuja
- Jardines de Cristina
- Jardines de la Buhaira
- Jardines del Valle
- Jardines del Prado
- Jardines Chapina
[bewerk] Musea
- Museo de Bellas Artes de Sevilla: Museum voor Schone Kunsten
- Museo de Artes y Costrumbres Populares: Museum van Kunsten en Moderne Gebruiken
- Museo Arqueológico: Archeologisch Museum
- Centro Andaluz de Arte Contemporáneo: Andalusisch Centrum voor Moderne Kunst
- Tesoro Catedralicio
- Museo de Carrajes
- Museo Naval
- Museo Militar
[bewerk] Traditionele Vieringen
Andalusië is van oudsher één van de meest katholieke regio's van Spanje. Hierbij moet worden opgemerkt dat het aantal praktiserend gelovigen ook hier drastisch is gedaald sinds de val van het Franco-bewind in de jaren zeventig. Toch staat Sevilla sinds jaar en dag bekend om de grote religieuze viering van de Semana Santa, oftewel de Goede Week.
De Semana Santa in Sevilla wordt traditioneel gevierd in de lente, tijdens de eerste volle maan, niet alleen in Sevilla. Tijdens de goede week wordt de stad overspoeld door bedevaarders en toeristen. De religieuze viering wordt traditioneel afgesloten met een groot feest, waar jaarlijks honderdduizenden Spanjaarden op afkomen. Daarnaast zijn er het ganse jaar door processie's van kleine broedersschappen. Ook Sacramentsdag en Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart zijn dagen waarop plechtige processie's door de straten trekken. De aanbidding van de Moeder Gods is voor de Sevilanen een trots, overal is zij aanwezig in de stad.
Een aantal weken na de Semana Santa vindt een ander belangrijk festival in Sevilla plaats, de jaarlijkse “Feria de Abril”, oftewel het “Festival van April”. Tijdens deze viering van het begin van de lente, zet de bevolking van de stad verschillende tenten op waar een week lang in wordt gedanst en gedronken met de hele familie. De vrouwen dragen dan traditionele flamencojurken en de mannen lopen in de meest chique pakken. Het festivalterrein wordt altijd opgebouwd als een soort dorp, waarin elke straat de naam krijgt van een beroemde torero, oftewel stierenvechter. De Feria de Abril trok in 2005 meer dan één miljoen bezoekers.
[bewerk] Onderwijs
De universiteit van Sevilla (Universidad de Sevilla) werd opgericht in het jaar 1505 en is de op één na grootste universiteit van Spanje met ongeveer 75.000 studenten in 2005, het jaar waarin het vijfhonderdjarige bestaan van de universiteit werd gevierd. Het hoofdgebouw van de universiteit is de vroegere tabaksfabriek, waar honderden vrouwen sigaren rolden. Georges Bizet baseerde zijn opera Carmen op deze sigarenrolsters. De Universidad de Sevilla verwelkomt elk jaar een groot aantal buitenlandse studenten via het Erasmus Student Network. In 1997 opende in Sevilla een tweede universiteit, de “Pablo de Olavide Universiteit”, die in 2005 ongeveer 9000 studenten had. Deze tweede instelling werkt nauw samen met een groot aantal Zuid-Amerikaanse universiteiten, en profileert zichzelf als de ‘Deur naar Latijns-Amerika’.
[bewerk] Verkeer
Autorijden in de binnenstad van Sevilla is erg ingewikkeld, het centrum bestaat namelijk uit vele kronkelende eenrichtingsstraten. Op de ringweg van de stad ontstaan soms files, maar het stadsverkeer is rustig in vergelijking met andere Spaanse steden zoals Madrid en Barcelona. De stad kan per trein worden bereikt vanuit vrijwel alle andere Spaanse steden met de verschillende lijnen van Renfe, onder andere vanuit Madrid, Córdoba, Barcelona, Málaga en Valencia. Het centrale treinstation van de stad heet “Santa Justa”. Op tien kilometer afstand van de stad bevindt zich het internationale vliegveld “San Pablo”.
Al sinds 1999 is men bezig met de aanleg van een metronetwerk, dat zal bestaan uit vier grotendeels ondergrondse lijnen. In 2006 is er een begin gemaakt met aanleg van de twee tramlijnen die in het centrum zullen gaan rijden. Halverwege 2007 zullen deze lijnen opgeleverd worden.
[bewerk] Eten en Drinken
De Sevillaanse keuken staat in Spanje eigenlijk niet bekend om haar verfijndheid of zeer speciale gerechten. Typische gerechten zijn de vele soorten “arroz caldoso” (letterlijk: bouillonachtige rijst), die op honderden manieren kan worden bereid, gebraden Iberisch varken (cerdo ibérico asado) en verschillende soorten ham uit Jabugo. De Andalusische keuken in haar geheel is nationaal vooral beroemd om de vele zoete lekkernijen. Typische zoetigheden van Sevilla en omgeving zijn “polvorones” en “mantecados”, een soort koekjes met amandelen, die met name rondom kerst massaal worden gegeten. Andere typische culinaire hoogstandjes zijn: “pestiños”: honingkoekjes, “roscos fritos”: gefrituurde zeer zoete donuts en “tortas de aceite”: een soort dunne taartjes gemaakt van olijfolie. In Sevilla en eigenlijk in heel Andalusië worden tapas nog op een traditionele Spaanse manier gegeten, namelijk gratis.
[bewerk] Sport
Sevilla is de thuisbasis van twee voetbalteams: Real Betis Balompié en Sevilla FC, de laatste van deze twee won in 2006 de UEFA Cup. Sevilla was zowel kandidaat-stad voor de Olympische Spelen van 2004 en 2008, maar zonder succes, de eer ging respectievelijk naar Athene en Peking. In 1999 organiseerde de stad het Wereldkampioenschap Atletiek, in 2002 de Wereldkampioenschap roeien, in 2003 de finale van de UEFA cup, en in 2004 de Davis Cup.
Een zijtak van Guadalquivir-rivier is tijdens de wintermaanden een populaire trainingslocatie voor roeiploegen van over de hele wereld, inclusief de Nederlandse.
[bewerk] Films
Sevilla is o.a. te zien in de volgende films:
[bewerk] Partnersteden
- Angers, Frankrijk
- Cartagena de Indias, Colombia
- Columbus, Verenigde Staten
- Guadalajara, Mexico
- Kansas City, Verenigde Staten
- Krakow, Polen
[bewerk] Geboren in Sevilla
- Bartolomé de las Casas: geschiedkundige
- Bartolomé Murillo: schilder
- Diego Rodríguez de Silva y Velázquez: schilder
- Felipe González Márquez: ex-premier
- Isabel Pantoja: zangeres
- José Antonio Reyes: voetballer
- Juan Belmonte: stierenvechter
- Paz Vega: actrice
- Sergio Ramos: voetballer
- Vicente Aleixandre: dichter, Nobelprijs winnaar
- Victorio & Lucchino: modeontwerpers